De stad likt haar wonden en de crisis is nog niet eens voorbij

Gemeentebegroting

Anderhalf jaar coronacrisis bracht Amsterdam harde financiële klappen toe. In de nieuwe begroting zullen dan ook nieuwe keuzes gemaakt moeten worden. Wat blijft er over van de grote ambities van vóór corona?
Illustratie Dirma Janse

Voor wie dezer dagen van Amsterdam Centraal naar de Dam loopt, lijkt het misschien alsof de coronacrisis voorbij is. Restaurants zijn weer open en zoeken naarstig naar personeel, op de Dam staat het ouderwets vol met demonstranten en toeristen staan in de rij voor de wafelwinkel.

Maar schijn bedriegt in een stad die haar wonden likt van een crisis die ook nu nog niet voorbij is. Want hoewel de beelden van lege straten, dichte restaurants en afhaalkoffie die alleen mét deksel mocht worden verkocht voorbij zijn, heeft de economie van de stad een knauw gekregen. Waar voormalig wethouder Eric van der Burg (VVD) nog weleens riep dat „geld in Amsterdam geen probleem is”, zul je dat huidig wethouder van financiën Victor Everhardt (D66) niet horen zeggen.

In anderhalf jaar coronacrisis vielen er harde financiële klappen. Wat cijfers: vorig jaar kwam er 140 miljoen euro minder binnen aan toeristenbelasting, daalden de parkeerinkomsten met zo’n 50 miljoen en kreeg de gemeente 30 miljoen minder winstuitkering van bedrijven waarin ze een belang hebben, zoals bijvoorbeeld de RAI.

Eind september presenteert wethouder Everhardt zijn nieuwe begroting. Daarin zullen nieuwe keuzes gemaakt worden om zoveel mogelijk ambities van het college waar te maken. Maar het geld moet op creatieve manieren bij elkaar worden gebracht en er is nog veel onzeker. „De betaalbaarheid van de groeiambities staat onder druk”, schreef Everhardt in mei in de Voorjaarsnota.

En dat terwijl de ambities groot en vaak al ingezet zijn. Er worden nieuwe wijken gebouwd in bijvoorbeeld Noord en het Westelijk Havengebied. Dat is duur, omdat er allemaal nieuwe structurele kosten omheen hangen: denk aan maatschappelijke voorzieningen als scholen, sportvelden, ouder-kindcentra en culturele voorzieningen.

Daarnaast wil de gemeente flinke stappen zetten wat betreft de energietransitie, het van het gas afhalen van hele wijken, en het autoluw krijgen van de binnenstad. En dan is er nog grootschalig achterstallig onderhoud van kades en bruggen, zijn er grote zorgen om tekorten in de jeugdzorg en moeten er masterplannen ontwikkeld worden voor Noord, Nieuw-West en Zuidoost.

‘Juist in crisistijd investeren’

Femke Roosma, fractievoorzitter van GroenLinks, ziet dat het knelt. Toch vindt ze dat er ondanks de coronacrisis doorgepakt kan worden met investeringen. Gemeenten mogen namelijk geld lenen om investeringen te financieren. Roosma wijst erop dat het met de lage rentestand zeer goedkoop is en dat het niet erg is als daarmee de schulden iets oplopen. De schuld van de gemeente neemt dit jaar toe met 800 miljoen en stijgt daarmee naar 6,9 miljard. „De financiële crisis van 2008 heeft ons geleerd dat je juist in crisistijd geld moet blijven uitgeven.”

Ook oppositieraadslid Claire Martens (VVD) wil niet keihard bezuinigen en ziet ruimte voor investeringen. Maar ze roept op tot matiging, mede omdat gemeenten – anders dan het Rijk – géén geld mogen lenen om tekorten in de begroting te dekken. Dat moet met eigen geld gebeuren.

Vorig jaar kwam er 140 miljoen minder binnen aan toeristenbelasting

„We varen te strak aan de wind”, vindt Martens. „Voor elke tegenvaller moet je meteen ergens bezuinigen of lasten verzwaren. Terwijl je óók even kunt stoppen met hobbyprojecten zoals buurtbudgetten. Je kunt óók meer bezuinigen op de ambtelijke organisatie.” Ze vindt dat het college even ideologie op nummer twee moet zetten. Daarmee doelt ze bijvoorbeeld op het autovrij maken van straten in het kader van de Agenda Autoluw. „Want vaak betekent het doorzetten van deze ambities óók een lastenverzwaring voor veel Amsterdammers.”

Ze verwijst daarmee naar het vorig jaar verschenen herstelakkoord, dat in allerijl werd geschreven na een halfjaar coronacrisis. Om tekorten in de begroting te dekken werd onder meer gekozen de lokale lasten te verhogen. De onroerendezaakbelasting voor huizenbezitters ging omhoog, betaald parkeren werd uitgebreid en de afvalstoffenheffing ging met zo’n 18 procent omhoog.

Roosma (GroenLinks) vindt de analyse van Martens „flauw”. Ze wijst erop dat er in datzelfde herstelakkoord afgelopen jaar flink is bezuinigd op coalitie-ambities én in de ambtelijke organisatie. Wat haar betreft ligt bij de lastige keuzes óók een lastenverzwaring op tafel. „Als je moet kiezen tussen bezuinigen op de zorg of een paar tientjes in het jaar extra aan lasten weet ik wel wat ik kies.”

Voor CDA-raadslid Diederik Boomsma is het vooral een kwestie van investeren in de essentiële zaken. Veiligheid. Handhaving. Achterstallig onderhoud aan bruggen en kades. „Ook daar is het goed opletten op elke cent. Want bij die kades is nu alles gericht op het vervangen van de kademuren, terwijl op sommige plekken renovatie wellicht veel goedkoper is, en soms nog mooier ook.”

In tegenstelling tot andere regio’s die economisch nu al hersteld zijn, becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de Amsterdamse economie nu nog 8 procent kleiner is dan in 2019. Dat komt vooral omdat de toerisme-, de horeca- en de cultuursector ten opzichte van andere gemeenten een relatief groot aandeel hebben in de Amsterdamse economie.

Klappen gaan nog komen

De klappen voor Amsterdamse ondernemers gaan dan ook nog wel komen, zegt econoom Bert Tieben, verbonden aan onderzoeksinstituut SEO. „Op het toerisme-dossier kan dat voor frictie gaan zorgen tussen ondernemers en gemeente.” De coronacrisis is door de gemeente namelijk ook als kans gezien om bij de herstart de zuipende, blowende toeristen in te wisselen voor de „kwaliteitstoerist”. „Maar voor hotels die nog steeds geen volle bezetting draaien maakt het natuurlijk niets uit wat voor toerist er in die bedden ligt. Er moet eerst maar weer eens omzet komen.”

Dat zou echter een gemiste kans zijn volgens Roosma (GroenLinks) „om echt een ander soort economie vorm te geven”. Martens (VVD) vindt wel dat de gemeente veel meer moet doen die economie „een slinger te geven”. De gemeente stelde in juni een ton beschikbaar voor een campagne om bezoekers te verleiden naar de stad te komen. „Dat is natuurlijk veel te weinig”, zegt Martens.

En dan zijn er nog andere onzekerheden. Waar Femke Roosma het budget voor investeringen er nog wel ziet komen, maakt ze zich grote zorgen om arbeidskrachten op de juiste plek te krijgen. „We hebben grote moeite mensen in de bouw te vinden.” Claire Martens: „En wat betekent het voor ondernemers als ze straks hun uitgestelde huur of belasting moeten terugbetalen?”

De gemeente bereidt zich ondertussen voor op een grote instroom in de bijstand zodra de steunpakketten voor ondernemers en freelancers in oktober stoppen. 44 procent van de Amsterdamse bedrijven maakt bijvoorbeeld gebruik van ten minste één landelijke steunregeling.

Amsterdam wil dat het Rijk compenseert

Dat bleek het belangrijkste stootkussen voor het verlies aan Amsterdamse inkomsten. Zo ging de gemeente er voor de zomer vanuit dat er 90 miljoen euro gecompenseerd wordt aan misgelopen toeristenbelasting.

De afgelopen maanden verschenen er daarnaast ook verschillende brandbrieven ondertekend door verschillende wethouders: over onderwijs, jeugdzorg en recentelijk nog over de wens tot verlenging van de steunpakketten voor de cultuur. En soms met resultaat – zo maakte het Rijk meer budget vrij voor jeugdzorg, waarvan bijna 66 miljoen euro naar Amsterdam gaat.

Tegelijkertijd is de structurele rijksbijdrage onzeker. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) kwam in juni met een nieuwe verdeelsleutel van het gemeentefonds (de bijdrage van het Rijk waarmee gemeenten bijvoorbeeld de bijstand betalen). In haar voorstel gaan de grote steden, waaronder Amsterdam, er jaarlijks tientallen miljoenen op achteruit.

Lees ook: ‘Verhouding tussen Rijk en gemeenten moet anders’

Amsterdam is geen eiland

Hoewel voor de uitvoering van veel ambities de komende jaren geld vanuit het Rijk noodzakelijk is, vindt Martens (VVD) tegelijkertijd dat er te weinig zicht is op of de gemeente het geld allemaal goed uitgeeft. „Daarin worden keuzes gemaakt die wij anders zouden maken. We moeten als stad ook een beetje de hand in eigen boezem steken.”

Maar toch, Amsterdam is geen losstaand eiland en ook voor de haalbaarheid van investeringen is de hoofdstad afhankelijk van landelijke plannen. „Dus een formatie op korte termijn zou wat dat betreft gemeentes ook wel helpen”, aldus Roosma (GroenLinks).

En dan zijn er ook nog gemeenteraadsverkiezingen volgend voorjaar. „Want let op”, waarschuwt CDA-raadslid Boomsma. „In de Voorjaarsnota zag je al dat de investeringen grotendeels op peil blijven komend jaar. Maar ze schuiven de rekening door naar een volgend college.”

Roosma vindt het logisch dat er na de verkiezingen nieuwe keuzes gemaakt en gewogen moeten worden. Ze hoopt dat het herstel dan voor meer geld en ruimte zorgt. „Nu op de rem trappen zou echt betekenen dat je later duurder uit bent. En zoiets als de energietransitie? Daarmee kunnen we gewoon niet wachten.”

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.