Verstappen en fans zijn niet de enige winnaars in Zandvoort

Formule 1 Max Verstappen won de eerste Nederlandse grand prix in 36 jaar. De Formule 1 is met Zandvoort een topevenement rijker.

Max Verstappen viert zijn overwinning in de Grote Prijs van Nederland. Links nummer twee Lewis Hamilton.
Max Verstappen viert zijn overwinning in de Grote Prijs van Nederland. Links nummer twee Lewis Hamilton. Foto Andreas Terlaak

Normaal zijn het de leden van Formule 1-teams die gefilmd worden door fans terwijl ze aan hun racewagens sleutelen. Maar deze zondag, in de pitstraat van het circuit van Zandvoort, halen de monteurs zélf hun telefoons tevoorschijn. Ze leggen de tienduizenden in het oranje geklede supporters vast die schreeuwen, klappen, springen, rookbommen afsteken en de lof bezingen van de 23-jarige man met een rood-wit-blauwe vlag om zijn schouders die net nationale sportgeschiedenis heeft geschreven.

De eerste Grand Prix van Nederland in 36 jaar zit erop, en de winnaar heet Max Verstappen. Het is zijn zeventiende F1-zege en tevens zijn meest memorabele. Al was het maar omdat dit raceweekend eigenlijk geen andere afloop mocht hebben. De druk op Verstappens schouders was gigantisch.

Investeringen van tientallen miljoenen euro’s, rechtszaken van milieu-organisaties, de coronacrisis: hindernissen waren er in aanloop naar de Dutch Grand Prix volop. De massa’s raceliefhebbers langs de baan – uitzinnige deelnemers aan het eerste grote festival in anderhalf jaar – wilden niets anders dan een klinkende overwinning. En die kregen ze. Verstappen verlaat Zandvoort met de bokaal én de heroverde koppositie in het WK-klassment.

Verstappen en zijn fans zijn niet de enige winnaars van de afgelopen drie dagen racen in de duinen. Duidelijk is dat ook de Formule 1 zelf blij mag zijn dat het Nederlandse circuit terug is op de kalender. Een paar jaar geleden zag het daar nog niet naar uit. Sterker nog: dat er überhaupt ooit nog met F1-wagens geracet zou gaan worden in Zandvoort, was ondenkbaar. De baan was te krap en niet veilig genoeg voor de moderne Formule 1. De pits en andere infrastructuur op het circuit lagen er armoedig bij.

Maar nu Zandvoort dankzij de populariteit en marketingwaarde van Max Verstappen in een flink opgeknapte versie terug is, kan de racebaan op unaniem enthousiasme rekenen bij de coureurs. „Dit circuit is episch”, vat Lewis Hamilton tegenover de pers de communis opinio in het rijdersveld samen na afloop van de eerste kennismaking met Zandvoort op vrijdag.

Max Verstappen in zijn Red Bull op het circuit van Zandvoort, waar zo’n 70.000 fans op de tribunes zaten. Foto Andreas Terlaak

Bobsleebaan

Het hoogteverschil, de lange doordraaiers, de op- en neergaande baan – de coureurs moeten er na de eerste trainingen even van bijkomen. „De g-krachten waren enorm”, zegt Esteban Ocon van Alpine. „Ontzettend gaaf.” Mick Schumacher (Haas) heeft het over een „achtbaan”, terwijl Pierre Gasly (Alpha Tauri) zich in de speciaal voor de Formule 1 aangelegde, wielerbaanachtige kombochten voelt alsof hij van een bobsleebaan sjeest.

Lees ook: Achtbaanrit door de duinen van Zandvoort

Maar waar een bobsleeër behoorlijk zijn best moet doen om uit de baan te vliegen, is dat in Zandvoort zo gebeurd. „De snelheden liggen hoog en de baan is smal, echt een racebaan van de oude stempel”, aldus Williams-rijder Nicholas Latifi. „Als je een fout maakt, wordt dat direct afgestraft.”

Een dag later levert Latifi zelf het bewijs. Tijdens de kwalificatie zet hij met bijna 250 kilometer per uur een wiel op het gras, een paar centimeter, precies op het moment dat hij een snelle bocht instuurt. Een spin en een harde smak in de muur zijn het gevolg.

Die ochtend, tijdens de derde vrije training, is ook Carlos Sainz er al achter gekomen hoe onvergeeflijk Zandvoort is. Bij het aansnijden van de Hugenholtzbocht, de kombocht direct achter de pits, wijkt hij iets af van de ideale racelijn. Daar ligt wat zand, de grip is er minder. Piepende banden, een doffe klap. Stof en stukjes omheining dwarrelen neer in het voetgangersgebied pal achter de bocht. Een vrouw die er toevallig staat schrikt van de klap, struikelt en valt op de grond. Sainz stapt ongedeerd uit zijn gehavende Ferrari. „Ik verdiende het om te crashen”, zegt hij later tegen journalisten. „Terwijl ik toch maar twintig centimeter van de lijn zat. Zo horen circuits te zijn.”

Renovatie van circuit

Wat de renovatie niet kon verhelpen, is het ruimtegebrek achter de pits. Normaal gesproken stallen teams daar al hun materieel en onderkomens, maar op Zandvoort is dat ingewikkeld. Achter de garages ligt een smal terreintje, links begrensd door de Tarzanbocht en rechts door de Hugenholtzbocht. Voldoende plaats voor alle vrachtwagens en motorhomes is er bij lange na niet. Alleen in Monaco is het krapper.

Daarom is Zandvoort het enige Formule 1-circuit waar het rennerskwartier noodgedwongen uit twee delen bestaat. De hoognodige technische uitrusting staat bij de pits, de rest een eind verderop.

Toeschouwers op de hoofdtribune kijken uit op de verbindingsweg tussen de twee gedeeltes. Ze zien voor en na elke racesessie de coureurs heen en weer gaan. Iedereen wordt toegejuicht. Fernando Alonso zoeft voorbij op een step, Sebastian Vettel op zijn racefiets. Maar als Verstappen zondag, een uur voor de race, van het Red Bull-hoofdkwartier naar de pits loopt, begint de tribune pas echt te kolken.

Hoe dichterbij de start op zondagmiddag komt, des te meer de sfeer die van een WK-finale met Oranje in het voetbalstadion benadert. Continu zwepen deejays het publiek op. ‘Bloed, zweet en tranen’, ‘Viva Hollandia’, de ene na de andere feestkraker komt voorbij. Zodra er een wals uit het geluidssysteem knalt, deint de menigte van links naar rechts alsof er in Zandvoort geen grand prix is, maar een concert van André Rieu.

In Zandvoort ontketenden de Nederlandse fans een volksfeest. Foto Andreas Terlaak

Het zijn taferelen die de Formule 1 eigenlijk nog nooit gezien heeft. In de kampioensjaren van Michael Schumacher kleurden de circuits in Duitsland Ferrari-rood, maar dat was niets vergeleken met het totale volksfeest dat Nederlandse fans in Zandvoort ontketenen. De Verstappen-tribunes die de afgelopen jaren in België, Oostenrijk en Hongarije verrezen, waren slechts een voorproefje.

Verstappen-legioen

Echt zenuwslopend wordt de race die het Verstappen-legioen zondag te zien krijgt niet. Dat ligt aan Verstappen zelf, die simpelweg de snelste is en geen fouten maakt. Hij vertrekt van poleposition en houdt bij de start gemakkelijk de leiding, waarna zijn voorsprong op titelrivaal Hamilton gedurende de hele race zo tussen de twee en vier seconden bedraagt. Af en toe komt de Brit iets dichterbij, maar heel bedreigend wordt hij nooit. Als Verstappen halverwege Hamiltons teamgenoot Bottas, die een andere strategie heeft gekozen, moet inhalen, doet hij dat zonder problemen.

Lees ook: Met 300 km/u door de steile, nieuwe bocht die spektakel moet opleveren in Zandvoort

Aan het circuit zelf is de enigszins gezapige race in elk geval niet toe te schrijven. Van tevoren bestond de vrees dat inhalen er vanwege de vele bochten en korte rechte stukken zo goed als onmogelijk zou zijn – een soort Monaco zonder vangrails. Dat blijkt mee te vallen. Zo steekt Verstappens teamgenoot Sergio Pérez in de Tarzanbocht een paar concurrenten knap buitenom voorbij. Ook op andere plekken weten ingenieuze coureurs gaatjes te spotten.

De Formule 1 gaat ook de komende twee jaar naar Zandvoort, en waarschijnlijk nog wel langer. Als die edities net zo verlopen als die van 2021, wordt Zandvoort vanzelf opgenomen in het rijtje van klassiekers als Spa, Monza en Silverstone. Wat Lewis Hamilton betreft hoort het daar nu al thuis. „Het is een ongelofelijke baan”, zegt hij zondag vlak nadat hij uit zijn auto is geklommen. „Dit is nu een van mijn favoriete circuits. Ik heb al zin in volgend jaar.”