Terwijl het licht dooft in het lege olympisch stadion van Tokio, waar slechts bevoorrechte journalisten en bobo’s van de openingsceremonie getuige mogen zijn, staan vlak daarbuiten de mensen die maar wat graag op de tachtigduizend klapstoeltjes hadden gezeten zich te verdringen. Vanaf een straathoek richten ze hun telefoon op het immense gebouw, om maar een glimp van de geschiedenis op te kunnen vangen die in hun stad wordt geschreven, en nemen het risico op een coronabesmetting voor lief.
De groep die een paar uur eerder aan de stadionpoorten luidkeels stond te protesteren was vele malen kleiner, en duidelijk werd dat de magie van de Spelen de zwaarste kritiek in elk geval voor even kan doen verstommen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73741468-5cbce6.jpg|https://images.nrc.nl/8wBM9ya5ZGITtRct_mMv3mFJHqg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73741468-5cbce6.jpg|https://images.nrc.nl/3YD60_Jm96iMb_VPSCasY5Vs99Q=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73741468-5cbce6.jpg)
Maar wat was het een organisatorisch slagveld de afgelopen dagen, toen er niet geheel toevallig beelden uit 1998 opdoken waarop de regisseur van de openingsceremonie, de komiek Kentaro Kobayashi, grappen maakte over de Holocaust. Hij moest daags voor de apotheose op zijn werk het veld ruimen. Vlak daarvoor stapte de componist van de show, Keigo Oyamada, ook al op nadat hij toe had gegeven op de middelbare school gehandicapte kinderen te hebben gepest. De olympische voorpret was een soap, met oplopende besmettingen als dagelijkse cliffhanger. Alsof het gastland niet al genoeg gestraft was het afgelopen jaar.
Surrealistisch
Met een videocompilatie wordt men er in het stadion nog maar eens aan herinnerd hoe groot de ontlading en de blijdschap was toen in 2013 bekend werd dat Japan na 57 jaar de Spelen nog eens mocht gaan organiseren. Met de kennis van nu zijn de beelden een vreemde gewaarwording, want niemand had toen kunnen bevroeden dat de daadwerkelijke uitvoering, een jaar later dan gepland, zo surreëel zou uitpakken. Dat het journalisten zouden zijn die, gezeten op de stoel van de fan, stilten met applaus zouden opvullen, en later bij de urenlange atletenparade staand en klappend zouden verraden namens welk land ze verslag deden.
De voorpret van de Spelen was een soap, met oplopende besmettingen als dagelijkse cliffhanger
Vuurwerk barst er los aan de randen van het ovaalvormige stadion dat voor 1,2 miljard dollar werd aangelegd voor toch vooral dit moment. Op tv is het verschil met het verleden niet te zien als de camera’s uitzoomen en spektakel in beeld wordt gebracht, maar ter plaatse ziet men de kleurrijke tinten van een flets en ongemakkelijk festival. Het vervolg van de ceremonie zou ingetogen worden, had de voorzitter van het organiserend comité beloofd. Een delicate nagedachtenis van licht en geluid aan het zware jaar dat iedereen achter de rug heeft. Laat de gepaste golflengte van een moment maar aan de Japanners over. Eigenlijk past het ontbrekende publiek wel bij het geheel, de inleiding van een voorzichtige viering van sport en een poging iets van het heden te maken.
Hoogst haalbare
Op het grote, witte middenterrein begint een hardloper op een loopband te rennen, met op de achtergrond het gehijg waar niemand anders dan hij getuige van is. Een roeister trekt aan haar ergometer en een fietser trapt op een hometrainer. Zo bereidden de hoofdrolspelers van dit olympisch toernooi zich immers voor, in stilte en afzondering vaak, verbonden met digitale middelen in een gezamenlijk lot, en dat was schitteren op het podium van de Spelen, met of zonder fans nog altijd het hoogst haalbare. Witte stipjes van licht, even later verwelkende bloesemblaadjes, moeten de bites voorstellen die contact toch mogelijk bleven maken op de momenten dat motivatie en perspectief leken te ontbreken.
Het ontbrekende publiek past wel bij het geheel, een poging iets van het heden te maken
De schijnwerper wordt op keizer Naruhito gericht en even daarna op de olympische vorst Thomas Bach. Ze groeten elkaar en richten zich zwaaiend tot publiek dat er fysiek niet is, maar ongetwijfeld wel massaal meekijkt. Ze gaan zitten als de Japanse vlag naar binnen wordt gedragen door oud-kampioenen en door een zorgmedewerker, een eerbetoon aan zij die de wereld voor erger behoedden. Het stemgeluid van de zangeres Misia, op het moment dat het Japanse volkslied aanheft, snijdt door elke ziel die niet ongevoelig is. Dan worden de olympische ringen bijeengebracht, vier meter hoog en vervaardigd uit het hout van bomen die in 1964 door olympiërs werden geplant. Aan symboliek geen gebrek, deze bevreemdende vrijdagavond.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73741423-783cff.jpg|https://images.nrc.nl/kvxwdwPN--osgPPLcYfjLmRWKHw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73741423-783cff.jpg|https://images.nrc.nl/_AvcH1hyXuDBZexxQlfFoIg_UHo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73741423-783cff.jpg)
Faster, higher, stronger, staat er aan het einde van de parade op het middenterrein afgedrukt – het olympische motto. In Tokio is daar together aan toegevoegd. Bach heeft er zijn mond van vol. Ontdaan van alle theater blijft de boodschap tijdloos overeind; de Spelen zijn ter verbroedering opgericht, tegenwoordig vaker aangeduid als inclusiviteit. Dat is in de wereld van nu misschien wel belangrijker dan ooit.
Er stijgen 1.824 drones op die hoog boven Tokio een aardbol vormen. Voor heel even is het coronavirus naar de achtergrond verdreven, als de Japanse vlag wapperend wordt gehesen, en tennisster Naomi Osaka de olympische vlam in een kunstwerk verwijzend naar Mount Fuji ontsteekt. De Spelen zijn geopend. De uitdaging is dat ze dat blijven.