Politie appte Peter R. de Vries in maart dat er geen reden was om hem te beveiligen

Beveiliging Vier maanden voor de aanslag op zijn leven kreeg Peter R. de Vries een bericht van de politie dat er geen reden was hem beter te beveiligen.

Peter R. de Vries was volgens de advocaten Peter Schouten en Onno de Jong in gesprek over een vorm van beveiliging.
Peter R. de Vries was volgens de advocaten Peter Schouten en Onno de Jong in gesprek over een vorm van beveiliging. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Peter R. de Vries heeft op 1 maart van dit jaar een WhatsApp-bericht gekregen van een veiligheidsdeskundige van de politie waarin werd gesteld dat er geen directe aanleiding was om zijn beveiliging op te schalen. Dat hebben advocaten Onno de Jong en Peter Schouten donderdag bekend gemaakt op een persconferentie. Peter R. de Vries werkte samen met de twee advocaten van Nabil B., de kroongetuige in de strafzaak tegen Ridouan Taghi.

In de periode voor dit bericht hebben de drie mannen informatie gegeven aan justitie en politie waaruit zou blijken dat er sprake was van een bedreiging aan het adres van de twee advocaten en De Vries. De misdaadverslaggever werd op dat moment in zijn geheel niet beveiligd.

Volgens Schouten werd in het bericht van 1 maart gesteld „dat de aangeleverde informatie niet tot een ander dreigingsbeeld heeft geleid”, aldus Schouten. „Vier maanden later is hij doodgeschoten.” De Vries werd op 6 juli neergeschoten in het centrum van Amsterdam en overleed negen dagen later.

Volgens Schouten klopt het dat Peter R. De Vries geen permanente persoonsbeveiliging wilde. „Maar hij is wel in gesprek gegaan over andere, minder intensieve vormen van beveiliging. Die gesprekken hebben echter nergens toe geleid.”

Aanbod ministerie van Justitie

De Jong en Schouten belegden de persconferentie na een gesprek met de directeur-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid over de inrichting van het onderzoek naar de toedracht van de moord op Peter R. de Vries en de vraag of hij had moeten worden beveiligd.

De Jong en Schouten vinden dat de beoogd voorzitter van de onderzoekscommissie, ex-topambtenaar Tjibbe Joustra, niet onafhankelijk is.

Joustra is betrokken geweest bij de inrichting van het stelsel bewaken en beveiligen en de oprichting van de voorganger van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTV). Die dienst is sinds de moord op advocaat Derk Wiersum verantwoordelijk voor de dreigingsanalyses die ten grondslag liggen aan de inzet van persoonsbeveiliging voor burgers die mogelijk gevaar lopen.

Het ministerie heeft aangeboden om een door de advocaten voorgestelde hoogleraar toe te voegen aan de driekoppige onderzoekscommissie. Dat aanbod hebben de advocaten afgewezen.

Lees hier de de necrologie van Peter R. de Vries: Zijn gedrevenheid was van een uitzonderlijk niveau

De Jong en Schouten willen dat er een volledig onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar de moorden op de broer van kroongetuige Nabil B., de advocaat Wiersum en vertrouwenspersoon Peter R. de Vries. Een dergelijk onderzoek vinden ze nodig om de veiligheid van kroongetuigen, hun familie en raadslieden in de toekomst te kunnen waarborgen. „De beveiliging van de kroongetuige, zijn familie en zijn adviseurs heeft niet gefunctioneerd”, aldus De Jong. „Daar moet van worden geleerd om te komen tot de inrichting van een integraal veiligheidsplan voor toekomstige kroongetuigen. Dat kan echter alleen op basis van een volledig onafhankelijk onderzoek.”

Volgens de advocaten moet bij dat onderzoek ook het reeds lopende onderzoek worden betrokken dat zich richt op de vraag wat de moorden op de broer van de kroongetuige en advocaat Derk Wiersum betekenen voor het stelsel bewaken en beveiligen. Na de moord op Derk Wiersum heeft een groot aantal betrokkenen bij het Marengoproces, waarin kroongetuige Nabil B. een hoofdrol speelt, persoonsbeveiliging gekregen.

‘Overheid is nog altijd naïef’

Volgens De Jong en Schouten heeft de overheid weinig geleerd van de moord op Wiersum. Ze stellen dat de moord op Peter R. de Vries laat zien dat „de overheid nog altijd naïef is bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad in Nederland.”

De advocaten wachten de reactie van minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) op hun wensen en verzoeken af, voor ze besluiten of ze meewerken aan het onderzoek.