Winning olie, gas, kolen moet fors lager om klimaatdoelen te halen

Fossiele brandstoffen Wereldwijd moet het merendeel van de fossiele brandstoffen in de grond blijven zitten, blijkt uit een nieuwe studie.

Teerzandwinning in Canada. Bij de winning en verbranding hiervan komt veel CO2 vrij.
Teerzandwinning in Canada. Bij de winning en verbranding hiervan komt veel CO2 vrij. Foto David Levene

Van alle winbare olie, gas en kolen moet de komende dertig jaar respectievelijk 58, 59 en 89 procent in de grond blijven om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius. Dat hebben onderzoekers van het University College London berekend. Hun studie is deze woensdag gepubliceerd in Nature.

Als deze hoeveelheden fossiele brandstoffen inderdaad ongebruikt blijven, heeft dat grote gevolgen voor landen en bedrijven die voor hun inkomsten afhankelijk zijn van de winning ervan. Niet iedereen zal deze stap even makkelijk maken, schrijven de onderzoekers in Nature. Landen zoals Irak, Koeweit en Saoedi-Arabië, hebben hulp nodig om de winning van fossiele brandstoffen af te bouwen.

De opwarming van de aarde is voor een groot deel te wijten aan de verbranding van fossiele brandstoffen, waarbij het broeikasgas CO2 vrij komt. De mens zal het gebruik van olie, gas en kolen heel snel moeten afbouwen om het doel van het Parijs-akkoord uit 2015 te halen. Dat doel is om de opwarming in ieder geval onder de 2°C te houden, en het liefst onder de 1,5°C. De aarde is inmiddels gemiddeld 1,1°C warmer vergeleken met het pre-industriële tijdperk.

‘Grote opgave voor de mens’

De percentages waarop de Britten uitkomen, zijn wereldwijde gemiddelden. Per regio kunnen ze anders uitpakken, omdat de winning er verhoudingsgewijs duur is of omdat er relatief veel koolstof in de fossiele bronnen zit. Canada bijvoorbeeld zal tot 2050 niet 58, maar ruim 80 procent van de winbare olie in de grond moeten laten zitten. Het land is rijk aan teerzanden, en bij de winning en verbranding ervan komt relatief veel CO2 vrij. Landen van de voormalige Sovjet-Unie komen voor olie juist lager uit, op 38 procent, omdat de winning ervan relatief goedkoop is. Voor grote olie- en gasproducerende landen, zoals Rusland en landen in het Midden-Oosten, komen de onderzoekers wel uit rond de gemiddelden.

De percentages olie, gas en kolen die in de grond moeten blijven, laten zien hoe groot de opgave voor de mens is om de opwarming binnen de perken te houden, zegt Detlef van Vuuren. Hij is senior wetenschapper bij het Planbureau voor de Leefomgeving en daarnaast hoogleraar mondiale milieuveranderingen aan Universiteit Utrecht, en hij was niet bij het onderzoek betrokken. „Het zal grote consequenties hebben voor energiebedrijven.”

Fossiele plannen heroverwegen

In hun artikel schrijven de auteurs dat landen, energiebedrijven, investeerders hun „fossiele plannen” moeten heroverwegen. Dat gebeurt hier en daar ook al. Steeds meer investeerders stappen uit fossiele beleggingen. Denemarken kondigde vorig jaar aan geen nieuwe licenties meer uit te geven voor de winning van olie en gas. Het Internationaal Energie Agentschap riep eerder dit jaar alle olie- en gasproducerende landen op om vanaf dit jaar geen nieuwe velden meer te ontwikkelen.

De nu gepubliceerde studie is een vervolg op een onderzoek dat zes jaar geleden in Nature verscheen. Toen berekenden onderzoekers (deels dezelfde als in de huidige studie) hoeveel van de winbare reserves olie, gas en kolen in de grond moest blijven om de opwarming onder de 2°C te houden. Ze kwamen uit op percentages van 33, 50 en ruim 80 procent. In de huidige berekening is met name het percentage voor olie gestegen. „Dat komt omdat vooral de transportsector nog veel sterker moet decarboniseren [terugbrengen van de uitstoot van koolstof, red.] dan we in 2015 dachten”, laat Dan Welsby, eerste auteur van het nu gepubliceerde artikel, via e-mail weten.

Ondergronds opslaan

De onderzoekers hebben ook nog berekend of de percentages olie, gas en kolen die in de grond moeten blijven, veel zouden veranderen door technologische vernieuwingen. Zo is er de optie om de CO2 die vrijkomt bij grote puntbronnen (kolen- of gascentrales, raffinaderijen) op te vangen en ondergronds op te slaan. Een andere optie is grootschalige herbebossing. Bij de verbranding van het hout zou ook hier de vrijkomende CO2 opgevangen en opgeslagen kunnen worden. Maar volgens de auteurs veranderen de percentages olie, gas en kolen die in de grond moet blijven, er maar een heel klein beetje door. Ze komen uit op 55, 56 en 87 procent.