In de gang van trappenfabrikant EeStairs hangt een tiental foto’s van beroemde klanten. „Kijk maar even de andere kant op”, zegt directeur Cornelis van Vlastuin lachend. Het klinkt als een grap, maar hij meent het: die muur is „off the record”.
Zoveel geheimzinnigheid om een trap? Van Vlastuin begrijpt wel dat zijn klanten vragen om geheimhouding. De trappen van EeStairs kosten gemiddeld 75.000 euro, met uitschieters naar het miljoen. Daar loop je als miljonair niet per se mee te koop.
„Ceo’s van grote Amerikaanse bedrijven, die willen over hun vakantiewoningen op Long Island echt niks naar buiten hebben. Dan worden ze van extravagant gedrag beticht.”
Nou oké, een paar namen kan wel, ze houden niet allemaal het Nederlandse nieuws in de gaten: Jeff Koons bijvoorbeeld, de kunstenaar. Of Sir James Dyson, de stofzuigertycoon. Zakenvrouw Annemarie van Gaal – dat was ook een uitzonderlijke trap, met Amerikaans notenhout, en zij vindt het oké, dat weet Van Vlastuin.
Duizenden trappen van EeStairs (zo’n tachtig werknemers, 22 miljoen euro omzet) zijn de afgelopen jaren over de hele wereld geïnstalleerd. Vaak gaat het om krullende combinaties van glas, beton, hout, metaal en lampjes. Heel soms met een glijbaan ernaast. Bij rijke particulieren, maar ook in hoofdkantoren van bedrijven. Van witte wenteltrappen bij AkzoNobel en NRC-moederbedrijf Mediahuis tot strakke, glazen constructies bij Pon en G-Star. In flagship stores van grote winkelketens als Victoria’s Secret en in musea als het Victoria & Albert in Londen.
Het is een indrukwekkend klantenbestand voor een bedrijf dat pas twintig jaar bestaat, maar het kan nog veel groter, meent het Larense private-equityfonds 5square. Twee weken geleden maakten de twee partijen bekend dat 5square een belang van 65 procent neemt in EeStairs. Tegen welke prijs is niet bekendgemaakt. EeStairs is op dit moment vooral groot in de regio Londen, New York en Nederland, en daar moet onder begeleiding van 5square nog veel meer bijkomen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73654082-b54b62.jpg|https://images.nrc.nl/6S66ixICoDcI274maatn9Kx59Eg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73654082-b54b62.jpg|https://images.nrc.nl/-wpKHV9QHQlWWFqMF5NfgSZVK70=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73654082-b54b62.jpg)
De houtbewerkingsafdeling.
Foto Flip Franssen
Architecten
Het is de eerste inmenging van buitenaf voor EeStairs. Van Vlastuin, afkomstig uit het Utrechtse Renswoude, begon het bedrijf in 1999, op verzoek van vriend en dorpsgenoot Dick Cluistra. Die werkte al in de bouw: of ze samen geen luxe bouwonderdelen konden gaan produceren?
Eigenlijk had Van Vlastuin zijn toekomst altijd voor zich gezien in het autobedrijf van zijn vader – de diploma’s waren al op zak. Toch ging hij aan de slag met de bouwonderdelen. Al snel besloot hij zich te richten op trappen: daar lagen de meeste kansen, omdat de toegevoegde waarde groot is.
Zeven jaar lang probeerde Van Vlastuin het wereldje binnen te komen, terwijl de professionele hout- en metaalbewerkers van EeStairs aan ‘gewone’ trappen werkten. De juiste opdrachtgevers en architecten leren kennen – EeStairs trekt vaak nauw op met de ontwerper van een gebouw – duurde lang. „Het echte werk, daar kwam ik maar niet bij.”
Tot daar opeens die eerste klus was: een trap voor een filmster, van 200.000 dollar.
Daarna ging het balletje rollen. Inmiddels heeft hij samengewerkt met grote architecten als Zaha Hadid – nou ja, haar vertegenwoordiger dan, zelf heeft hij haar nooit ontmoet – en komen de opdrachten van (eveneens vertegenwoordigers van) miljonairs en miljardairs vanzelf binnen. Overigens weet hij lang niet altijd voor wie hij nu eigenlijk precies werkt, zozeer is die groep gesteld op privacy. „Een keer wilde een klant zelfs niet haar adres vertellen.” Moest het installatieteam in de regio Moskou op pad met coördinaten. De trap was voor in een kledingkast.
Nu heeft EeStairs twee fabrieken: een in Canada, voor de Noord-Amerikaanse markt, en een op een bedrijventerrein in Barneveld. Elke discipline heeft er een eigen ruimte: in de eerste hal staat een handvol houtbewerkers deze ochtend treden voor een ziekenhuis glad te schuren. Een deur verder lassen de metaalbewerkers een leuning in een wenteltrapconstructie.
Sommige ontwerpen voor trappen lijken meer op een ets van Escher dan op een serieuze bouwtekening
In de fabriek bouwen ze wat een verdieping hoger – bereikbaar met een betonnen wenteltrap – door acht ingenieurs en Van Vlastuin is ontworpen. Op enorme computerschermen sleutelen ze aan 3D-ontwerpen, waarna de bouwtekeningen naar beneden kunnen. Sommige lijken meer op een ets van Escher dan een serieus ontwerp
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73653990-4a7f84.jpg|https://images.nrc.nl/2XC4uZjthfgsH2vj95aom-46pzU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73653990-4a7f84.jpg|https://images.nrc.nl/ap2s1ioUonAXJi1NluBsXYal7O8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73653990-4a7f84.jpg)
Foto Flip Franssen
Loopritme
Het leuke aan trappen maken, zegt Van Vlastuin, is dat je op veel verschillende dingen moet letten: regels, loopcomfort, veiligheid én esthetiek. Hij raakt zichtbaar enthousiast bij het praten over aantreden (de breedte van een tree) en optreden (de hoogte). „Als je die combineert, komt er een bepaald loopritme uit.”
Dát moet je de hele bestijging lang zien vast te houden, óók als je een tussenplatform inbouwt, zoals in Frankrijk om de zeventien stappen verplicht is, en in Nederland om de vier meter. En dan óók nog proberen om er iets moois van te maken. Door het glas van de traprand te laten golven, zoals bij advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek in Amsterdam – Van Vlastuins favoriete trap.
Of door te experimenteren met treden van verschillende grootten – hoewel dat geen onverdeeld succes was. Een paar jaar geleden kwam EeStairs met een opvallend ontwerp voor een trap in het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle: eentje waarbij de aantreden onder en boven veel langer waren dan in het midden, waardoor de trap omhoog lijkt te golven. „Je hebt in Nederland wel regels voor de minima en maxima van optreden en aantreden, maar er stond nergens dat ze allemaal hetzelfde moesten zijn.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73729250-fe4f4b.jpg|https://images.nrc.nl/yQ2-NVMRtBm9Lz9Z2wWE177_XHI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73729250-fe4f4b.jpg|https://images.nrc.nl/vzrma2WTyrzLkFpLVKHvUWklkNU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73729250-fe4f4b.jpg)
De trap in het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
Foto EeStairs
Dat vonden sommigen toch een nét iets te vrije interpretatie van de richtlijnen. Dit mocht niet, vond de branchevereniging Nederlandse Trappen Fabrikanten (NTF): de Zwolse trap zou onveilig zijn. Een kleine scheuring in trappenland volgde. EeStairs stapte uit de branchevereniging.
Van Vlastuin schudt zijn hoofd. „Binnen de regels kon dit gewoon, en het loopritme was perfect.” Inmiddels staat in de richtlijnen van het Bouwbesluit dat het niet de bedoeling is trappen te maken met verschillende tredegrootten.
Niet meer met de lift
Meer markten aanboren is één, maar wat Van Vlastuin eigenlijk hoopt is dat de trap de komende jaren als geheel meer ‘in’ raakt. Omdat mensen vanwege corona minder graag in een lift stappen, bijvoorbeeld. Of omdat winkels steeds meer willen investeren in trappen om mensen naar een hogere verdieping te lokken: retailexperts hameren er al langer op dat winkels met een ‘gewone’ roltrap niet meer voldoen.
Als ontwerper zijn dat soort trappen eigenlijk misschien ook wel het leukst; de winkeltrap kan Van Vlastuin blijven bezoeken. Want dat vindt hij soms nog weleens jammer aan werken voor de superrijken: je bouwt het, en je bent het voor eeuwig kwijt. „Als ik in Amsterdam ben, denk ik altijd: daar hebben we gebouwd, en daar. Maar ik kan het nooit meer zien.”
Correctie (11 juli 2021): in een eerdere versie van dit artikel stond de naam van James Dyson abusievelijk onjuist vermeld. Dat is hierboven aangepast.