Reportage

Digitale training voor ouderen: ‘Desnoods leg je het vijf keer uit’

Digitale training Ouderen Al een kwart eeuw helpt SeniorWeb ouderen de weg te vinden op de computer. Van QR-codes tot DigiD en online bankieren: meegaan met de digitale tijd vraagt om enig geduld – en soms een duwtje in de rug.

Computerles voor de leden van de vereniging Seniorweb in Hillegom.
Computerles voor de leden van de vereniging Seniorweb in Hillegom. Foto's Folkert Koelewijn

Nee, een wachtwoord met alleen een naam en geboortejaar is niet erg veilig, weet hij. „Toch verander ik het niet.” Het is zijn eerbetoon aan een onlangs overleden dierbare, vertelt de cursist, vechtend tegen zijn tranen.

Het inloopuur van SeniorWeb, de organisatie die ouderen helpt met digitale problemen, kent weinig geheimen. DigiD-codes, inlognamen en belastingaangiftes gaan over tafel. En verhalen, veel verhalen.

Het is voor het eerst sinds de coronacrisis dat de cursisten in Hillegom, een van de 400 leslocaties, weer op woensdagochtend samenkomen om over computerzaken te spreken. Laptops en telefoons in de aanslag, met daarnaast Het Boekje: dit is de generatie die wachtwoorden nog in leesbaar handschrift noteert.

Er hangen slingers in het ontmoetingscentrum, want SeniorWeb viert het 25-jarig jubileum. Deze landelijke organisatie werd in het leven geroepen om ‘knoppenangst’ te bestrijden en ouderen te leren verantwoord met computers en internet om te gaan. Er zijn 150.000 leden, geholpen door 3.000 vrijwilligers.

Wie heeft er hulp nodig?

In een maatschappij die veel digitale kennis veronderstelt, is het een probleem als je niet online bent. „De meeste ouderen leerden in hun werkzame leven omgaan met computers en internet. Na het pensioen verdwijnt al snel de noodzaak om nieuwe dingen te leren”, zegt Daniël de Levita, directeur van SeniorWeb. „Bij ons geven ouderen les aan ouderen. We nemen er de tijd voor, stap-voor-stap, en er is geen irritatie als je iets vijf keer moet uitleggen.”

Nederland telt 3,4 miljoen 65-plussers. Van hen zijn er 700.000 nog niet online actief – of omdat ze niet willen, of omdat ze het niet kunnen. Het gros van die groep is ouder dan 75.

Ouderen zijn echter niet de enige groep met een digitale achterstand; ook bij laagopgeleiden, niet-werkzamen en lagere inkomensgroepen komt dit voor. Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn amper minder digitaal dan Nederlanders, concludeert SeniorWeb op basis van cijfers van CBS.

Tijdens de coronacrisis speelde het leven zich nog meer online af dan daarvoor. De Levita: „Corona heeft bij veel ouderen de ogen geopend. Senioren leerden bijvoorbeeld videobellen. Dat ging in het begin misschien wat stuntelig – eerst zie je een neus en dan een kin – maar daarna werkt het.”

Ook digitale hulpmiddelen die de overheid afgelopen jaar introduceerde, zoals de Coronamelder en het coronapaspoort, waren een duwtje in de rug om gebruik te maken van DigiD (de app om in te loggen bij overheidsdiensten) en QR-codes (plaatjes die digitale informatie bevatten).

Lees ook: Met pensioen? Tijd voor een eigen start-up

De Levita: „Bij de adoptie van technologie is soms een negatieve stimulans nodig om mensen te bereiken. Liefst pakken we het positief aan en laten zien wat er kan: dat het handig is om boodschappen online te bestellen, of dat je met een parkeerapp tijd en geld bespaart.”

Aan de kosten – 35 euro per jaar en 5 euro per uur voor hulp aan huis – ligt het niet, maar het ledenaantal van SeniorWeb groeit niet meer zo hard. „Dat voelt dubbel”, zegt De Levita. „Onze missie is mensen helpen het zelf te doen. Als we niet meer nodig zijn, is dat dus een goed teken. Maar onze ervaring is ook dat je mensen telkens moet begeleiden naar de volgende innovatie.”

Toch dreigt er een tweede digitale kloof, denkt de SeniorWeb-directeur: „Ouderen zijn dankbare slachtoffers. We moeten mensen helpen hoe verantwoord en veilig omgaan met hun data. Wat zijn veilige wachtwoorden, zijn diensten echt wel gratis, wanneer praat ik met een bot? Dan gaat het meer om mediawijsheid.”

Piepjes in de groepsapp

Er is ook nog veel vraag naar praktische hulp, zegt Jan van Schie, al twintig jaar vrijwilliger bij SeniorWeb Hillegom. Hij assisteert bij het instellen van DigiD en legt de „fijne kneepjes” van de smartphone uit: hoe demp je de stortvloed van piepjes uit de groeps-app, hoe voorkom je dat het scherm van je telefoon al na een minuut weer zwart wordt?

Van Schie: „De mensen hier in de bollenstreek vinden het soms lastig om al die Engelstalige termen te begrijpen. En het is moeilijk om een langer verhaal te typen op een telefoonscherm. Ik help vaak om de webversie van WhatsApp te installeren op de laptop.”

Snel appen met je duimen - zoals veel jongere gebruikers doen - zit er bij de meeste senioren niet in, zegt Van Schie. „Het is allemaal dit werk”, en hij tikt met zijn wijsvinger op een denkbeeldig toetsenbord. „Wat langzamer, maar het gaat prima, toch?”

Hoe krijg je de foto’s op je pc?

Foto Folkert Koelewijn

Youssef Soliman (links) is 71 jaar en vrijwilliger bij SeniorWeb. Hij is Windows aan het updaten op een van de computers van het inloopspreekuur, dat ook dienstdoet als internetcafé. „Er zijn altijd nog mensen zonder computers , vooral onder ouderen. Ze kunnen hier terecht als ze op internet moeten of even willen mailen met de kleinkinderen. ”

Voor zijn pensioen werkte Youssef, geboren in Egypte, als systeem- en netwerkbeheerder bij Rijkswaterstaat. „Daar werkte ik met centrale servers. Dat is nu weer helemaal terug. Eerst deed iedereen zijn eigen ding op de pc of laptop, maar nu zitten we met smartphones en tablets weer in een centrale cloud.”

Hij studeerde in de avonduren informatica bij de Open Universiteit, naast een baan bij een kwekerij. „Ik houd van leren - altijd nieuwe dingen leren.”

Wat voor vragen krijgt hij zelf van andere cursisten? „Vooral over praktische zaken, bijvoorbeeld hoe je foto’s van je telefoon op je computer opslaat. Hoe maak je die verbinding?”

Hoe werkt die QR-code nou?

Lennie (73), Nora (75) Rieky (84) en Ineke (78) zijn trouwe SeniorWeb-cursisten. Hun achternaam willen ze liever niet kwijt, wel willen ze graag weten hoe je met QR-codes om moet gaan.

„Niet hoe je ’m krijgt, maar hoe je het toepast. In winkels en zo. De QR-code in de corona-app hebben we al.” Ze wachten nog even op de instructeur maar de vragen borrelen al op:

– „Volgens mij krijg ik die codes niet op mijn telefoon; ik heb nu al te weinig opslag.”

– „Als je met de trein gaat, dan kan dat toch ook met QR-code? O wacht, dat is de OV-chip kaart.”

– „Er stond laatst een QR-code in een brief die ik kreeg. Wat moet je daar nou mee?”

– “Heb je er ook je laptop bij nodig soms?”

Ruim tien jaar komen ze hier al, bijvoorbeeld om te leren hoe je foto’s moet opslaan en rubriceren. En om bij te kletsen. Tijdens de coronacrisis hebben ze de gezelligheid gemist, maar van onderling videobellen of appen is het niet gekomen. „Je wordt lui van corona. Alles stond op een laag pitje.”

Zijn ze sinds corona nog digitaler geworden? „Welnee. Ik heb ook niet meer via internet besteld. Je moet toch de plaatselijke middenstand steunen”, zegt Nora.

En alles digitaal, zonder papier, is ook geen optie. Lennie: „Ik download mijn bankafschriften en druk ze af. Ik ben zo blij met mijn printertje.”

Zit er echt iets dringends in de Berichtenbox?

Foto Folkert Koelewijn

Voormalig asfaltmolenbaas en scheidsrechter Henk Kokkelkoren (rechts, 82) zoekt samen met Kees Vork (links, 74) van SeniorWeb uit hoe je kunt inloggen met je DigiD bij de ziektekostenverzekering. „Sommige mensen denken dat ze voor elke dienst een aparte Digi-D moeten aanvragen”, zegt Kees. „Of ze schrikken van een mail van de Belastingdienst in de Berichtenbox. Waarschijnlijk heb je die melding ook al in een blauwe envelop thuis gekregen.”

Henk is blij met de hulp: „Ik heb nog niet zo lang geleden twee keer een hersenbloeding gehad, dus ik ben wat kwijtgeraakt in het kopje. Dan is het makkelijk dat ik Kees op woensdag wat vragen kan stellen.”

Kees Vork helpt ook aan huis met computerzaken en adviseerde bij de aankoop van een nieuwe laptop. Hij helpt ook bij kleine klusjes, zoals een document van de gemeentelijke belastingen, dat als pdf-bestand gedownload wordt op het bureaublad. „Zo kan Henk checken of het al is afgeschreven is van zijn bankrekening.”