Breder conflict in Ethiopië ontaardt in etnische strijd

Tigray Voor het eerst wordt een hele etnische groep gemobiliseerd om tegen de andere te vechten, zegt analist Adem Kassie Abebe.

Rebellen van Tigray op drie fronten in het offensief, ook buiten deelstaat

Rebellen van Tigray op drie fronten in het offensief, ook buiten deelstaat

Het conflict in Ethiopië gaat een nieuwe fase in: grootschaliger, giftiger en met meer etnische zuiveringen. Het begon als een oorlog tussen de federale regering van premier Abiy Ahmed en de rebelse autoriteiten in de deelstaat Tigray. Nu verandert dat. „Het ontaardt in een etnische strijd tussen de Amhara’s en Tigreeërs. Deze nieuwe fase in de strijd gaat gepaard met veel hatelijke propaganda en vormt een bedreiging voor het gehele land”, zegt de Ethiopiër Adem Kassie Abebe, analist en medewerker van het International Institute for Democracy and Electoral Assistance (IDEA) in Den Haag.

Die etnische haat kwam afgelopen weekend naar voren bij de oproep tot mobilisatie door Agegnehu Teshaga, de president van de deelstaat Amhara die aan Tigray grenst: „Die mensen, de Tigreeërs, ze zijn de vijand van het gehele Ethiopische volk. We mogen niet rusten tot we ze hebben uitgeroeid. Alle jongeren moeten de wapens tegen hen opnemen.”

Lees ook: ‘Premier Abiy Ahmed draagt bij aan de ontmanteling van Ethiopië’

Het conflict in Tigray heeft het etnisch nationalisme van de Amhara’s aangewakkerd. „Voor het eerst wordt een hele etnische groep gemobiliseerd om tegen de andere te vechten”, zegt Adem Kassie Abebe.

De Amhara’s trokken bij het begin van de oorlog in november in het kielzog van het federale leger Tigray binnen, en verdreven met grof geweld de Tigrese boeren van betwiste vruchtbare landbouwgebieden. Eind juni, na de grote nederlaag van het federale leger, wilden de Tigreeërs die gebieden weer innemen en de Amhara’s proberen nu goeddeels op eigen kracht te voorkomen dat de oprukkende Tigrese troepen daarin slagen.

„Controleren de Amhara’s het gebied, dan zijn de Tigreeërs doelwit, en het omgekeerde patroon als de Tigreeërs het weer innemen”, legt Kassie Abebe uit. „Er heeft nu zo’n grote escalatie plaats, dat dit tot nog meer verschrikkingen kan leiden.” De strijdende partijen beschuldigen elkaar van genocide. Kassie Abebe: „Ik geloof niet dat dit genocide is, maar er vinden wel etnische zuiveringen plaats.”

Massale wraakacties

Mensenrechtengroepen van binnen en buiten Ethiopië rapporteren al sinds het begin van de oorlog in november massale wraakacties door alle strijdende partijen, waarbij tienduizenden burgers zouden zijn omgekomen. Het regeringsleger en de strijdkrachten uit Eritrea, de troepen van de deelstaten en geallieerde milities – alle hebben hun woede gericht op burgers en daarbij schroomden ze niet om elkaars woningen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën binnen te vallen. Zo krijgt de kluwen van conflicten een steeds etnischer karakter.

De giftige oorlogsstemming krijgt vat op het hele land. Premier Abiy Ahmed verklaarde eerder deze maand een „totale oorlog” aan de opstandige deelstaat Tigray en rekruteert daarvoor tienduizenden soldaten. „Als dat niet genoeg is, kunnen over een maand een half miljoen militieleden worden gerekruteerd en een miljoen jongeren kunnen worden gemobiliseerd en getraind”, zei de premier. De rebelse autoriteiten van Tigray gingen afgelopen dagen op drie fronten in het offensief, voor het eerst ook buiten hun deelstaat. Ze vielen aan in de aangrenzende regio Afar, in Amhara en in West Tigray.

Rebelse autoriteiten van Tigray zijn op drie fronten in het offensief gegaan, ook buiten hun deelstaat

Zes van de tien op etnische basis gevormde deelstaten van Ethiopië ronselen nu soldaten voor Abiy’s „totale oorlog” en hitsen daarbij hun inwoners op met haatdragende strijdkreten. De premier en regeringswoordvoerders in de federale hoofdstad Addis Abeba hameren erop dat „gewone Tigreeërs” steun zouden geven aan „terroristen”, waarmee ze de autoriteiten in Tigray bedoelen. Op een vorige week door de overheid georganiseerde betoging in Addis Abeba noemden demonstranten Tigray een „kankergezwel”. Zo ontstaat er een stemming “met zijn allen tegen Tigray”, waarbij Tigrese burgers én hun machthebber collectief tot vijand zijn uitgeroepen.

Lees ook: Honger wordt in Tigray ingezet als oorlogswapen

Oorlogsinspanningen

Aanhangers van de partijen schelden elkaar vurig uit. Bitterheid bepaalt de woordenwisselingen. „Het typeert het allengs genocidalere conflict waar we middenin zitten”, zegt een hulpverlener in de Tigrese hoofdstad Mekelle. „Grijs bestaat niet meer. Of je bent voor, of je bent tegen. Alles wordt emotioneel uitvergroot.” In Addis Abeba wordt huis-aan-huis geld ingezameld voor de oorlogsinspanningen. In Addis zijn honderden Ethiopiërs van Tigrese afkomst opgepakt en in speciale kampen gezet. Vredesgeluiden zoals van de kerken vergaan in het oorlogsgekrakeel.

Bij een betoging noemden demonstranten Tigray een ‘kankergezwel’

„De oorlog zal niet spoedig eindigen”, voorspelt Adem Kassie Abebe dan ook. Er bestaat voldoende voedingsbodem onder de bevolking voor de strijd. In Tigray worden soldaten van het TPLF, het Tigrese Volksbevrijdingsfront, gehuldigd als de bevrijders, maar het TPLF, dat 27 jaar de politiek van Ethiopië domineerde, staat elders in het land bekend als een kwaadaardige onderdrukker.

„De Tigrese strijdkrachten willen een minder vijandige regering aan de macht in Addis Abeba”, zegt Adem Kassie Abebe. “Daar ligt nog steeds hun economisch imperium. Ze hopen dat Abiy zal vertrekken”.

Bekijk ook deze fotoserie over de oorlog in Tigray

Intussen is de aanvoer van hulpgoederen naar Tigray vrijwel stil komen te liggen. Redwan Hussein, de Ethiopische minister van Buitenlandse Zaken, beschuldigde buitenlandse hulpverleners en de VN ervan wapens te leveren aan de autoriteiten in Tigray en „feiten en cijfers te verzinnen” over de humanitaire nood in de deelstaat. Hij dreigde hulpverleners uit te zetten. Een geschatte één miljoen Tigreeërs lijden honger door de oorlog en de grootschalige vernielingen. Een medewerker van een grote hulporganisatie beschuldigt in een telefoongesprek de overheid ervan „schijnbaar een blokkade van hulpgoederen” te hebben opgeworpen. „De vijandigheid jegens hulpverleners neemt toe. Zeer verontrustend.” Hij wil zijn naam niet noemen, uit angst de hulpverlening nog verder te bemoeilijken.

Een uitgebrande vrachtwagen met een machinegeweer op de weg naar de plaats Abiy Addi, na felle gevechten tussen Ethiopische militairen en Tigrese strijders. Foto Giulia Paravicini / Reuters