Analyse

Historische medaille-oogst voor Nederland na moeizaam begin van de Spelen

Tokio 2020 De Nederlandse olympische ploeg behaalde woensdag acht medailles, een record op één dag. Vooral de roeiers en de wielrenners hielden huis in Tokio.

Annemiek van Vleuten met haar gouden medaille voor de tijdrit.
Annemiek van Vleuten met haar gouden medaille voor de tijdrit. Foto Koen van Weel/ANP

Het zat Nederland nog niet mee deze Olympische Spelen. Miscommunicatie, een plankje dat er niet lag, een overstekende official, coronabesmettingen en een flinke verzameling vierde en vijfde plaatsen. Tot dinsdag bleef het bij drie zilveren medailles: de verrassende handboogschutters, de blije Arno Kamminga en de teleurgestelde Annemiek van Vleuten. En dat terwijl TeamNL volgens alle voorspellingen een recordverzameling aan medailles zou gaan behalen in Tokio: sportdatabureau Gracenote rekende op 48 olympische plakken. Tot nu toe zijn de 25 behaalde medailles in Sydney (2000) het record.

Woensdag was het in ieder geval voor even klaar met de sportieve misère. Het Nederland dat ontwaakte en nog met de slaap in de ogen naar de smartphone greep, vond daar de medailleoogst van de vroege dag vijf in Tokio: zes medailles, netjes verdeeld, twee olympisch kampioenen, twee keer zilver, en twee keer brons. Later op de woensdag kwamen daar nog zilver en brons bij. Nog nooit haalde de Nederlandse equipe zoveel olympische medailles in een dag. Hiervoor was het record zeven plakken, in 1928 toen het thuisvoordeel in Amsterdam een rol speelde.

Oranje tricots

Het eerste goud voor Nederland was niet zozeer een verrassing; dat de roeimannen van de dubbelvier zich de besten toonden was eerder een bevestiging van hun suprematie van de afgelopen jaren. Maar lekker was het wel, eindelijk weer de oranje tricots op het hoogste podium, het horen van het Wilhelmus, de blijdschap van de sporters die nog nauwelijks beseffen dat ze het hoogste haalbare hebben behaald.

De dubbelvier op weg naar goud in Tokio: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers. Foto Leah Millis/Reuters

Abe Wiersma, Dirk Uittenbogaard, Koen Metsemakers en Tone Wieten toonden zich na de race kritisch over een misslag vlak na de start. Maar de 20 tot 30 zuivere trainingsuren die ze de afgelopen jaren wekelijks maakten betaalden zich daarna uit. Met een bootlengte voorsprong op de rest van het veld kwamen ze over de finish, in een wereldrecord. Daarna mochten ze op het podium elkaar de gouden medaille om de nek hangen.

Daarna was het de beurt aan Annemiek van Vleuten, de afgelopen jaren ronduit de beste wielrenster ter wereld. Op de tijdrit was ze eindelijk de beste op de Spelen, na haar verschrikkelijke val in Rio de Janeiro en de misrekening in de wegwedstrijd van zondag, toen ze dacht dat ze gewonnen ha maar tweede werd.

Knetterende ontlading bij de olympische ‘paria’s’ na dagen van hoogspanning

Op het parcours van de Fuji Speedway reed Van Vleuten bijna een minuut sneller dan de rest. Achter haar, op gepaste afstand, werd Anna van der Breggen derde. Bijzonder was ook de zilveren medaille van Tom Dumoulin op de tijdrit bij de mannen, na een door hem zelfverkozen hiaat van vier maanden van de sport.

Tiende plek medaillespiegel

Bijna alle andere medailles werden behaald bij het roeien, waar de vrouwen vier-zonder en de mannen dubbeltwee na spannende races zilver wonnen. De vrouwen dubbeltwee werden derde, net als judoka Sanne van Dijke in de klasse tot 70 kilogram.

Dankzij de acht medailles is Nederland in de medaillespiegel gestegen van de 31ste naar de tiende plaats. Nieuw succes gloort alweer: windsurfer Kiran Badloe klom woensdag na een matige start eerder deze week op naar plek één in de RS:X-klasse. Donderdag kan hij tijdens de laatste races de volgende gouden medaille pakken. Dan komt ook zwemmer Kamminga weer in actie, en gaat hij in de finale van de 200 meter schoolslag voor goud.