Een ratelslang is als een inparkerende auto

Biologie Ratelslangen reageren op naderend gevaar met een steeds fanatieker geratel. Hoe sneller de dreiging op hen afkomt, hoe eerder zij die waarschuwing geven.

De Texaanse ratelslang laat met zijn ratel horen hoe dichtbij een dreiging is.
De Texaanse ratelslang laat met zijn ratel horen hoe dichtbij een dreiging is. Foto Getty Images

Door de toonhoogte van zijn geratel plotseling te verhogen weet een ratelslang belagers effectief op afstand te houden. Mensen interpreteren de geluidsverandering inderdaad als een signaal dat ze de slang heel dicht zijn genaderd, blijkt uit proeven. De slang geeft dit waarschuwingssignaal eerder af naarmate de bedreiging sneller nadert. Daardoor lijkt de slang soms veel dichterbij dan hij in werkelijkheid is, schrijven Duitse biologen in Current Biology.

De Texaanse ratelslang (Crotalus atrox) is een giftige slangensoort uit het zuiden van de Verenigde Staten en het noorden van Mexico, die veelvuldig grondeekhoorns op het menu heeft. Als de slang zich bedreigd voelt, bijvoorbeeld door mensen, produceert hij een ratelend geluid – net als de ruim dertig andere ratelslangsoorten die wereldwijd voorkomen.

Keratinesegmenten

Dat geratel komt van de staartpunt, die uit een reeks keratinesegmenten bestaat. Keratine is een eiwit dat onder andere voorkomt in nagels en hoeven, en daar ook zorgt voor stevigheid. In de slangenstaart botsen de keratinesegmenten losjes op elkaar en dat produceert het geratel.

Biologen wisten al dat het ratelgeluid van slangen niet monotoon is: soms gaat het abrupt over van een lage frequentie naar een hogere frequentie. Maar waartoe die versnelling van het geratel dient, was nog niet bekend.

Parkeersensors

De Duitse biologen vroegen zich af: zou het vergelijkbaar zijn met parkeersensors in auto’s die de bestuurder aan de hand van een pieptoon helpen bij het inparkeren? Daar geldt: hoe dichter bij een potentiële botsing, des te sneller het gepiep. Een slang zou met zijn geratel een naderende vijand kunnen waarschuwen, én afschrikken.

Om hun hypothese te toetsen, voerden de biologen experimenten uit met Texaanse ratelslangen. Eerst lieten ze een nagemaakte menselijke torso via een rail in de richting van de slang bewegen. Daarbij registreerden ze de frequentie van het slangengeratel: die sloeg tijdens de toenadering opeens om van 40 naar 60 tot zelfs 100 hertz. Op welke afstand dat omslagpunt plaatsvond, hing af van de snelheid waarmee de torso naderde. Hoe sneller die op de slang afkwam, hoe eerder het dier de hoge frequentie inzette. Dat lijkt erop te duiden dat de slangen de naderende torso als een bedreiging zagen.

Virtueel graslandschap

In een later experiment lieten de onderzoekers proefpersonen plaatsnemen op een stoel die door een virtualrealitygraslandschap werd bewogen. Ondertussen hoorden ze via luidsprekers een ratelend slangengeluid, dat ofwel monotoon bleef, ofwel in frequentie toenam met verminderde afstand. De proefpersonen moesten aangeven wanneer ze dachten dat de virtuele slang zich op één meter van hen vandaan bevond.

In de proeven waarbij de frequentie omsloeg kwam dat moment beduidend eerder dan bij de proeven met monotoon geratel: deelnemers schatten de frequentiewissel vaak in als de éénmeterafstand, terwijl de virtuele slang in werkelijkheid nog op vier meter afstand was.