Het kabinet heeft opdracht gegeven tot een historisch onderzoek naar de ramp met het stoomschip Van Imhoff begin 1942. Het schip, dat gevorderd was door de Koninklijke Marine, werd door een Japans gevechtsvliegtuig voor de kust van Sumatra tot zinken gebracht. De kapitein verliet met zijn bemanning het schip en liet 477 gevangen burgers van Duitse en Oostenrijkse komaf aan hun lot over. 411 gevangenen kwamen door verdrinking om het leven. Onder hen bevonden zich volgens historicus Loe de Jong bijvoorbeeld voor de nazi’s gevluchte Joden, tegenstanders van de nazi’s, maar ook geestelijken, kunstenaars, een 18-jarige scholier en „acht krankzinnigen”.
De omgang met de opvarenden van de Van Imhoff werd in 1953 door rechtsgeleerde Bert Röling in een vertrouwelijk advies een „oorlogsmisdaad” van Nederland genoemd. Sindsdien hebben volgens nabestaanden Nederlandse autoriteiten hun best gedaan de feiten in de doofpot te stoppen. Nu hebben de ministeries van Defensie en Binnenlandse Zaken het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) gevraagd de ondergang van de Van Imhoff te reconstrueren. Defensie ontkent in een briefwisseling met de advocaat van nabestaanden van slachtoffers, Liesbeth Zegveld, dat er een doofpot was. Het is de bedoeling van het onderzoek te komen tot rehabilitatie van de slachtoffers, zoals gevraagd door hun nabestaanden.
Documentaire
In 2017 zond BNN/VARA een driedelige documentaire uit over de ramp, waarin ook de eigen rol van de VARA centraal stond. In 1965 verbood de omroep onder druk van het kabinet een documentaire gemaakt door Dick Verkijk; de journalist werd ontslagen.
Nadat nazi-Duitsland Nederland in mei 1940 had overrompeld, interneerde het gouvernement van Nederlands-Indië 2.500 mannelijke ingezetenen van Duitse en Oostenrijkse komaf, op verdenking van mogelijke nazi-sympathieën. Toen eind 1941 de Japanse opmars begon, besloot de Nederlandse regering in Londen deze gevangenen over te brengen naar Brits-Indië.
Het onderzoek van het NIMH zal twee jaar in beslag nemen. Daarbij zal aan de orde komen de persoonlijke geschiedenis van zo veel mogelijk slachtoffers, de toedracht van het drama met de Van Imhoff en de lange nasleep met de rol die daarbij is gespeeld door autoriteiten, journalisten, documentairemakers en historici.
Nabestaande Patricia Sonnenburg die in 2018 de minister van Defensie vroeg om gerechtigheid en eerherstel zegt in een reactie dat zij „duizelig was van verbazing” toen zij eind juli te horen kreeg dat haar vraag positief werd beantwoord.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76062422-6b5a96.jpg)