Opinie

‘De pubers van 2030 zullen vol nostalgie terugkijken op de pandemie’

De pubers van 2030, die opgroeiden tijdens de coronapandemie, kijken vol weemoed terug naar een tijd van vrijheid, van eindeloos mogen gamen en aandacht van ouders en grootouders, schrijft .

Het is bijna aandoenlijk. Je zou denken dat nu in 2030 ouderen beter weten dan te mopperen op het gedrag van jongeren, maar toch zagen we de afgelopen weken een hausse aan kritiek over het nummer My Corona van tienersensatie Ize Henzen. Met name de tekst „Corona was zo gein, corona was zo fijn” deed columnisten en commentatoren de haren te berge rijzen. Weten onze pubers dan niet hoeveel doden er vielen tussen 2020 en 2023, toen het virus eindelijk onder controle was? De klaagzang varieerde van wensen voor de verplichting van geschiedenis op school tot straf-VR-weekenden op de heide.

Onze jeugd is niet dom en Ize Henzen weet dondersgoed waarover ze zingt. De song is te lezen als trolactie, als opzettelijk tergen juist om ouders op stang te jagen. Die functie vervulde popmuziek inderdaad in de vorige eeuw, toen rock ’n roll en punk uiting gaven aan een generatiekloof. Maar generationele grenzen zijn allang niet meer te markeren met muzieksmaak, zie Lowlands dat nog ieder jaar uitverkoopt aan rockende bejaarden die hun kleinkinderen trakteren op hun eerste festivalervaring. ‘My Corona’ is dan ook geen provocatie, maar een uiting van de coronanostalgie die massaal leeft onder tieners.

Nadat in 1989 de Berlijnse Muur viel, verlangden sommige voormalige Ossies terug naar de DDR, of liever gezegd naar bepaalde aspecten van de DDR. Hoe naar die periode ook was, er zaten ook fijne kanten aan zoals een gevoel van solidariteit en zingeving. Ogenschijnlijk paradoxaal werd deze ‘Ostalgie’ geuit met consumptie: levensmiddelen uit die tijd werden nagemaakt, en de Trabant en Ampelmännchen werden geïconiseerd.

Ostalgie laat zien dat de tijd tricky is. De moderne mens leeft in een periode vol snelle ontwikkelingen en dat zou een mogelijke verklaring zijn voor onze weemoedige obsessie met het verleden. Onze, want dezelfde veertigers die nu klagen over Ize Henzen dweepten toen zij tieners waren collectief met hun kindertijd. Onder de noemer ‘only 90s kids will remember’ maakten ze memes en lijstjes waarin ze liefdevolle herinneringen ophaalden aan Pokémon (een animatieserie), hun Tamagotchi’s (een voorloper van de Aibo) en de Spice Girls (een vrouwengroep).

Nostalgie is dan ook gebonden aan generaties. Wie de jaren 80 heel bewust meemaakte – als twintiger bijvoorbeeld – herinnert zich wellicht ellende: aids, heroïne, woningnood. Wie toen opgroeide, zeker als dat in een beschermde omgeving was, zal eerder denken aan He-Man, lolloballen en de spirograaf. De tieners van nu zijn op hun beurt ten prooi gevallen aan gesuikerde coronamelancholie, en dat is wat Ize Henzen bezingt in ‘My Corona’. ‘Onze’ crisis was namelijk de hunne niet, de zorgen en verzuchtingen waren van volwassenen.

„Corona was zo zoet, Corona was een schat”

Onze pubers waren kleine kinderen tijdens de coronaperiode. De lockdowns van 2020, 2021 en 2022 staan voor hen voor vrijheid en aandacht. Waar de coronacrisis voor volwassenen beperkingen inhield, mochten kinderen toen juist ineens meer. Corona betekende verruiming van schermtijd, van via Zoom voorgelezen worden door grootouders tot heel veel gamen en TikTok. Er was veel vrije tijd en er waren ouders die uitgebreid met je knutselden, legoden en tekenden. Naar het bos en naar het strand, lege straten om op buiten te spelen. Een thuisrestaurant met zelfgebakken koekjes en een thuisbioscoop met eigen popcorn. Thuisonderwijs hield in dat er geen gedoe was met naar en van school gaan. Minder hectiek, minder irritatie.

Media spelen in op onze heimwee naar het verleden en construeren die, zie series als Vampire Slayers: Buffy’s Heritage uit 2028 of de overdaad aan re-imaginings van films van vroeger. Bedrijven buiten onze nostalgiezucht uit, zelfs als we een tijdperk niet eens hebben meegemaakt, denk aan Coco-Cola en kerst in een idyllisch Amerika uit nooit-gebeurde jaren 50. De kindertijd, of het nou de onze was of niet, is perfect om zulke nostalgie op te bouwen.

Pubers beleven aangename gevoelens aan Sea of Thieves en Unicorn Princess dat ze toen eindeloos speelden. Het is niet voor niets dat de clip van My Corona dezelfde visuals bevat als Let’s Dance 2020. De lyric „Corona was zo zoet, Corona was een schat” verwijst direct naar het boek De Zoete Zusjes zoeken een schat dat in 2021 door de Kinderjury werd bekroond. De uiting van hun coronanostalgie is zo voor tieners een manier om zich in de geschiedenis te schrijven.

Tieners koppelen de mediatitels van toen aan de aangename sentimenten van vrijheid en aandacht van toen. De amusementsindustrie speelt daarop in en verkoopt die sentimenten aan hen terug met escaperooms, films en dus liedjes als ‘My Corona’. Daarbij is de herinnering altijd gewiekst, het is het sluwe broertje van de geschiedenis dat beelden bij je oproept die je niet zelf hebt gemaakt en gevoelens die je pas achteraf hebt geconstrueerd. Vaststellen of die overeenstemmen met hoe het toen echt was is zinloos, daarop willen bijsturen ook.