De plot van actiethriller Copshop zit vol gaten en doet er eigenlijk niet toe. Het komt erop neer dat een voortvluchtige crimineel (Frank Grillo) uit angst voor zijn even misdadige achtervolger(s) zijn toevlucht zoekt in een politiecel. Het idee is dat hij daar veilig zit. Niets is minder waar als een gewiekste huurmoordenaar (Gerard Butler) onder valse voorwendselen in de cel tegenover hem terechtkomt. Valerie (Alexis Louder, het enige lichtpuntje in de film), een verveelde politieagente, begrijpt meer en meer dat dit maffiose zwaargewichten zijn met achterliggende belangen. Maar wie is te vertrouwen, ook binnen het politiebureau?
Technisch gezien is er niet veel mis met Copshop: hij is vaardig geregisseerd door Joe Carnahan, kent enkele spannende momenten en bevat ‘toffe’ shoot-outs. Wel vreemd dat het wapen van agente Valerie op een gegeven moment in de prullenbak belandt, waarna ze dat van een collega gebruikt. In de eropvolgende scène heeft ze echter weer haar oude revolver.
Problematischer dan zo’n stom continuïteitsfoutje is de quasi-humoristische toon waarmee alles gepaard gaat. Zo vallen er veel doden als er nog een huurmoordenaar opduikt, eentje die zogenaamd grappige capriolen bij zijn moorden uithaalt. Hoe geestig dat is, zal grotendeels van de kijker afhangen.
Maar het meest stuitend is het nihilisme van Copshop, waarin mensen fout, nog fouter of superfout zijn. Voor wat geld en macht bedriegt iedereen elkaar, medemenselijkheid is afwezig. Maar wat een gezeur allemaal, het is toch een lekkere actiefilm?