Stuk grond in Krikati-gebied waar illegaal hout is gekapt

Foto Ian Cheibub

Inheemse bewoners beschermen hun eigen land in de Braziliaanse Amazone

Brazilië De inheemse Krikati zitten achter illegale jagers en houtkappers aan in de Braziliaanse Amazone. „Beschermen wij dit gebied niet, doet niemand het.”

Na een uur lopen door het klamme oerwoud van de Amazone blijft Yontep (50), een kleine inheemse vrouw op slippers, plotseling staan. Ze spitst haar oren. „Horen jullie dat geluid?” Ze bootst het na. „Broemmm. Een kettingzaag?” Haar broer Mateus hoort het niet, maar ze begint sneller te lopen. „Het komt van die kant.” Ze duwt dorre takken opzij en baant zich een weg, steeds dieper de jungle in. Mateus en een groep jonge inheemse mannen volgen haar. „Daar!” Bij een open plek liggen de resten van omgekapte bomen. Een van de mannen voelt aan het hout. Vochtig. „Ze zijn niet ver.”

De Krikati zijn een van nog ongeveer driehonderd inheemse volkeren in Brazilië – de oorspronkelijke bevolking in het land wordt geschat op zo’n 900.000 mensen. Vorig jaar richtten de Krikati hun eigen inheemse militie op: Guardiões do Territorio Krikati, ‘Beschermers van het Land van de Krikati’. De guardiões proberen op te treden tegen indringers die aan houtkap doen en illegaal land innemen. Hier in de deelstaat Maranhão hebben de Krikati zo’n 146.000 hectare grond met daarop zes aldeias (inheemse dorpen). Bescherming of controle door de overheid is er nauwelijks, terwijl deze deelstaat wordt geteisterd door ontbossing en landconflicten.

„Het wordt ook steeds erger”, zegt Yontep (achternaam: Krikati – de naam van het volk is ook ieders achternaam). „De droogte is ieder jaar extremer, er zijn meer branden. Wij inheemsen leven van de natuur. Als wij ons bos niet beschermen, doet niemand het.” Ze heeft de leiding van haar broer Mateus overgenomen.Die stopte na herhaaldelijke doodsbedreigingen en werd bijna met een mes gestoken toen hij een kettingzaag in beslag nam van illegale houtkappers.

„Ze komen uit de gemeenten rondom ons reservaat. Ze haten ons”, zegt Mateus. Op zijn mobiel laat hij een filmpje zien van een boer in de buurt die zich racistisch uitlaat over de inheemsen. „Ze zijn lui en kunnen niets”, zegt de boer.

Sinds het aantreden van de ultrarechtse president Jair Bolsonaro begin 2019 zijn de problemen in de Amazone groter geworden. Hoewel in juli de ontbossing volgens het Nationaal Ruimte Instituut INPE iets terugliep, was er in de maanden daarvoor juist een stijging van meer dan 40 procent ten opzichte van vorig jaar. In april werd er een record aan 581 km2 aan bos gekapt – 80.000 voetbalvelden.

Bolsonaro belooft dat er in 2030 helemaal geen illegale houtkap meer zal zijn, maar intussen ontvouwt hij grootse economische plannen voor de Amazone. Bolsonaro wil tegemoet komen aan de belangen van de invloedrijke, zeer rechtse landbouwlobby. Ze hielpen hem de verkiezingen te winnen en houden hem ook nu in het zadel. De regering bezuinigt fors op controle in de beschermde inheemse gebieden. Overheidsmilieu-organisatie Ibama heeft al meerdere kantoren moeten sluiten.

De Krikati hebben zich de afgelopen twee jaar daarom verder moeten professionaliseren. Ze kunnen de ontbossing nu zelf in kaart brengen met een drone, gedoneerd door Greenpeace. Een Braziliaanse ngo schonk de groep twee motoren en een pick-up. Maar geld voor onderhoud is er niet.

Ze patrouilleren met jachtgeweren: die maken ze buit op illegale jagers. Niet dat de inheemsen geweld willen gebruiken, maar bescherming is nodig voor hun eigen veiligheid. Het aantal moorden op inheemsen in Maranhão is in de afgelopen tien jaar tot boven de zestig gestegen, en hangt direct samen met conflicten in het gebied. Er zijn inmiddels zo’n dertig guardiões, militieleden, veelal jongeren.

Een militie van Krikati, een inheems volk in de Braziliaanse Amazone, beschermt eigen land tegen illegale houtkap en boeren die zich illegaal vestigen.Foto Ian Cheibub

Binnendringers

Nu Yontep de eerste vrouwelijke leider is, wil ze ook meer vrouwen aantrekken. „Er waren uitsluitend mannen gevraagd als opvolger van mijn broer, maar geen van hen wilde omdat ze gezinnen met kleine kinderen hebben. Ik dacht: waarom zou ik als vrouw de leiding niet op me kunnen nemen? Ik heb geen kleine kinderen meer thuis en mijn man steunt me. En: ik ben voor niets en niemand bang”, zegt ze met felle ogen.

Illegale houtkappers worden er die ochtend niet betrapt. Wel wat plastic flessen met benzine, waarschijnlijk voor de kettingzaag, die de inheemsen in beslag nemen. De groep heeft tips gekregen dat dieper in het oerwoud illegale boeren actief zijn. In de auto overlegt Yontep in het Krikati met Mateus. Hoe krijgen ze deze boeren weg uit het reservaat? Het Krikati kent korte harde klanken afgewisseld met lange zangerige uithalen. Tot haar veertiende sprak Yontep uitsluitend haar moedertaal, later leerde ze Portugees. Ze had toen al haar eerste van in totaal vijf kinderen. Na haar scheiding veranderde haar leven. Als een van de weinigen uit het reservaat ging ze studeren. Milieuwetenschappen in de miljoenenstad Goiânia, niet ver van hoofdstad Brasilia. „Ik ben daarna teruggekeerd naar het dorp”, zegt Yontep. „Als leider van de beschermers van het bos kan ik nu echt iets terugdoen voor mijn volk.”

Ze bereiken een stuk grond waar een boer, Dorgival Ramadilho, zijn vee houdt. Het is afgezet met een houten hek en prikkeldraad. Mateus rukt het los en de groep sjokt een heuvelachtig gebied in met hoge palmbomen. Koeien en paarden grazen op een droog ontbost stuk grond. Voorop loopt Yontep, erachter een groepje jonge guardiões met de jachtgeweren tegen de borst. Paarden volgen de militieleden nieuwsgierig, tot ze de houten hut instappen, waar de boer zijn middagrust houdt. „Ik respecteer jullie werk”, zegt hij tegen de inheemsen. „Alleen ben ik niet van plan om hier te vertrekken, want ik ben nog niet gecompenseerd.”

Ik ben voor niets en niemand bang

Yontep leider van de inheemse militie

Dorgival vertelt dat hij opgroeide naast de aldeia São José, het grootste dorp in het reservaat. „Daar had mijn vader een boerderij. In de tijd van de afbakening, jaren negentig, is hij betaald en zijn we hiernaartoe vertrokken. Maar hier bleek ook een grens van inheems gebied te liggen, dus moesten we weer weg. Alleen, daar hebben we nog geen geld voor gekregen. Daarom ben ik nog hier.”

Eind jaren tachtig en begin jaren negentig startte in de Amazone de zogeheten demarcação, oftewel de ‘afbakening’. Door FUNAI, een overheidsorgaan voor inheemsen, en de federale overheid werden meer dan vierhonderd gebieden, 12 procent van het land, gemarkeerd en wettelijk erkend als inheems: inheemse volkeren zouden hun historische land terugkrijgen. Het idee was ook om zo conflicten met boeren te verminderen, de rechten van inheemsen te beschermen en de bescherming van milieu en biodiversiteit in de Amazone te versterken. Boeren en grootgrondbezitters die al decennia in de gebieden woonden, werden uitgekocht en moesten het gebied verlaten. Er zijn nu nog een stuk of tien boeren in het territorium van de Krikati die, net als Dorgival Ramadilho, zeggen dat ze nog betaald moeten worden.

Lees ook een eerdere NRC-reportage uit de Amazone, uit 2018: Bolsonaro wil de indringers van de Amazone alle ruimte geven

Boeren in een tentje

Maar er dringen ook nieuwe illegalen binnen. Ze kopen grond van landeigenaren die na de markering zijn vertrokken en daar geld voor kregen, maar die de grond vervolgens nog eens onderhands hebben doorverkocht. Een paar kilometer verderop kampeert een boerenkoppel in een tentje op kurkdroge grond. Als gevolg van de coronapandemie verloren deze mensen hun werk in de stad, en trokken ze naar de Amazone. „De eigenaar van deze grond zei dat we hier mochten blijven. Hij had van een inheemse leider uit het reservaat toestemming gekregen”, zegt de vrouw. Ze verbouwen groente en er lopen wat kippen rond. „Maar jullie hebben eigenlijk een invasie gepleegd”, stelt Mateus. Als het aan hem ligt, vertrekken ze onmiddellijk uit het gebied. „Maar zij is nu de baas”, hij wijst naar zijn zus. Yontep wil de naam van de boer weten die toestemming gaf. „Jullie zijn illegaal op onze grond – is er een andere plek voor jullie?”, vraagt ze.

Steeds vaker krijgen de Krikati in hun gebied te maken met indringers. Die voelen zich gesterkt door het anti-Amazone- en anti-inheemsenbeleid van president Bolsonaro. Onlangs nam het Congres een wet aan die het illegale houtkappers en illegale boeren gemakkelijker maakt hun activiteiten te legaliseren. En er wordt binnenkort gestemd over een wetsvoorstel waardoor inheemsen historische gronden en de beschermde status van hun land kunnen verliezen. Ook dreigen 114 inheemse groepen die niet eerder in contact zijn gekomen met de (westerse) buitenwereld, daar nu wel aan te worden blootgesteld.

Een militielid van de Krikati begin augustus op het erf van een boerderij die illegaal is gevestigd in inheems territorium.Foto Ian Cheibub

Militieleden van de ‘Guardiões do Territorio Krikati’.Foto Ian Cheibub

Uit elkaar gespeeld

De cacique (inheemse leider) van het Krikati-dorp São José maakt zich daarnaast zorgen over de verdeeldheid die Bolsonaro zaait onder de inheemsen. Hij licht het toe aan de vooravond van een driedaags feest in het dorp ter afsluiting van een rouwperiode van een overledene. Rondom de hutten van klei, hout en de paar huisjes van steen beschilderen vrouwen en mannen zich met jenipapo, zwarte verf gemaakt van een plant. „Bolsonaro stelt dat de indiaan net als de boer geld mag verdienen”, zegt de dorpsleider. „En hij wil stimuleren dat we ook mobiele telefoons hebben en andere bezittingen. Maar wij inheemsen kennen geen kapitalisme in onze leefgemeenschappen. Alles wat we nodig hebben halen we uit de natuur, of delen we met elkaar. Door ‘geld’ in onze hoofden te prenten, gaan we kapot.” Sommige inheemse leiders nemen wel geld aan van illegale boeren of houtkappers. De cacique van São José ziet het anders. „Ik wil mijn positie niet ondermijnen en de toekomst van mijn volk niet op het spel zetten.”

De beschermers of guardiões patrouilleren tegen de avond aan de andere kant van het reservaat, waar ze autopech krijgen. Mateus ligt onder de auto en sleutelt aan het onderstel. De temperatuur is gedaald naar ongeveer 15 graden.

Plots komt een motor aangereden. Twee mannen, grote jachtgeweren bungelend om hun schouders, stoppen even bij de auto van de inheemsen. „Goedenavond.” Voorzichtig en nerveus kijken ze naar de groep met autopech. Net als Mateus wil vragen wie ze zijn en wat ze in het inheems gebied doen, maken ze zich uit de voeten. Vliegensvlug springen twee inheemsen op hun motor en racen ze erachteraan. „Illegale jagers!” Jagen is hier alleen toegestaan voor de inheemsen, omdat zij ervan leven. Snel springt de rest in de achterbak, Mateus geeft gas. Bij een kruispunt remmen de voortvluchtige mannen abrupt. Ze smijten hun motor op de grond, laten hun wapens vallen en rennen het bos in.

Met de in beslaggenomen motor en twee jachtgeweren, trekt de groep guardiões naar een inheems dorp nabij. De hangmatten worden gebonden, maar na een paar korte uurtjes slaap wordt Yontep gewekt door een auto die het terrein oprijdt. „Jullie hebben de motor van mijn vader!”, roept een blonde man van een jaar of dertig boos terwijl hij het dorp binnenstormt.

Yontep stapt rustig naar voren. „Je vader was vannacht in ons gebied waar hij niet mag jagen”, zegt ze. De man kijkt eerst langs haar heen, tot hij beseft dat zij de leider van de groep is. „Mevrouw, heeft u geen medelijden?”, zegt hij. „Mijn vader heeft altijd goed geleefd met de indianen. Geef hem zijn motor terug.” Even later komt een witte SUV aanrijden. Een grote man – blauwe ogen, grijs haar, ontbloot bovenlijf – stapt druk pratend uit. „Wij zijn ook hier geboren. Mijn ouders en grootouders liggen hier begraven. We willen geen oorlog met de indianen.”

Deze boeren horen bij de groep die weigert te vertrekken uit het inheemse territorium omdat ze naar eigen zeggen nog recht op geld hebben. Doordat de Braziliaanse autoriteiten nalaten dit landconflict op te lossen, zijn de inheemsen en boeren tot elkaar veroordeeld. Yontep belooft om de desbetreffende boer-jager aan te horen op zijn boerderij verderop.

Lees ook het NRC-artikel: De Wajãpi laten zich hun woud niet afpakken

Grootgrondbezitter

En zo komen op een vroege, warme ochtend boeren en inheemsen bijeen op de veranda van een grootgrondbezitter, Wanderley. Argwanend begluren ze elkaar. „Wat deed u in ons gebied?” Yontep stelt de vraag, maar kijkt de grootgrondbezitter niet aan. „We willen dat de illegale houtkap stopt en dat buitenstaanders niet meer op onze dieren jagen.” Haar stem klinkt hees maar resoluut. Achter haar staan de jonge Krikati kaarsrecht met de jachtgeweren tegen de borst. Ze dragen maskers over hun gezicht om niet herkenbaar te zijn. Wanderley veegt zijn bezwete gezicht af en zwijgt. „Vanaf nu gaan zaken anders”, gaat Yontep verder. „Ik ben nu de leider.”

Vanaf een afstandje volgen boeren het betoog van de inheemse vrouw. Ze zijn galopperend op hun paarden naar het landhuis gekomen zodra het nieuws van die nacht hun bereikte. Twee forsgebouwde, zwaarbewapende agenten van de militaire politie uit een nabijgelegen gemeente stappen naar voren. „Mevrouw, geeft u deze boer de motor en de wapens toch terug.” Terwijl een van de agenten spreekt, houdt hij koortsachtig zijn hand voor zijn naamplaatje met ‘Everton’ erop. „Hoe moet deze man zich anders verplaatsen?”

Yontep kijkt de agent recht aan. „Ik hoop dat God hem daarbij helpt”, zegt ze bloedserieus. Hoewel het duidelijk is dat de politie de kant van de boeren kiest, zijn ze er „om te voorkomen dat het uitloopt op geweld”. Volgens agent Everton nemen de spanningen de laatste maanden snel toe in het gebied. „Het kan hier echt gewelddadig worden. Dus als we het in dit gesprek kunnen oplossen, is dat beter.”

Voor de inheemsen zal dat gesprek dan moeten plaatsvinden in hun aldeia, hun dorp, zegt Yontep. „We weten dat os brancos (de witte mannen) denken dat alles met geld en macht is op te lossen”, zegt Yontep. „Maar de motor en de wapens gaan nu mee. Na het dorpsfeest, als de inheemse leider beschikbaar is, kunnen we praten.” Ze staat op en neemt afscheid. De groep jonge Krikati volgt haar. De auto start dit keer in één keer, en als iedereen zit, rijden ze weg.

De dag na het feest heeft nog geen enkele boer zich gemeld in de aldeia. Yontep en haar groep bereiden zich intussen alweer voor op hun volgende patrouille. Met twee extra wapens en een motor erbij.

Een bewapend militielid van de Krikati patrouilleert in een operatie tegen illegale houtkap, in de Braziliaanse deelstaat Maranhão. Foto Ian Cheibub

Yontep Krikati, militieleider van de Krikati (de naam van het volk is ook ieders achternaam) Foto Ian Cheibub

Mateus Krikati, broer van militieleider Yontep, met een geweer buit gemaakt op een illegale jager, begin augustus in Sao Jose Krikati Village. Foto Ian Cheibub

Militieleden van de Krikati nemen een motor en twee geweren in beslag, zojuist achtergelaten door twee jagers die het bos invluchtten. Foto Ian Cheibub

De zoon van een jager die wegvluchtte voor de militie komt een dag later langs bij de Krikati langs in een poging wapen en motor terug te krijgen. Foto Ian Cheibub

Militieleider Yontep rust uit tijdens een operatie tegen houtkappers en jagers. Foto Ian Cheibub

Mannen van het Krikati-volk in het Krikati-dorp Sao Jose Krikati, in deelstaat Maranhão. Foto Ian Cheibub