Analyse

Bij de flitshandelaren vind je veruit de meeste miljoenverdieners. Hoe kan dat?

Flitshandelaren Bij flitshandelaren werken de meeste mensen die meer dan een miljoen per jaar verdienen. Hoe kan dat, en wat doen deze market makers precies?

Kantoren op de Amsterdamse Zuidas, waar veel financiële bedrijven zitten.
Kantoren op de Amsterdamse Zuidas, waar veel financiële bedrijven zitten. Foto Herman van Ommen

Ze zijn geen banken. Geen verzekeraars. Ook geen vermogensbeheerders. Je kunt er geen betaalrekening openen. Maar ze zitten wel middenin de Nederlandse financiële wereld en ze verdienden vorig jaar geld als water.

Ze zijn bemiddelaars op de financiële markten. Market makers in het Angelsaksische jargon. Ze heten ook wel marktmakers of ‘flitshandelaren’. IMC. Flow Traders. Optiver.

Hoeveel geld deze firma’s vorig jaar verdienden, is het meest sprekend te zien als je kijkt naar het aantal werknemers dat 1 miljoen euro of meer betaald kreeg. En als je dat vergelijkt met banken en andere bekende namen in de financiële wereld. Meer dan een miljoen euro is: de som van salaris, bonus en winstdelingen.

Bij IMC gaat het om 25 mensen. Dat is één op de ruim dertig IMC-medewerkers. Flow Traders had 66 mensen met een miljoen euro of meer. Éen op de negen werknemers. Bij Optiver waren het er 256. Bijna een op de vijf medewerkers.

Deze drie samen hadden 347 miljoenenverdieners, die overigens niet allemaal in Nederland werkten. Ter vergelijking: bij negen grote banken, verzekeraars en pensioengeldbeleggers samen, van ABN Amro en Aegon tot APG, kregen ‘maar’ 53 medewerkers vorig jaar een beloning van een miljoen euro of meer.

Het zijn ongewoon hoge aantallen. Over 2020 zijn nog geen cijfers beschikbaar over de beloningen van de hele werkende bevolking, maar in 2019 telde statistiekbureau CBS „ruim duizend” mensen met een persoonlijk inkomen van 1 miljoen euro of meer. In 2018 waren het er duizend, in 2017 ook.

De geldwereld draait om geld, maar waarom is het aantal grootverdieners bij banken, verzekeraars en vermogensbeheerders dan nu zo klein, terwijl er veel meer mensen werken dan bij de marktmakers? En wat doen marktmakers zo goed dat ze zoveel geld verdienen?

Roekeloze banken

Loonmatiging is het devies sinds de financiële crisis van 2008. De crisis die bij roekeloze banken begon en de wereld in een recessie stortte.

Hoeveel mensen bij Europese financiële bedrijven een miljoen euro of meer verdienen, is sinds zes jaar openbaar. Een van de oorzaken van de bankencrisis was de bonuscultuur. Hoge bonussen daagden handelaren en hun managers uit om vergaande risico’s te nemen. Bij winst een aantrekkelijke bonus. Bij verlies? Jammer. Als de verliezen uit de hand liepen, werd de bank toch wel gered door de overheid.

Dat nooit meer, zeiden politici. De bonussen voor de top zijn sindsdien bij banken en verzekeraars gelimiteerd. Ze worden ook niet in één keer uitgekeerd, maar gespreid over meerdere jaren.

Dat moet risicozoekend gedrag ontmoedigen. Openbaarmaking van hun beloningsgegevens past daarin. Bedrijven in de financiële wereld moeten jaarlijks ook het aantal ‘topverdieners’ van een miljoen euro of meer (high earners, in het jargon) vermelden in hun jaarverslag. Dat is anoniem. Alleen de beloning van bestuurders is per naam compleet openbaar. Medewerkers, klanten en media krijgen zo wat meer inzicht in het gedrag aan de top. Openheid dient properheid.

Dankzij de openbaarheid kun je vier vuistregels onderscheiden. Wie verdient top, maar ook: wie niet?

De eerste vuistregel is: hoe meer een bedrijf in de invloedssfeer van de overheid zit, hoe kleiner de kans op een miljoenenverdiener. De Volksbank is 100 procent overheid. Geen miljonairs in 2020. BNG Bank en NWB Bank? Ook niet. Deze twee zijn in handen van Rijk, provincies en gemeenten (BNG) en Rijk, provincies en waterschappen (NWB). ABN Amro, voor 56 procent in handen van de overheid, vermeldt in haar jaarverslag vijf miljoenenbeloningen tegenover één in 2019. Onder de vijf is één bestuurder: scheidend voorzitter Kees van Dijkhuizen.

Vorig jaar leed ABN Amro verlies. In Nederland betaalde het geen variabele beloningen. Maar de bank betaalde wél zogenoemde retentiebonussen, om te voorkomen dat medewerkers van haar internationale divisie voor grote bedrijven naar concurrenten zouden overstappen. Dat ging om in totaal 14 miljoen euro.

Lees ook: De baas krijgt een ‘groene’ bonus. Gaat-ie dan ook duurzamer te werk?

Tweede vuistregel: banken zijn sinds 2008 verplicht zuiniger geworden. De bonussen zijn wettelijk gemaximeerd op 20 procent van het vaste salaris. Bovendien willen de grote banken zich gedragen als voorbeeldige burgers. Ze willen, zoals in coronajaar 2020, onderdeel zijn van de oplossing, niet van een volgende crisis.

ING betaalde, afgezien van bestuursvoorzitter Steven van Rijswijk en financieel directeur Tanate Phutrakul, maar twee medewerkers meer dan 1 miljoen euro. De Rabobank had ook vier ‘miljonairs’, onder wie bestuursvoorzitter Wiebe Draijer. Kleinere banken volgen deze trend. Van Lanschot Kempen en NIBC hebben elk één miljoenverdiener.

Al zijn de bonussen aan de top gelimiteerd, enige onvrede onder de medewerkers over topbeloningen is wel waarneembaar.

Twee jaar geleden deed de financiële waakhond AFM bij achttien financiële instellingen onderzoek onder 5.000 medewerkers naar hun opvatting over topbeloningen en de bedrijfscultuur. Deze financiële instellingen bleven in het openbare verslag anoniem. Een van de stellingen voor het personeel was: de beloning van bestuur/directie lijkt me passend. Merendeels zijn de antwoorden neutraal. Maar bij twee banken en twee verzekeraars zijn de afwijzende reacties opvallend hoog: tussen 37 en 39 procent.

Derde vuistregel in de beloningspraktijk: hoe specialistischer het werk, hoe meer kans op een salarisstrook met zes nullen. Dat zie je bij verzekeraars. Zij overtreffen de banken ruimschoots met het aantal grootverdieners. Athora, de nieuwe naam van levensverzekeraar Vivat, telt er drie. Dat is te danken aan de optelsom van salarissen, retentiebonussen en gouden handdrukken, meldt Athora in zijn jaarverslag, zonder details te geven.

NN heeft 5 topverdieners, Aegon 23. Die laatste werken in Den Haag op het hoofdkantoor, in het buitenland (VK, VS) én op de afdeling vermogensbeheer. De vuistregel ‘specialisten verdienen beter’ zie je ook bij APG, vermogensbeheerder van pensioenfonds ABP (ambtenaren, leraren) en het sectorfonds van de bouwnijverheid.

APG had vorig jaar negen miljonairs. Allemaal in het buitenland, meldt het jaarverslag.

Zulke hoge beloningen liggen ongemakkelijk in de pensioenwereld, waarin vakbondsbestuurders leidende functies in de besturen hebben. De bonden snappen de noodzaak van eersteklas beleggen en hoge rendementen – goed voor de pensioengerechtigden. Maar zij kijken met argwaan naar hoge looneisen van financiële sterren.

PGGM, de vermogensbeheerder van Pensioenfonds Zorg en Welzijn, maakt in zijn jaarverslag geen melding van miljoeneninkomens.

Vuistregel vier is: hoe Angelsaksischer de werkomgeving, hoe meer kans op een miljoen euro. Dat is bij uitstek de wereld van de drie grote Nederlandse market makers IMC, Optiver en Flow Traders. Zij kopen en verkopen de hele dag door financiële producten. Daardoor ‘maken’ zij een markt waar vragers en aanbieders terecht kunnen. De vragers en aanbieders kunnen banken zijn, vermogensbeheerders, verzekeraars, soms centrale banken.

Extreme stress

De prominente positie van de drie marktmakers is te herleiden tot één instituut. De Optiebeurs in Amsterdam, gesticht in 1978. Alle drie hebben daar hun wortels; de oprichters hebben er ooit gewerkt. IMC, Optiver en Flow Traders zijn mondiale firma’s geworden. De eerste twee zijn in handen van directie en (oud)werknemers, Flow Traders is beursgenoteerd, maar ook daar zijn directie en medewerkers aandeelhouders.

De market makers verdienden vorig jaar goud geld toen de uitbraak van de pandemie voor extreme stress op de financiële markten zorgde. In zo’n situatie groeit het verschil tussen de koersen waarop de handelaar koopt en weer verkoopt. Dat grotere verschil is zijn ‘beloning’ voor de gestegen risico’s in onzekere markten. Bovendien explodeert het volume van de handel.

Optiver verdiende in de handel 3,4 miljard euro, IMC ruim 1,4 miljard en Flow Traders ruim 900 miljoen euro. Ze betalen relatief lage vaste salarissen, maar wel smakelijke bonussen als de resultaten door het dak gaan. Ook zij smeren de betaling daarvan uit over meerdere jaren. En als het volgende jaar verliesgevend is, betalen ze de resterende bonus niet uit. Voor hen bleek corona een financiële bonanza. Hoeven deze ‘flitshandelaren’ dan niet verplicht zuinig te zijn, zoals banken?

Nee, ze zijn vooralsnog uitgezonderd van de bonusregels, in afwachting van Europese voorschriften. Minister Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) heeft dat in 2018 zo afgesproken met de Tweede Kamer.

Lees ook: Boos over bonussen? Een ‘beleggersrevolte’ kan lonen