Opinie

Europa moet zijn eigen boontjes gaan doppen

In Europa

In Europa is het gepiep niet van de lucht, over de eenzijdige Amerikaanse troepenterugtrekking uit Afghanistan en de onbeschrijflijke chaos rond dit overhaaste vertrek. Maar anders dan sommigen vrezen – of hopen –, is het onwaarschijnlijk dat de transatlantische betrekkingen erdoor verslechteren.

Als Afghanistan iets duidelijk maakt, is het juist dat Europa militair gezien totaal op de Amerikanen aangewezen is: zij vertrekken, dus moeten wij ook weg. Bovendien grijpen Rusland en China tegenwoordig alles aan om anti-Amerikaanse allianties te smeden. Daarom hebben Amerikanen en Europeanen elkaar en de NAVO harder nodig dan ooit.

Maar veranderen zullen de transatlantische relaties wel. Joe Biden is de derde Amerikaanse president op rij die aangeeft dat hij geen zin heeft om ’s werelds politieman te blijven spelen. Obama, Trump en Biden zijn alle drie dezelfde kant op gegaan, ieder op zijn eigen manier: stoppen met stabiliteit proberen te brengen in regio’s die nauwelijks Amerikaanse kernbelangen dienen, en beter focussen op China. Aan dat laatste wordt alles ondergeschikt gemaakt.

Als Afghanistan iets duidelijk maakt, is het juist dat Europa militair gezien totaal op de Amerikanen aangewezen is

Tijdens de Koude Oorlog was Europa het belangrijkste Amerikaanse buitenlandtoneel. Dat is voorbij. Al sinds 1989 verplaatst Washington troepen van Europa naar Azië. Als wij de Amerikaanse veiligheidsgaranties waar we zo aan verslaafd zijn geraakt niet kwijt willen, moeten we de handen uit de mouwen steken. President Macron heeft daar een mooie term voor bedacht: strategische autonomie. Dat suggereert dat we minder afhankelijk willen zijn van de VS en onze eigen bonen willen doppen. Alsof het óns idee is. Nee, het is een moetje: we hebben geen keus.

Europese landen geven steeds meer aan defensie uit. Maar het is grotendeels nationaal en versnipperd. Wat de een heeft, is incompatibel met wat de andere heeft. Portugal ziet andere bedreigingen dan Finland. Europese landen beginnen met gezamenlijke oefeningen en operaties. Maar het is delicaat en loopt traag. Als er een klap komt, fladdert iedereen alle kanten op.

De Britten wilden langer blijven in Afghanistan. Maar zonder Amerikaans materieel zoals tankvliegtuigen, en zonder Amerikaanse ISR-systemen (intelligence, surveillance and reconnaissance), lukte dat niet. Zelfs in de Sahel is Frankrijk, als leider van een Europese missie, afhankelijk van Amerikaanse militaire support.

Volgens Lord George Robertson, oud-secretaris-generaal van de NAVO, laat Washington bondgenoten die na 9/11 op Amerikaans verzoek naar Afghanistan trokken, kwalijk bungelen. „Dit verzwakt de NAVO, omdat Trump en Biden allebei het principe ‘in it together, out together’ lijken te hebben losgelaten,” zei hij. In de Baltische landen is regelrechte paniek uitgebroken: als Washington zo omgaat met bondgenoten, kan het dan dat Rusland op een dag een hap neemt uit, zeg, Estland en dat president Biden zegt: sorry, daar kom ik mijn stoel niet voor uit?

Na de val van Kabul hadden NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken een videoconferentie. Vaak loggen ze voor het eind al uit. Ditmaal bleef de Amerikaanse minister Blinken helemaal tot het eind, om naar collega’s te luisteren. Het zal de Amerikanen tijd kosten om de Europeanen te kalmeren.

Maar toch zullen ze dat doen. Hoe irritant ze het eeuwig klagende, verwende Europa soms ook vinden, ze hebben Europa hard nodig. China trekt steeds meer op met Rusland . Ze dekken elkaar, houden elkaar uit de wind. Overal ter wereld proberen ze samen invloed te winnen en westerse landen buitenspel te zetten. Rusland en China werpen zich op als security providers in Centraal-Azië, Afrika en het Midden-Oosten, ze claimen stukken smeltend Noordpoolgebied, bouwen anti-westerse blokken in de VN en steunen autoritaire regimes in Afghanistan, Libië en Venezuela. Om dit het hoofd te bieden, heeft Washington Europese steun nodig.

Dat is de les van Afghanistan: dat er een nieuw transatlantisch evenwicht komt, waarbij de Amerikanen de handen vrij hebben voor China, en Europa eindelijk meer voor zijn eigen veiligheid gaat zorgen – en vooral een keer moet stoppen met klagen.

Caroline de Gruyter schrijft wekelijks over politiek en Europa.