In plaats van in zijn gebruikelijke politie-uniform schuift Henk van Essen aan in donkergrijs pak met zwarte stropdas. De korpschef van de Nationale Politie, die leiding geeft aan ruim 65.000 politiemedewerkers, rijdt straks van het hoofdbureau van de Nationale Politie in Den Haag naar Amsterdam. Daar zal hij – net zoals duizenden andere Nederlanders – in Carré afscheid nemen van Peter R. de Vries. „Ik vind dat ik dat als vertegenwoordiger van de politie behoor te doen. Peter was volledig autonoom. Soms onze medestander en soms onze tegenstander. Hij heeft altijd gestreden voor rechtvaardigheid en daar bewonder ik hem echt om.”
Van Essen (60) werkt al zijn hele loopbaan bij de politie. De afgelopen tweeënhalve week was de meest roerige sinds hij in mei 2020 de hoogste baas van de politie werd. Dit is zijn eerste interview sinds de aanslag op De Vries in de Lange Leidsedwarsstraat in Amsterdam.
De korpschef memoreert hoe hij vrijwel onmiddellijk op de hoogte werd gesteld. „Het was ’s avonds rond half acht. Ik zat in de auto op weg naar huis en werd gebeld door iemand uit de politieorganisatie. Op dat moment spookte er van alles door mijn hoofd maar toch als eerste ‘nee hè, hoe ongelooflijk triest’. Het was ongeloof, boosheid, frustratie. Ik hoorde dat het een aanslag was en dat er meerdere schoten waren gelost, maar dan houd je toch hoop dat hij het overleeft.”
Na die eerste seconden waarin het nieuws bij hem binnendringt, volgen snel de gedachten aan wat moet gebeuren. „Ik werk al heel lang bij de politie”, zegt Van Essen bijna verontschuldigend. Hij informeert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, de minister van Justitie en Veiligheid, hij belt met Frank Paauw, de politiechef van Amsterdam die verantwoordelijk is voor het onderzoek naar de zaak. „Vrijwel meteen komen allemaal andere vragen op: is hij neergeschoten vanwege zijn rol als journalist of vertrouwenspersoon? Wat houdt dit in voor het beveiligen van andere personen? Wie is de opdrachtgever? Wordt het ziekenhuis waar hij ligt goed bewaakt? En ook: wat betekent dit nou?”
De grenzen worden steeds verlegd. Eerst werd de onschuldige broer van de kroongetuige vermoord, daarna diens advocaat Derk Wiersum en nu diens vertrouwenspersoon Peter R. de Vries. Beangstigt dit u?
Van Essen is een aantal seconden stil. „Ik vind het zorgwekkend want het is maatschappelijk ontwrichtend. Het kruipt onder de huid van mensen en intimideert. Daar moeten we echt een weerwoord aan bieden. Tien jaar geleden kenden we dit niet. Het woord ‘vergismoord’ is van de laatste jaren. Tegelijkertijd stel ik vast dat we van alle liquidaties die u noemt verdachten – en ik denk daders – hebben aangehouden. En natuurlijk doen we er alles aan om de opdrachtgevers te vinden.”
U spreekt van opdrachtgevers, bedoelt u het niet in enkelvoud?
„Wij onderzoeken verschillende scenario’s. En daarvan is er één dat het allemaal samenhangt met de kroongetuige in de zaak tegen Ridouan Taghi.”
Taghi wordt niet vervolgd voor zijn mogelijke rol in die drie liquidaties.
„De vervolging is voor het OM. Wij hebben potentiële daders aangehouden, maar uiteindelijk wil je ook de opdrachtgever achterhalen. Dat zijn moeilijke onderzoeken. Er kunnen tussenpersonen bij betrokken zijn waardoor onderzoeken heel veel tijd vragen. Tegelijkertijd moet je ook meerdere scenario’s openhouden en niet in een tunnelvisie belanden.”
Heeft de politie genoeg gedaan om de aanslag op De Vries te voorkomen?
„Dat is een terechte vraag die wij onszelf ook stellen. Er zijn in Nederland dagelijks tientallen politiemensen bezig om informatie te verzamelen en dreigingsinschattingen te maken. De dag na de aanslag heb ik mijn medewerkers gevraagd om een tijdlijn te maken met alle informatie. Daarna heeft de minister van Justitie en Veiligheid een onafhankelijk onderzoek naar de beveiliging van De Vries aangekondigd. Het past mij niet om daarop vooruit te lopen.”
Ons land speelt een hoofdrol in de Europese drugshandel. Is Nederland een narcostaat?
„Ik vind niet dat Nederland een narcostaat is. Daarvan is mijns inziens pas sprake als de georganiseerde misdaad in overheidsinstanties is geïnfiltreerd. Ik zie wel dat door de drugscriminaliteit de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld toeneemt, bijvoorbeeld in de horeca en bij transportbedrijven. En ik zie dat criminelen ook voet aan de grond bij overheidsinstanties proberen te krijgen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data70050258-59bdfe.jpg)
De afgelopen jaren zijn bij de politie en douane verschillende corrupte medewerkers gearresteerd die voor drugsbendes werkten. Zo werd de corrupte douanier Gerrit G., die containers vol cocaïne doorliet, vorig jaar in hoger beroep veroordeeld tot 14 jaar cel. Van Essen: „We moeten nog alerter zijn. Tegen corruptie bij de overheid moet je hard en rücksichtslos optreden, het is de bijl aan de wortel van de rechtsstaat.”
Eind vorig jaar vroeg de politie in politiek Den Haag om het huidige budget van ruim 6 miljard euro met 600 miljoen euro te verhogen. Met dat geld moeten onder meer 1.500 agenten worden aangenomen zodat de politie meer aanwezig kan zijn in wijken en stappen kan zetten op het vlak van data-analyse en cybercrime.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data66570429-b298d0.jpg)
Dat extra geld – dat nog niet is toegezegd – is dus niet primair bedoeld om georganiseerde misdaad te bestrijden. Van Essen vindt dat de politie de afgelopen twee jaar in de bestrijding van die georganiseerde criminaliteit „maximaal heeft gepresteerd en echt successen heeft geboekt”. Hij wijst op het kraken van criminele communicatienetwerken waaronder Encrochat, Ennetcom en Sky Ecc. Dankzij de berichten die de politie daardoor bemachtigde, zijn er criminele kopstukken en honderden andere verdachten gearresteerd, drugslabs ontmanteld en duizenden kilo’s drugs in beslag genomen. „In het kraken van de communicatie zijn wij zeer succesvol, maar naar onze aanpak van de criminele logistiek en geldstromen moet meer aandacht.”
Van Essen verwacht dat het Multidisciplinair Interventieteam – waarin Nationale Politie, OM, Douane, Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, Koninklijke Marechaussee en Belastingdienst gaan samenwerken – juist op die fronten een belangrijke rol gaat spelen. Dat multiteam (400 werknemers) is vanaf 2023 volledig operationeel.
Vorig jaar is 84 miljoen euro aan crimineel vermogen afgepakt: een verwaarloosbaar bedrag op de misdaadeconomie, waarin vele miljarden omgaan. Misdaad mag niet lonen, maar het loont toch enorm?
„Nog steeds, ja. Het afpakken van geld vraagt andere competenties. Daar moeten we absoluut een been bijtrekken. Dat is ook een van de redenen waarom het Multidisciplinair Interventieteam wordt opgericht: om het verdienmodel en criminele bedrijfsstructuren bloot te leggen.”
Bij inbeslagname van cocaïne wordt record op record gestapeld. Maar de straatprijs blijft onveranderd en de kwaliteit gaat zelfs omhoog. Wat zegt dat?
„Het doet weinig met de prijs omdat de cocaïneproductie in bijvoorbeeld Colombia enorm is gestegen de afgelopen jaren. Wij zullen meer moeten samenwerken met de overheden daar om de productie terug te brengen. Dat betekent terug naar de bron en kijken wat je er daar aan kunt doen. Niet alleen als Nederland maar Europees.”
Peter R. de Vries was voorstander van een radicaal andere benadering van de strijd tegen drugs, mede omdat die weinig oplevert, veel kost en de politie andere zaken moet laten liggen. Hij bepleitte regulering en legalisering. Wat vindt u daarvan?
„Uiteindelijk is dat een politieke keuze. Beroepshalve vind ik het een internationaal vraagstuk en geloof ik dat als Nederland het alleen doet het weinig invloed zal hebben. Er blijft dan in Nederland drugs geproduceerd worden voor het buitenland, cocaïne blijft de Rotterdamse haven binnenkomen.
„De legalisering van cannabis in Canada heeft de criminaliteit ook niet uitgeroeid: daar bieden criminelen de cannabis nu goedkoper of in sterkere varianten aan. Het is criminelen eigen om weer een nieuw product te verzinnen. Crystal meth is in Nederland vrij recent opgekomen, niet omdat er vraag naar was maar omdat het wordt gedropt en de vraag gecreëerd wordt.”
Na de liquidatie van advocaat Wiersum besloot de minister tot de oprichting van het Multidisciplinair Interventieteam. Wat zou de moord op De Vries teweeg moeten brengen?
„Het besef dat wij dit als samenleving nooit mogen accepteren en we alles op alles moeten zetten om de georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Daar is repressie en vervolging een belangrijk onderdeel van, maar niet de oplossing.
„Er moet een breed maatschappelijk antwoord komen dat is gericht op preventie en het vergroten van de weerbaarheid van de samenleving. Daarvoor heb je niet alleen het ministerie van Justitie en Veiligheid nodig, maar ook dat van Onderwijs, Volksgezondheid, Sociale Zaken en Wonen. Daarvoor heb je lokale overheden nodig. Je moet jongeren al erg vroeg bewust gaan maken van de verleidingen van criminaliteit en ze perspectief en gelijke kansen bieden. Je moet de ouders meekrijgen.
„Daarom is het ook belangrijk dat wij de wijkteams die onderbezet zijn, kunnen versterken. Wijkagenten hebben een oog-en-oorfunctie. Zij kunnen signaleren wat fout gaat en wie de raddraaiers in de wijk zijn.”
Nederland vervult een prominente rol in de drugseconomie dankzij de georganiseerde misdaad. Hoe verandert de preventie die u voor ogen heeft daar iets aan?
„De georganiseerde criminaliteit zal altijd bestaan maar je wilt de excessen eruit halen.
„Maar tegelijkertijd geloof ik dat er perspectief moet worden geboden aan de jeugd. Je solliciteert niet op je achttiende met een brief bij een criminele organisatie. Jongeren groeien er in: je brengt een keer een tas weg, dan twee tassen en voor je het weet sta je op de uitkijk bij een liquidatie.
„Daar moeten we als overheid echt iets aan doen. Een goed voorbeeld vind ik het project Kop van Zuid in Rotterdam, waar jarenlang wordt geïnvesteerd in de hele wijk, in de leefbaarheid, in scholen, in woningen. Dat is echt een meerjarenplan dat je moet volhouden. Het is iets wat over kabinetsperiodes en de zittingsduur van een gemeenteraad heengaat. En het is iets waar je niet binnen een jaar het effect van kan meten en daar heeft men in Nederland tegenwoordig veel moeite mee.
„Als je niet voor zo’n brede aanpak gaat en alleen op de repressie blijft zitten dan zullen wij nog meer mensen aanhouden en nog succesvoller worden in de bestrijding. Maar dan blijft het probleem bestaan. Je kunt wel dweilen en dweilen, maar de kraan die lekt.”