Statushouders die een verblijfsvergunning in Griekenland hebben, mogen niet zomaar van Nederland naar Griekenland worden teruggestuurd. Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald in twee uitspraken. In het geval van terugkeer naar Griekenland kunnen de lokale autoriteiten vaak niet voorkomen dat de statushouders in „mensonwaardige situaties” - zonder onderdak, eten en stromend water - terechtkomen, zo oordeelt de Raad.
De Raad deed die uitspraken in twee zaken aangespannen door Syrische vluchtelingen, die in Griekenland een asielvergunning hadden gekregen en die vervolgens doorreisden naar Nederland. Hier vroegen ze opnieuw asiel aan en die aanvragen werden door de staatssecretaris niet-ontvankelijk verklaard. De Syriërs voerden bij de Raad aan dat de situatie voor statushouders in Griekenland dermate slecht is, dat ze niet kunnen terugkeren.
Nieuwe ontwikkelingen
De uitspraken betekenen dat de staatssecretaris, Ankie Broekers-Knol (VVD), nu opnieuw een besluit moet nemen over de asielaanvragen van de Syriërs. Ze moet beter uitleggen waarom de statushouders naar Griekenland terug kunnen keren of hun aanvragen inhoudelijk behandelen. Daarnaast hebben de uitspraken gevolgen voor asielaanvragen van andere statushouders die verblijfsvergunningen in Griekenland hebben.
In tegenstelling tot een uitspraak in 2018, is de Raad het daar nu mee eens. Drie jaar geleden stelde het orgaan dat de situatie in Griekenland weliswaar moeilijk is, maar dat mensen wel terug kunnen keren. Door nieuwe ontwikkelingen komt de Raad nu tot een ander oordeel. Daarvoor is gekeken naar actuele informatie en rapporten over de situatie in Griekenland voor statushouders.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/09/data62585512-64d922.jpg)