Zoektocht naar sluiproutes langs de Cubaanse internetcensuur

Internettoegang Sinds de protesten in Cuba uitbraken wordt gezocht naar manieren om de bevolking internettoegang zonder blokkades te bieden.

Met luchtballonnen hielp techbedrijf Alphabet, het moederbedrijf van Google, Puerto Rico in 2017 aan internet nadat het was getroffen door orkaan Maria.
Met luchtballonnen hielp techbedrijf Alphabet, het moederbedrijf van Google, Puerto Rico in 2017 aan internet nadat het was getroffen door orkaan Maria. Foto Project Loon/AP

Ballonnen, satellietverbindingen of een gigantische hotspot op de militaire basis Guantánamo Bay. Nu de autoriteiten in Cuba het nog prille internet op het eiland regelmatig afsluiten om protesten de kop in te drukken, buitelen Amerikaanse politici over elkaar heen met creatieve plannen om de Cubaanse bevolking te voorzien van ongecensureerde internettoegang. En inderdaad zei president Biden vorige week in een verklaring dat zijn regering „samenwerkt met civil society en de private sector om de Cubanen toegang te bieden tot internet zonder censuur.”

Lees ook Op het Cubaanse internet zoeken jongeren de grenzen op

Internet werd pas laat gemeengoed op het eiland, en was aanvankelijk alleen beschikbaar via dure en trage verbindingen in internetcafés. In 2015 verschenen de eerste openbare hotspots, eind 2018 introduceerde staatstelecombedrijf ETECSA de eerste 3G-verbindingen. Tot die tijd behielpen veel Cubanen zich met El Paquete Semanal, een wekelijks geactualiseerde harde schijf vol gesmokkelde films en series, muziek, nieuws en advertenties die fungeerde als een soort momentopname van het wereldwijde web. Zo konden veel Cubanen toch nog prima meepraten over de laatste hits op Netflix.

Dat pakketje is niet meer in trek. Volgens de Wereldbank had in 2019 – het laatste jaar waarvoor betrouwbare cijfers beschikbaar zijn – zo’n 62 procent van de Cubanen toegang tot internet.

Nadat op 11 juli de eerste demonstraties begonnen vanwege de instorting van de economie, voedselschaarste, een onder corona bezwijkend zorgstelsel en het gebrek aan vrijheid, zorgden de op sociale media gedeelde beelden van politiegeweld ervoor dat meer mensen de straat opgingen. Niet verbazend dus dat de autoriteiten al snel lijken te hebben besloten de internettoegang fors te beperken.

Luchtballonnen

Volgens onder andere Netblocks, een organisatie die wereldwijd internetblokkades monitort, waren sociale media als Facebook en Instagram en berichtendiensten als WhatsApp en Telegram kort na de eerste protesten niet of nauwelijks meer bereikbaar, al zijn niet alle analisten het eens over de precieze oorzaak. Hoewel de grootste blokkade inmiddels achter de rug lijkt, maken Cubanen nog steeds regelmatig melding van onderbrekingen in hun vaak toch al wankele dataverbinding.

Voor Amerikaanse politici, met name uit de staat Florida, waar een grote Cubaanse gemeenschap leeft, is herstel van ongecensureerde internettoegang voor de Cubaanse bevolking een prioriteit. Senator Marco Rubio stelde voor om luchtballonnen in te zetten om Cubanen van draadloos internet te voorzien.

Dat voorstel is minder vreemd dan het klinkt. Techbedrijf Alphabet, het moederbedrijf van Google, hielp zo Puerto Rico aan internet nadat het eiland in 2017 werd getroffen door orkaan Maria. Twee jaar later werd de ballontechnologie ingezet boven een aardbevingsgebied in Peru.

Toch is het niet aannemelijk dat deze technologie Cuba snel weer online zal helpen. De ballonnen in de stratosfeer hebben geen eigen internetverbinding; ze vergroten alleen het bereik van bestaande zendmasten op de grond. Van Cubaanse zendmasten zal een internetballon het niet moeten hebben, maar in principe moet het mogelijk zijn om met behulp van ballonnen het mobiele datanetwerk van Florida tot Cuba te doen reiken. Het zuidelijkste puntje van de Verenigde Staten, het eiland Key West, ligt op zo’n 160 kilometer afstand. De SIM-kaarten in Cubaanse telefoontoestellen kunnen echter niet overweg met het Amerikaanse signaal, legde directeur Doug Madory van netwerkanalysebedrijf Kentik onlangs uit in The Washington Post.

Lees ook: Grootste maatschappelijke protesten in decennia: Cubanen zijn het zat

Een andere optie zou zijn om gebruik te maken van satellieten, zoals onder andere gouverneur Ron DeSantis van Florida voorstelde. SpaceX, het bedrijf van Tesla-oprichter en ruimtevaartondernemer Elon Musk, test in een deel van de VS inmiddels zijn Starlink-netwerk. Klanten kunnen met behulp van een speciale ontvangstschotel gebruikmaken van breedbandinternet via een zwerm van duizenden kleine satellietjes die in een lage baan om de aarde zweven. Daarvoor is wel speciale ontvangstapparatuur nodig – een satelliettelefoon of een ontvangstschotel – die voor gewone Cubanen niet legaal beschikbaar is.

Een van de voorstellen: legerbasis Guantánamo Bay voorzien van wifi-hotspots

Dan is er nog de suggestie van het Republikeinse Congreslid Maria Elvira Salazar, dochter van Cubaanse vluchtelingen. Haar plan de Amerikaanse ambassade in Havana en de legerbasis Guantánamo Bay te voorzien van sterke wifi-hotspots stuit eveneens op praktische bezwaren: zulke hotspots hebben een beperkt bereik. Het zou voor Cubaanse veiligheidsdiensten erg eenvoudig zijn de omgeving af te zetten en gebruikers van het Amerikaanse internet op te pakken.

Versleuteld internetverkeer

Kansrijker lijken daarom methodes die de censuur en de blokkades van bestaande Cubaanse internetverbindingen kunnen omzeilen. Veel Cubanen maken al gebruik van VPN-software. Daarmee kan internetverkeer worden versleuteld, en herkomst en bestemming van datapakketjes verborgen. Dit maakt het mogelijk diensten te gebruiken die normaal geblokkeerd zijn, zoals berichtenapps, sociale media en gecensureerde nieuwssites. Kort na de eerste internetbeperkingen meldde het Canadese softwarebedrijf Psiphon dat op één dag bijna 1,4 miljoen Cubanen gebruikmaakten zouden hebben gemaakt van zijn tool, die verschillende technologieën, waaronder VPN, gebruikt om internetcensuur te omzeilen. Psiphon krijgt financiering van het Open Tech Fund, een aan de Amerikaanse overheid verbonden non-profit die opkomt voor internetvrijheid.

Een activistisch blog wees nog op apps als Bridgefy en Briar, waarmee gebruikers elkaar berichten kunnen sturen via een bluetoothverbinding tussen hun telefoons. Belangrijk nadeel is dat de afstand tussen verzender en ontvanger niet meer dan zo’n honderd meter mag zijn. Voordeel is dat berichten bij demonstraties van telefoon naar telefoon kunnen ‘springen’. Dat maakt het ook makkelijker beelden van protesten te delen en het land uit te krijgen, bijvoorbeeld via mensen met een VPN-verbinding of via fysieke gegevensdragers – net als vroeger bij El Paquete.