Vanessa Zoltan

Foto David Degner

Interview

Bidden met Harry Potter en Jane Eyre in plaats van de Bijbel of Thora

Vanessa Zoltan Deze populaire podcastmaker en schrijfster leest Harry Potter en Jane Eyre alsof het heilige geschriften zijn. „Via een tekst kunnen we uit nare dingen betekenis destilleren. ”

Een uit de hand gelopen leesclub, zo zou je het levenswerk van de Amerikaanse schrijfster Vanessa Zoltan kunnen noemen. Ze is een atheïstische student religiewetenschappen aan Harvard als ze zichzelf op een goede dag de vraag stelt of ze niet zou kunnen leren bidden met een ander boek dan de Thora of de Bijbel. Waarom niet met haar lievelingsboek?

Dat is Jane Eyre van Charlotte Brontë, de roman uit 1847 over het opstandige weesmeisje Jane Eyre, dat opgroeit om gouvernante te worden op het kasteel Thornfield Hall en daar verliefd wordt op haar baas, de mysterieuze mr. Rochester. Het boek ligt haar nader aan het hart dan de klassieke religieuze teksten die ze kent, en wekenlang leest ze samen met haar docent Brontës roman als ware het een heilige tekst. Het project groeide in de jaren erna uit tot een wereldwijde gemeenschap van lezers die seculiere teksten behandelen als heilig.

Honderdduizenden luisteraars heeft haar podcast Harry Potter and the Sacred text elke week (Harry Potter bleek meer mensen te trekken dan Jane Eyre), en voor hen is het inmiddels gesneden koek om een passage te lezen met de Joodse techniek van PaRDeS of het Christelijke Lectio Divina. Maar het project omvat veel meer: Zoltan organiseert pelgrimstochten aan de hand van literaire klassiekers, ze verricht pastoraal werk met Jane Eyre, en haar podcasts beperken zich niet meer tot Harry Potter.

Dat het zo aanslaat is eigenlijk niet gek: Zoltan leert haar volgers een manier van omgaan met teksten die al eeuwenoud is. Tegelijkertijd vervult het ook een verlangen dat typisch is voor de moderne tijd waarin klassieke religie minder aanslaat, vertelt ze vanuit haar woonplaats Boston via Skype. Recent verscheen haar eigen eerste boek: Praying with Jane Eyre, Reflections on Reading as a Sacred Practice. Het valt niet mee uit te leggen wat het boek precies is: deels memoire, deels literaire analyse en exegese. Ze omschrijft het zelf als een verzameling preken aan de hand van Jane Eyre. „En die preken gaan over de Holocaust.”

Waarom de Holocaust?

„Ik probeer in het boek mijn afkomst onder ogen te komen. Mijn grootouders hebben alle vier Auschwitz overleefd, twee van mijn grootouders hebben elkaar zelfs in Auschwitz ontmoet. Mijn grootvader zei altijd dat ik mijn leven aan de Holocaust te danken had. Wat nogal verknipt is om tegen iemand te zeggen, hoe ga je daarmee om? Jane Eyre lezen is de beste manier die ik kan bedenken. Auschwitz is als een zonsverduistering: het is te fel om er direct naar te kijken. Maar via een tekst kunnen we uit nare dingen betekenis destilleren. Daarom grijpen we op moeilijke momenten ook naar religie.”

Zo preekt ze per hoofdstuk over een apart thema: liefde, verraad, toewijding, angst, aan de hand van passages uit Jane Eyre.

„En toen was daar het briljante idee van mijn redacteur om te laten zien dat het natuurlijk niet Jane Eyre hoeft te zijn. Dus geef ik nog drie preken over andere teksten waar ik van hou: Harry Potter, The Great Gatsby en Little Women, in een poging om te zeggen: probeer dit thuis! Gebruik welk boek dan ook, of welk tv-programma je ook leuk vindt. Het uiteindelijke doel? Oefenen om beter te worden in liefhebben.”

‘Jane Eyre’ is niet een boek dat je snel met de Holocaust associeert. Hoe werkt die combinatie?

„Ik denk dat we allemaal onze eigen verhalen projecteren op de teksten waar we van houden. Het maakt niet zoveel uit welk boek ik lees: ik zie de Holocaust. Maar ik geloof wel dat Jane zich er bij uitstek voor leent. Jane Eyre volgt een vrouw die zich voortdurend op allerlei manieren verzet. De eerste zin van het tweede hoofdstuk is ‘I resisted all the way’. Dat is een van de dingen uit de Holocaust waar ik echt in geïnteresseerd ben: wie verzette zich en wie niet? Hoe zag dat verzet eruit en hoe zag veerkracht eruit?

„Het andere thema van Jane Eyre is overleven. Ik denk dat een mijn favoriete passages het moment is waarop Mr. Brocklehurst, symbool voor de kerk, Jane vraagt: ‘Waar gaan de goddelozen heen als ze sterven?’ Ze antwoordt: ‘De hel.’ Hij zegt: ‘En wat moet je doen om niet naar de hel te gaan?’ Antwoord: ‘Ik moet in goede gezondheid blijven en niet doodgaan.’ Het is haar statement: ‘Ik zal overleven.’ Toen ik jonger was keek ik neer op mijn grootouders, ik zag geen heldendom maar vond dat ze gewoon geluk hadden. En ergens geloofde ik ook dat er misschien iets vreemds met ze moest zijn dat ze het hadden overleefd. Met zo veel doden kon overleven niet deugdzaam zijn. Ik denk nog steeds niet dat overleven een deugd is, maar ik wil veerkracht vieren. En Jane is zo veerkrachtig. Ze is zo vastbesloten om te overleven. Overleven is een daad van hoop. Het is geloven dat de wereld beter kan worden.”

Wat betekent het precies om een tekst te lezen alsof hij heilig is? Je geeft tips gebaseerd op eeuwenoude Joodse en christelijke praktijken. Maar het ontbreekt aan geloof in een hogere instantie, het is een soort sacraliteit zonder god.

„Heilig kan zo veel verschillende betekenissen hebben, vraag het een miljoen christenen en je krijgt een miljoen antwoorden. Mijn manier omvat drie dingen: ten eerste geloof in de tekst. Daarmee bedoel ik dat je moet geloven dat hoe meer tijd je met een tekst doorbrengt, hoe meer het je zal geven. En dat zelfs als het je frustreert, zelfs als het je teleurstelt, zelfs als je niet wilt, dat het goed is om er tijd in te steken. Het is alsof je naar de sportschool gaat: je gaat ook als je geen zin hebt. Het tweede onderdeel is een terugkerend ritueel. Het laatste is dat je leest binnen een gemeenschap. Dat is het minst noodzakelijke maar wel het nuttigst: net als het hebben van een sportschoolmaatje – je komt opdagen omdat je diegene niet teleur wilt stellen.”

En waarom zou je dat überhaupt willen: een tekst heilig maken?

„Simone Weil, de Franse filosoof, zegt dat iedere oefening in aandacht een oefening in liefde is. En Virginia Woolf schrijft dat het oefenen van je verbeeldingskracht een anti-oorlogsdaad is. Dat we elkaar nooit zouden kunnen doden als we ons werkelijk het innerlijke leven van iemand anders zouden voorstellen. Ik denk dat er een vorm van radicale liefde voort kan komen uit het oefenen van verbeeldingskracht en uit aandacht voor teksten. En lezen maakt minder eenzaam. Mij troost het enorm dat iemand 200 jaar geleden hetzelfde voelde als ik nu.”

U bent opvallend kritisch op de tekst, u probeert geen sekte van aanbidding op de richten. Kan iets heilig zijn maar ook gebreken hebben?

„Heilig is niet perfect. De enige mensen die heilige teksten als volmaakt behandelen zijn fundamentalisten, en dat is niet een vorm van religie waarin ik geïnteresseerd ben. Een tekst vergulden en zeggen dat er maar één onfeilbare interpretatie is maakt het juist profaan. Anders is het zoiets als een tafel, dan kijken we ernaar en zeggen we allebei: dit is een tafel. Dus kritisch lezen is eigenlijk essentieel is om een tekst heilig te maken.”

Als je bepaalde lessen uit ‘Jane Eyre’ op een kritische manier afwijst, en andere juist omarmt, bevestig het lezen dan niet gewoon wat je zelf altijd al vond?

„Mijn regel is dat zolang je interpretatie je niet beter maakt in liefhebben, je terug moet gaan naar de tekst en opnieuw moet gaan lezen. Als je eenmaal een lezing hebt gevonden die je beter maakt in liefhebben, heb je een juiste lezing gedaan, een van de vele juiste lezingen. Maar ik heb zeker dingen geleerd door Jane Eyre die voor mijzelf helemaal tegen-intuïtief waren.”

Zoals?

„Het waarderen van overleven. Maar ook het idee dat een deugd als vriendelijkheid actief moet zijn. Ik vond mezelf altijd heel aardig, want als een dakloze geld vroeg gaf ik het, en als een caissière me ‘een fijne dag nog’ wenste, zei ik het gemeend terug. Maar dat is gewoon beleefdheid. Vriendelijkheid moet proactief zijn, dat zien we in het personage van ms. Temple. ‘I came on purpose to find you, Jane Eyre,’ zegt ze, als ze het weesmeisje Jane opzoekt. Vriendelijkheid is geen toeval, maar opzet.”

In het boek bent u voortdurend op zoek naar de diepere betekenis, terwijl u schrijft dat je in het echte leven absoluut geen literaire betekenis in gebeurtenissen wil ontwaren. Hoe zit dat?

„In het echte leven gebeuren aan de lopende band slechte dingen met goede mensen, en het is onze impuls daar iets betekenisvols in zien. Als iemand longkanker krijgt, vragen we meteen of diegene misschien rookte. Om maar betekenis te kunnen geven aan het feit dat iemand kanker kreeg. En zo werkt de wereld gewoon niet. Er gebeuren onrechtvaardige dingen. Goede mensen krijgen kanker. Het zijn vaak de kwetsbaren die het meest worden misbruikt. Ik ben er totaal niet in geïnteresseerd om zulk leed betekenisvol te maken. Maar in de literatuur kunnen we onszelf trainen om wél de schoonheid en de metafoor te zien, en open te staan voor het magische van het leven. Dus dat is een veiligere plek om betekenis te zoeken.”

U schrijft ook dat het veiliger is om liefhebben te oefenen op literaire personages.

„Literaire personages zullen je minder snel verraden. Ik wil mezelf trainen om het goede in mensen zien, maar ik denk dat de wereld een te gevaarlijke plek is om bij iedereen maar uit te gaan van goede bedoelingen. Als ik uitga van de goede bedoelingen van mr. Rochester, loop ik niet het risico dat hij me iets aandoet. En het is zo belangrijk om te oefenen onze naasten lief te hebben. Ik hoef geen beste vrienden te zijn met mijn buurman, ik mag hem eigenlijk niet zo, maar als hij ooit hulp nodig heeft, moet hij weten dat ik er voor hem ben, en moet hij zich op zijn gemak voelen om contact met me op te nemen.”

Het lijkt in het boek soms alsof u aan het oefenen bent voor de volgende Holocaust.

„Joden weten heel goed dat er steeds rampen op ons af zullen blijven komen. Of het nu de klimaat-apocalyps is of een burgeroorlog na de volgende Amerikaanse presidentsverkiezingen: er gebeuren voortdurend nieuwe dingen, we moeten onszelf trainen om klaar te staan om anderen te helpen.” Ze lacht. „Ik weet het, ik klink als een enorme onheilsprofeet.”

Terwijl de voorkant er zo zoet uitziet.

„Ik wilde het boek eerst ook eigenlijk een andere titel geven, een citaat uit Jane Eyre als ‘Ik ben geen vogel’. De voorkant is prachtig, en mijn idee is gelukkig verworpen door de uitgever. Maar het is minder vrolijk dan het lijkt.”