De Nobelprijs was al genderneutraal voordat dat überhaupt een woord was. The Voice of Holland ook, net als de meeste literaire en journalistieke prijzen. De filmwereld is daarop sinds jaar en dag een uitzondering. Tot nu. Het Nederlands Film Festival besloot afgelopen week, in navolging van eenzelfde beslissing in Duitsland, dat de Gouden Kalveren voortaan uniseks worden. Geen ‘beste acteur’ of ‘beste actrice’ maar ‘beste hoofdrol’.
Dat maakt veel los. Acteur Jeroen Krabbé: „Nee ik kom niet tot rust, de stoom komt uit m’n oren”. Collega Huub Stapel: „Het is van de zotte en om van te kotsen.” Regisseur Martin Koolhoven: ,,Met deze beslissing verlies je wel de helft van de sexy Kalveren.’’
Het is verleidelijk om hier enig acteerwerk in te ontwaren, of anders wel een diepe generatiekloof. Wellicht leidt deze discussie bij de gemiddelde filmkijker tot schouderophalen of zelfs irritatie. Het is een terechte vraag of uniseksprijzen nou het urgentste thema zijn voor de door corona hard geraakte filmsector.
Maar de discussie raakt wel aan interessante vragen over hoe een samenleving omgaat met de toenemende diversiteit aan genderidentiteiten. En over hoe die emancipatie verder vorm kan krijgen op zo’n manier dat het verrijkt en niet verarmt.
Kun je een maatschappij genderinclusiever maken zonder menselijke identiteiten te neutraliseren? Kun je genderneutraler worden zonder het reliëf tussen mensen plat te slaan met neologismen zoals ‘mensen die menstrueren’ in plaats van ‘vrouwen’?
De kwestie rondom de Gouden Kalveren past in een veel bredere discussie over wanneer het gepast is om onderscheid maken op basis van genderidentiteit. Dat is een belangrijk debat.
Op Nederlandse identiteitskaarten verdwijnt binnenkort de aanduiding m/v/x helemaal omdat het onderscheid geen praktisch nut meer heeft, met alle andere identiteitsgegevens die er op zo’n kaart staan. De NS spreekt treinpassagiers niet meer aan met ‘dames en heren’ maar met ‘beste reizigers’. Telkens roepen deze veranderingen weerstand op. Maar het valt ook telkens op hoe logisch ze eigenlijk zijn in een tijd waarin een groeiende groep mensen zich niet meer bij nauw gedefinieerde genderidentiteiten thuisvoelt.
Hoe minder hokjes, hoe beter - toch? Het opheffen van kunstmatig onderscheid tussen mensen op basis van gender is vaker vooruitgang dan achteruitgang. Het blijft waken voor het ontkennen van gemiddelde verschillen tussen mannen en vrouwen, of het van bovenaf opleggen van genderneutraal taalgebruik en newspeak. Maar het is ook de realiteit dat maatschappelijke organisaties rekening moeten houden met een veranderende samenleving, en daarbij soms beslissingen zullen nemen die kunnen schuren.
Misschien komt de stap met de Gouden Kalveren aan de vroege kant, aangezien er nog geen probleem is geweest met de oude prijscategorieën. Maar wat zou een goed alternatief zijn geweest voor een filmfestival dat wil meebewegen met de tijdsgeest? Een aparte prijs voor non-binaire personen? Dat zou alleen maar een extra hokje toevoegen.
De gendervrije Kalveren werpen tal van andere vragen op, bijvoorbeeld of ze vrouwelijke acteurs niet benadelen. Zij krijgen immers relatief minder vaak zware rollen toebedeeld dan mannelijke collega’s.
Al met al is het een zet die wat modieus aandoet, en die kan wringen. Maar die ook reële problemen en dilemma’s over te nauw gedefinieerde genderhokjes aan de kaak stelt. En die tot belangrijke discussies aanzet, over veel grotere zaken dan alleen gouden beeldjes.