Leger Rwanda verdrijft jihadisten uit Mozambikaanse havenstad

Noord-Mozambique Rwandese troepen die het Mozambikaanse leger bijstaan hebben het laatste bolwerk van jihadisten veroverd. Maar de voedingsbodem voor de opstand is nog niet verdwenen.

Rwandese troepen voor vertrek naar Mozambique, op 10 juli in Kigali.
Rwandese troepen voor vertrek naar Mozambique, op 10 juli in Kigali. Foto Jean Bizimana/Reuters

De elfde augustus vorig jaar was een gênante dag voor het Mozambikaanse leger. Toen jonge strijders van de jihadistische groep Ahlu Sunnah Wa-Jama de aanval openden op de strategische havenstad Mocímboa da Praia, waren de regeringssoldaten zo snel door hun munitie heen dat ze per boot moesten wegvluchten – nadat eerst 55 soldaten waren omgekomen. Met de haven veroverde de groepering, die trouw zwoor aan Islamitische Staat, een van de belangrijkste toegangspoorten tot de Indische Oceaan en de smokkelroutes voor wapens en drugs naar Pakistan en Afghanistan.

Twaalf maanden lang slaagde het Mozambikaanse leger er niet in de stad te heroveren. Tot afgelopen zondag. Mozambikanen namen met hulp van soldaten uit Rwanda, amper een maand in het land om Mozambique bij te staan, Mocímboa da Praia weer in. Rwanda heeft een van de meest gevreesde legers op het continent.

Drieduizend SADC-troepen

De kordaatheid van de Rwandese troepen roept de vraag op welk belang ze vertegenwoordigen. Rwanda is geen lid van het regionale samenwerkingsverband SADC, dat al maanden bakkeleit over hoe Mozambique te helpen. Drieduizend soldaten van de SADC zijn nu pas aangekomen in de havenstad Pemba en zijn nog altijd ruim 280 kilometer verwijderd van het strijdtoneel. De missie wordt maandag pas geïnaugureerd. Rwanda trok zich ook niets aan van de afspraak tussen Mozambique en de SADC, om pas in actie te komen als de SADC-soldaten, uit Botswana en buurland Zuid-Afrika, gevechtsklaar zouden zijn.

De Rwandese troepen waren persoonlijk uitgenodigd door president Filipe Nyusi van Mozambique, in de hoop meer controle te houden over de interventies in het noorden. Nyusi heeft zich maandenlang verzet tegen bemoeienis door de directe buurlanden, die bang zijn dat het conflict overslaat naar de regio, maar riep uiteindelijk toch hun hulp in.

Frankrijks grootste investering in Afrika, ter waarde van 20 miljard dollar, stond op de tocht

De opstand begon als protest van de lokale bevolking tegen een corrupte overheid die de bodemschatten van Cabo Delgado, de provincie waarin Mocímboa da Praia ligt, weghaalt zonder dat de (overwegend islamitische) bewoners daarvan profiteren. Maar de Mozambikaanse regering presenteert de opstand liever als internationaal terrorisme. De Rwandese interventie zou volgens diplomatieke bronnen daarom de goedkeuring hebben van de VS en Israël.

Volgens sommige bronnen speelde ook de Franse president Emmanuel Macron een belangrijke rol als tussenpersoon bij de onderhandelingen tussen Mozambique en Rwanda. Macron bezocht Rwanda eind mei, en erkende daar de „politieke verantwoordelijkheid” van Frankrijk in de aanloop naar de genocide in 1994. De Franse regering zou te lang het regime hebben gesteund dat de genocide voorbereidde en uitvoerde.

Frankrijk en Rwanda hernieuwden eerder in mei al hun diplomatieke relaties op een speciale Afrika-top in Parijs. Dat was amper anderhalve maand nadat jihadisten ook Palma in Noord-Mozambique hadden ingenomen. In die stad staat het hoofdkwartier van het Franse energiebedrijf Total. Honderden expats moesten vluchten en Total zag zich genoodzaakt de gasboringen voor de kust van Palma te staken. Daarmee kwam Frankrijks grootste investering in Afrika, ter waarde van 20 miljard dollar, op de tocht te staan.

Lees ook: Macron strijkt plooien tussen Frankrijk en Rwanda glad

Wraakacties

Frankrijk wil al heel lang een veiligheidsbuffer rondom de Total-compound op het Afungi-schiereiland, ten zuiden van Palma. Frankrijk wil zelf echter geen soldaten naar Mozambique sturen, gezien de slechte ervaringen met interventies in Mali en Macrons wens het aantal Franse soldaten in Afrika juist te verlagen. „Dus werd een plan gemaakt dat de Mozambikaanse president de Rwandese dictator Paul Kagame zou benaderen om troepen naar Mozambique te sturen”, schrijft de denktank Desk Africain d’Analyses Strategiques. „Frankrijk zou Paul Kagame helpen overtuigen door genoeg geld voor deze operatie beschikbaar te stellen.”

Hoewel deze aanname vanuit Parijs wordt ontkend noch bevestigd, kwamen op 9 juli de duizend Rwandese soldaten en politieagenten wel degelijk eerst bijeen op het Afungi-schiereiland bij Palma.

Het is onduidelijk of de drieduizend SADC-soldaten nu ook naar het front gaan of enkel op afstand blijven. Buurland Zuid-Afrika, dat 1.500 soldaten stuurde, is huiverig voor wraakacties door jihadistische groeperingen. Ook Zimbabwe en Angola hebben soldaten toegezegd. Burgeroorlogen eindigen echter zelden met een militaire oplossing, schrijft ook Mozambique-specialist Joseph Hanlon. „De onvrede (over de armoede) moet eerst gestild worden. Een paar duizend extra banen kan deze oorlog beëindigen. Maar voor dat soort banen zullen de landen die dure bataljons sturen nooit betalen.”