Opinie

Maak wetgeving voor de ruimte voordat er brokken vallen

Space race Voordat de mensheid in navolging van Bezos en Branson de ruimte ontgint, moet er wel meer toezicht komen op de ruimtevaart, aldus en .
Muurschildering in Texas van Jeff Bezos en zijn broer Mark voor de lancering van de Blue Origin.
Muurschildering in Texas van Jeff Bezos en zijn broer Mark voor de lancering van de Blue Origin. Foto Thom Baur / Reuters

De recente ruimtevluchten van Jeff Bezos en Richard Branson richten een schijnwerper op de commerciële ruimte-industrie. Deze ontwikkelt zich in rap tempo. Het ontbreekt echter aan passend ruimterecht om deze industrie in goede banen te leiden. Het is tijd voor modernisering van het internationale ruimterecht om toe te zien op de private ruimte-industrie.

De afgelopen twee weken werd de eerste etappe in de billionaire space race gewonnen door Richard Branson (Virgin Galactic) en Jeff Bezos (Blue Origin). Beiden scheerden langs het randje van de ruimte. Dit is slechts het begin. Honderden bedrijven werken aan nog veel grotere ruimteprojecten.

Zo’n reisje naar de rand van de dampkring is namelijk leuk voor toeristen, maar dat is slechts een fractie van een snelgroeiende ruimte-industrie. Volgens berekeningen van de Zwitserse zakenbank UBS was deze industrie twee jaar geleden ongeveer 340 miljard dollar waard (289 miljard euro) en zal deze zich in 2030 meer dan hebben verdubbeld. Ruimtetoerisme vertegenwoordigt daarvan slechts 3 miljard, minder dan 1 procent.

Ruimtetoerisme is dan ook niet de eindstreep. De technologieën die nu worden toegepast op de plezierruimtevaart zijn een eerste stap naar meer winstgevende projecten, zoals het lanceren van satellieten, ruimtemijnbouw, en wellicht zelfs op een dag een permanente basis op de maan en missies naar mars. Blue Origin en SpaceX ontwikkelen bijvoorbeeld herbruikbare raketten, maanlanders en transportsystemen om satellieten, lading en bemanning de ruimte in te brengen.

Private ruimte-industrie

Deze groeiende private ruimte-industrie kent zowel voordelen als nadelen. Enerzijds brengt het de kosten van de ruimtevaart omlaag. Dit maakt meer wetenschappelijk onderzoek vanuit de ruimte mogelijk. Deze prijsverlaging vergroot de kans dat ook armere landen een graantje kunnen meepikken. De ruimtemineralen kunnen we bovendien goed gebruiken voor alle windmolens en batterijen die nodig zijn voor de groene energietransitie. Anderzijds creëert de private ruimtevaart een duurzaamheidsrisico, zoals atmosfeervervuiling en ruimtepuin. Er is kans op ongelukken, op aarde en in de ruimte.

Lees ook: Goudkoorts en geen regels: de ruimte als het Wilde Westen

Internationale afspraken zijn nodig om een veilige en duurzame ruimte-industrie te creëren. Het internationale ruimterecht is, in het algemeen, echter verouderd en daardoor slecht toegerust op de ontwikkeling van de moderne private ruimte-industrie. Het meeste ruimterecht stamt nog uit de Koude Oorlog. Het belangrijkste verdrag, het Ruimteverdrag, dateert van 1967. In die tijd was privaat gebruik van de ruimte een toekomstdroom. Overigens is destijds of sindsdien ook niet de grens van de ruimte vastgesteld. Zo kan het zijn dat Branson – die naar 80 kilometer hoogte reisde – en Bezos – die op 100 kilometer de Kármánlijn aantikte – beiden stellen dat ze als eerste de ruimte hebben bereikt.

Het ruimterecht sluit aldus niet goed aan bij dit nieuwe tijdperk van commerciële ruimtevaart. De gevolgen moeten worden opgelost.

Als een privéraket in een vuurbal naar de aarde stort, draait de staat waaruit werd gelanceerd op voor de schade

Ten eerste is de staat te allen tijde internationaal aansprakelijk als er wat misgaat. Als een privé-raket in een vuurbal naar de aarde stort of botst tegen een satelliet, moet de staat waaruit het projectiel opsteeg de schade betalen. Internationaal ruimterecht zegt niks over de verantwoordelijkheid van private partijen. Het is aan staten zelf om dit te regelen via de nationale wet. Het risico bestaat dus dat verschillende staten particuliere ruimtevaartbedrijven zullen aanmoedigen om vanuit hun grondgebied te opereren (en de belastingen van die bedrijven te ontvangen) door lossere regels te bieden voor duurzaam en verantwoord ruimtegebruik. Dan dreigt een race naar de bodem.

Ten tweede zijn er geen geharmoniseerde ruimtevaartregels zoals we die kennen in het vliegverkeer. Dat is vragen om ongelukken. De regels van de luchtvaart kunnen echter niet simpelweg worden toegepast of de ruimtevaart. De technologische en juridische verschillen zijn daarvoor te groot. Het luchtruim is bijvoorbeeld verdeeld in soevereine delen, terwijl de ruimte juist buiten het nationaal domein valt.

Lees ook het opinieverhaal van Marjolein van Heemstra: De ruimte is van cruciaal belang voor de aarde, en daarom zijn er regels nodig

Noodlanding

Ten derde kun je er als ruimtetoerist in principe alleen voor komen te staan als je in de problemen komt. Staten zijn verplicht astronauten alle mogelijke hulp te verlenen bij een ongeval, moeilijkheden of een noodlanding. Zij moeten onverwijld alle mogelijke maatregelen nemen om een astronaut te redden. Vanuit juridisch perspectief is het onzeker of een ruimtetoerist ook een astronaut is. Dergelijke ondersteuning is geen goedkoop geintje als massaal ruimtetoerisme echt van de grond zou komen. Hierdoor vormt de plezierruimtevaart op dit moment een groot risico voor de ruimtetoerist.

Het is tijd om de gaten in het internationaal ruimterecht te dichten en minimale standaarden op te stellen voor privaat gebruik van de ruimte. De VN-commissie voor het vreedzaam gebruik van de kosmische ruimte (COPUOS) en het VN-Bureau voor ruimtezaken (UNOOSA) doen goed werk om overeenstemming tussen staten te bereiken. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat de halve-eeuw oude impasse tussen staten op het gebied van ruimterecht snel doorbroken kan worden.

Een wellicht meer haalbaar voorstel dat in overweging genomen kan worden is het oprichten van een internationale organisatie met gedelegeerde bevoegdheid om de broodnodige regelgeving vast te stellen en toezicht te houden op de ruimtevaart. De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) in Montreal en de Internationale Zeebodem Autoriteit (ISA) in Kingston zijn goede voorbeelden.