Recensie

Recensie Boeken

Wat heeft Sally Rooney eigenlijk te zeggen? Haar derde roman is geen gloedvol proza

Sally Rooney Na haar enorme eerdere succes is de vraag bij Rooney’s derde roman: wat heeft ze eigenlijk te zeggen? Ze vangt de levenshouding van haar generatie, maar gloedvol proza wordt het niet.

Sally Rooney op het Edinburgh International Book Festival in 2017.
Sally Rooney op het Edinburgh International Book Festival in 2017. Foto Simone Padovani

Wat een druk moet Sally Rooney (1991) hebben gevoeld bij het schrijven van haar derde roman. Het boek was al een sensatie nog voor hij in de winkel lag. Ongecorrigeerde drukproeven werden online voor honderden dollars verhandeld. Op de dag van verschijnen, afgelopen dinsdag, stonden fans in rijen voor de boekhandel, alsof het om een nieuw deel in de Harry Potter-reeks ging. Van Rooneys vorige roman, Normale mensen, werden een verbluffende miljoen exemplaren verkocht. Hoe kan zij dat nog evenaren?

Dat Rooney die spanning tijdens het schrijven gevoeld heeft, straalt van iedere pagina af. Prachtige wereld, waar ben je opent met opgeheven handen, met een captatio benevolentiae. ‘Eigenlijk weet ik heel goed wat ik ben’, luidt het motto, een citaat van Natalia Ginzburg: ‘een heel, heel klein schrijvertje. Echt, ik weet het. Maar het maakt me weinig uit.’

De carrière van dit kleine schrijvertje begon in 2017, met haar debuutroman Gesprekken met vrienden, over twee beste vriendinnen en voormalige geliefden die verwikkeld raken met een echtpaar. De roman over een vierhoeksrelatie bevat de ingrediënten uit het leven van een typische millennial: experimenten met queer relaties, discussies over ongelijkheid en klimaatverandering, de worsteling om al die meningen in daadkracht om te zetten. Hoewel de personages politiek aan ‘de goede kant van de geschiedenis’ staan, voelen ze zich schuldig over het eigen individualisme, hun onvermogen iets aan de problemen te doen. In appgesprekken scherpen ze hun theorieën aan in onbeschaamd intellectueel jargon, terwijl away from keyboard het leven vooral om de complexiteit van hedendaagse liefdesrelaties draait (‘We kunnen met elkaar naar bed gaan, als je wilt, maar je moet weten dat ik dat alleen ironisch doe’, zegt Frances tegen Nick; meer millennialesk krijg je het niet).

Aan-uit-aan-uit

Een jaar later verscheen Normale mensen, Rooneys grootste succes en literair meest geslaagde roman. De auteur herhaalt de ingrediënten uit haar debuut – moeizame liefdesrelaties, machtsverhoudingen, zorgen over de wereld, politieke discussies – maar integreert ze in een narratief dat complexer en geraffineerder is. Klassenstrijd en ongelijkheid zijn hier niet alleen een conversatieonderwerp, maar hebben werkelijk effect op de emoties en handelingen. Normale mensen vertelt de grootse, pijnlijke en helende liefdesverhouding tussen Marianne, een eenzaam meisje dat in een kast van een huis woont, en Connell, wiens moeder schoonmaakt bij Marianne thuis. Connell is de populairste jongen van de klas, iedereen vindt hem aardig. Marianne groeit op in weelde, maar in liefdeloze, gewelddadige omstandigheden. De verschillen in achtergrond bepalen het verloop van de relatie, die begint op de middelbare school, en vervolgens aan-uit-aan-uitgaat in hun studietijd op het prestigieuze Trinity College in Dublin. Op de middelbare school wordt Marianne gepest. Connell schaamt zich voor hun verhouding en houdt haar geheim voor zijn vrienden.

Op de elite-universiteit keert de machtsverhouding om. Hoewel beiden geniaal en in die zin aan elkaar gewaagd zijn, draagt Connell een onuitgesproken klasse-onzekerheid met zich mee, het diep ingesleten gevoel minderwaardig te zijn aan Marianne. Die angst vertaalt zich in een subtiel soort trots, een halsstarrigheid om koste wat kost onafhankelijk te willen zijn. Marianne is in sociaal-maatschappelijk opzicht inderdaad superieur aan Connell, maar is emotioneel beschadigd. En omdat trauma ‘herhalingsdwang’ heeft, aldus Freud, zoekt ze in de liefde steeds degene op die haar het meest pijn doet. Ze kan moeilijk geloven dat Connell haar wél accepteert en liefheeft. Ondanks haar economische positie – of dankzij – wil ze zich het liefst onderwerpen aan mannen, letterlijk, in sm-relaties. Als een hedendaagse Jane Austen drijft Rooney het drama op de spits, tot het verhaal werkelijk schrijnt.

Ook in formele zin is het klassenthema doorgevoerd. De episodische structuur van het boek stopt een spaak in de wielen van de bourgeois roman, waarin een vertelling lineair op de climax af dendert en liefde alle obstakels overwint, al blijft Rooneys roman binnen de grenzen van een conventioneel, toegankelijk verhaal. Uiteindelijk eindigt de roman met een hoopvolle boodschap: mensen kunnen elkaar in goede zin veranderen. De atomisering van het individu is geen noodlot. Die feelgood-boodschap komt aan. Er spreekt toewijding uit, de intentie om ondanks de impotentie van het moderne leven toch een goed mens te willen zijn. Deze ongelijke wereld verwondt bijna iedereen, maar heling is mogelijk.

Marxist

Was Rooney na haar debuut al succesvol, nu verkreeg ze een cultstatus. Werd onderwerp van de roddelpers. Haar werk is in talloze talen vertaald. Rooney bewerkte haar tweede roman tot succesvolle miniserie; het in NRC met vijf ballen bekroonde Normal People is sinds augustus bij de NPO te zien. De producenten hebben aangekondigd dat er ook een tv-bewerking van Gesprekken met vrienden (Conversations with Friends) onderweg is.

Op internet wordt al jaren intensief gediscussieerd over de vraag of Normale mensen nou wel of niet trouw is aan de ideeën van Marx, want Rooney noemt zichzelf expliciet marxist. Tegenstanders vinden het slot, waarin Connell de carrièrekans van zijn leven krijgt, te neoliberaal. De discussie onderstreept hoe actueel de thematiek is voor de hoger opgeleide internetgeneratie, die net als Rooneys personages worstelen met zorgen om de toestand in de wereld en zich uitspreken tegen klassenongelijkheid, seksisme en racisme. Op sociale media citeren ze Marx en Audre Lorde, in het echte leven vliegen ze met Ryanair, bestellen ze bij Amazon en voelen ze zich schuldig. Het kapitalisme vermolmt ook hun idealisme tot koopwaar – dat is de spagaat van de millennial.

In Prachtige wereld, waar ben je – de Nederlandse vertaling van Gerda Baardman en Jan de Nijs verschijnt gelijktijdig met het origineel – bevinden we ons meteen op vertrouwd terrein. ‘Ik heb de laatste tijd veel nagedacht over rechtse politiek (wie niet?) en hoe conservatisme (als maatschappelijke kracht) geassocieerd is geraakt met vraatzuchtig marktkapitalisme’, schrijft Alice, een succesvol schrijver van dertig jaar, aan haar beste vriendin Eileen. Conservatisme is niet conserverend als in behoudend, redeneert ze, want conservatieve politiek draagt bij aan het verwoesten van de aarde. ‘Waarschijnlijk vind jij dat allemaal heel rudimentair, misschien zelfs ondialectisch’, schrijft ze. ‘Dialectisch’ – het via tegenstellingen zoeken naar waarheid – verwijst naar de methode die Karl Marx bij Hegel haalde. Welke andere schrijver met een miljoenenpubliek kan zo direct en vroeg in de roman al naar Hegel verwijzen?

Meningenindustrie

Verder gebeurt er trouwens niet zoveel met de ondialectische gedachten, ze bungelen los in een brief, koopwaar in de meningenindustrie. Ook al gaat de wereld eraan, mensen zijn toch het meest bezorgd over de mensen van wie ze houden, ook al zouden we belangrijker zaken aan ons hoofd moeten hebben. ‘In die zin bestaat er dus niets groters dan wat jij zo neerbuigend beschrijft als “of ze bij elkaar blijven of niet”(!)’, schrijft Eileen.

Net als in Gesprekken met vrienden draait de roman om twee intelligente vriendinnen. (The New Yorker opperde dat dat de reden van Rooneys succes is: het is zeldzaam in de literatuur wanneer twee jonge vrouwen intellectueel converseren. Jonge hoogopgeleide vrouwen kunnen zichzelf eindelijk herkennen.) Alice lijkt in biografische zin het meest op Rooney zelf: ze heeft twee romans gepubliceerd die bestsellers zijn geworden. Na een zenuwinzinking heeft ze een oude pastorie aan de Ierse kust betrokken en leeft daar teruggetrokken van haar fortuin. Haar beste vriendin Eileen, redacteur van een literair tijdschrift, kent ze van de universiteit. Eileen leeft nog altijd op kamers in Dublin, en weet niet goed wat ze van het leven wil. Ze kan het leven niet meer als een project van vooruitgang zien, het leven voelt als een opsomming zonder groter verhaal, ‘een lijst met informatie.’

Pas in de ontknoping van de roman ontmoeten Alice en Eileen elkaar in levenden lijve. Tussen de e-mails door beschrijft Rooney de ontluikende liefde tussen Alice en haar Tinderdate Felix, een magazijnwerker (opnieuw: klasseverschil), en Eileen en jeugdliefde Simon, een katholiek politicus. Ook de vorm, het afwisselen van brieven met narratieve passages, lijkt meer op Rooneys debuut dan op Normale mensen.

Maar de toon is donkerder, cynischer dan eerder werk. Waar voor Connell een schrijverscarrière een dromerig toekomstbeeld was, een kans op ontsnapping aan het lot, is de literatuur voor Alice een desillusie gebleken. Na twee romans stort ze in, ze heeft het gevoel niets te melden te hebben. Lezers schrijven nare dingen over haar op internet en respecteren de grenzen van haar privacy niet. De literaire wereld blijkt weerzinwekkend leeg. De beroemde schrijvers die ze ontmoet ‘klagen over de saaiste dingen die er zijn – te weinig publiciteit, slechte recensies of mensen die meer verdienen dan zij. Nou en? En dan gaan ze naar huis om hun gevoelige kleine romans over “het normale leven” te schrijven. Maar in feite weten ze niets van het normale leven.’

Ontgoochelde auteur

Is dit een hartenkreet van een ontgoochelde auteur, of een pesterig trucje om de lezer op scherp te zetten? Want waarom zouden wij Rooney dan wél vertrouwen?

De eerste verklaring lijkt waarschijnlijker. Op enkele bezielde momenten na mist Prachtige wereld, waar ben je overtuiging. De narratieve passages zijn hyperrealistische, directe weergaves van dialogen en handelingen, inclusief het futloos naar telefoonschermen staren en door Netflix scrollen, alsof het regie-aanwijzingen zijn; inderdaad, ‘een lijst met informatie’. Er glanst niets op de pagina. Dat is weliswaar in lijn met de teleurstelling die de personages voelen; een gloedvolle roman wordt het niet. Is dit hoe Rooney het ‘normale leven’ dan voorstelt?

Pas in de ontknoping toont Rooney waar ze zo goed in is: het uitspelen en onthullen van de psychologische blokkades die mensen ervan weerhoudt elkaar lief te hebben. Niet de wereldse machtsstructuren, maar de angst voor kwetsbaarheid is wat de personages het leven moeilijk maakt. ‘Of ze bij elkaar blijven of niet’, dat is in het romanuniversum van Rooney uiteindelijk het hoogste. Het slot, waarin de personages de weg besluiten te volgen van de normen van de maatschappij, voelt ten slotte nogal geforceerd en atypisch. Of de schrijver hiermee een nieuwe weg inslaat of een oude afsluit, dat weten we pas met het volgende boek.