Door overstromingen verwoeste weg en spoorlijn bij Mayschoss in de Duitse deelstaat RIjnland-Palts

Foto Christof Stache/AFP

Met het water kwam ook langzaam het besef: ‘Green Deal’ is urgent

Klimaatbeleid De watersnood in Duitsland, België en Nederland lijkt de noodzaak te van de Europese Green Deal te onderstrepen. Toch is die urgentie nog niet in elke lidstaat even voelbaar.

Hitte, droogte, bosbranden. Extreme regen, aardverschuivingen, overstromingen. Het is een zomer van natuurgeweld. En niemand, ook niet in Europa, kan zich veilig wanen.

Lang leken natuurrampen voorbehouden aan andere continenten. Dáár werd pijnlijk duidelijk waarklimaatverandering toe kan leiden. Dáár kwamen de berichten vandaan, zo ook de afgelopen weken.

In het Chinese Zhengzhou kwamen metropassagiers in de val te zitten door hevige regenval, en verdronken. In Madagascar eten mensen modder om hun maag te vullen tijdens een hongersnood door ongewoon langdurige droogte. In Siberië flakkeren bosbranden op die smeulend de winter overleefd blijken te hebben. In de Amerikaanse staat Oregon genereren de bosbranden zoveel energie en hitte dat ze het weer veranderen. En op de longen van het Amazonegebied valt niet te rekenen: door branden stoten de regenwouden momenteel meer CO2 uit dan ze opnemen.

Maar ook in West-Europa werden nu huizen, wegen en bruggen meegesleurd met rivieren die eerder lieflijk leken. Extreme regenval, door een depressie die ongebruikelijk stabiel was en doordat er bij de hoge zomerse temperaturen veel vocht in de lucht zat, zorgde voor een watersnood. In totaal vielen er ruim 200 doden, 150 mensen worden nog vermist. Zo werden ook Nederland, België en Duitsland met klimaatverandering geconfronteerd.

Het wrange toeval wil dat de Europese Commissie juist op het moment van de overstromingen een routekaart presenteerde voor haar klimaatbeleid. Op de politieke agenda staat dat Europese klimaatbeleid – de zogeheten ‘Green Deal’ – al zo’n anderhalf jaar centraal. Het doel ligt vast: de EU moet in 2030 55 procent minder emissie hebben dan in 1990, en in 2050 klimaatneutraal zijn.

Iedereen die begint over de kosten van het aanpakken van de klimaatcrisis zou ook moeten nadenken over de kosten van het niét aanpakken van de klimaatcrisis

Zonder tastbare gevolgen van klimaatverandering in de nabije omgeving blijft dat doel abstract. De vraag is of met het weer samenhangende natuurrampen daar iets aan veranderen. De hittegolf van 2019, ook in Europa de dodelijkste natuurramp van dat jaar, maakte nog weinig gevoel van urgentie los. Die hittegolf was minder zichtbaar dan de overstromingen nu, met duizenden gezinnen die op zoek moeten naar een ander onderkomen en voorlopig voor eten en kleding afhankelijk zijn van noodhulp.

Bij de Brusselse hoofdrolspelers is het gevoel van urgentie er in ieder geval. Bij een bezoek aan het overstroomde gebied in België zei Commissievoorzitter Ursula von der Leyen: „De wetenschap vertelt ons dat we door klimaatverandering steeds meer extreme weerfenomenen zullen zien die langer duren. Dit toont de urgentie.”

Lees over de Green Deal: Dit zijn de klimaatplannen van de EU

Eurocommissaris Frans Timmermans (Klimaat) wees ook op het noodweer, na afloop van een vergadering waarop Europese klimaatministers de nieuwe plannen voor het eerst bespraken. „Wat we vorige week zagen is een kleine herinnering dat de kosten in mensenlevens maar ook de materiële kosten van niets doen veel hoger zijn dan de kosten van handelen”, zei Timmermans. „Iedereen die begint over de kosten van het aanpakken van de klimaatcrisis zou ook moeten nadenken over de kosten van het niét aanpakken van de klimaatcrisis.”

‘Geen sweeping statements’

Tegelijk werd duidelijk dat de lidstaten die te maken kregen met het noodweer de urgentie niet op eenzelfde manier voelden. In het ene land (Nederland) wilde de premier „geen sweeping statements” over klimaatverandering maken toen hij de schade in Limburg kwam bekijken. In het andere (België) zag de premier „een link” met klimaatverandering. In het derde (Duitsland) lieten politici geen twijfel bestaan over wat volgens hen de oorzaak was van de extreme regenval: de opwarmende aarde. Vrijwel allemaal pleiten ze voor een sneller en steviger pakket aan klimaatregelgeving. Hoe dat er in concreto uit zal zien, is de vraag. Vanzelfsprekend vindt elke partij twee maanden voor de Duitse verkiezingen de eigen plannen het meest doeltreffend.

Het verschil in houding heeft niet alleen te maken met de omvang van de ramp – in Duitsland en België vielen doden, in Nederland niet, al is de materiële schade groot. Het past ook bij de volksaard. Voor veel Nederlanders horen de overstromingen in Limburg bij de strijd tegen het water. Nederland past zich al eeuwen met succes aan de grillen van de natuur aan: na de vorige grote overstroming van 1995 kregen de rivieren meer ruimte om te overstromen.

Dat heeft zeker erger voorkomen. Al waarschuwde Deltacommissaris Peter Glas in NRC dat de dreiging snel wordt vergeten. Een watertoets bij bouwprojecten is juist afgeschaft.

Lees ook een reportage uit België: ‘Sommige mensen vinden we nooit meer terug’

Kraanwatertekort

De Belgen voelen meer gevaar. De droogte van vorig jaar kon nog worden weggewuifd; dat er plaatselijk geen water uit de kraan kwam was op te lossen met een bezoek aan de supermarkt. De verwoestende kracht van het water confronteert de Belgen nu met een reëel probleem.

Bij de Duitsers, die ‘klimaat’ eerder vooral met Waldsterben associeerden, het uitsterven van het bos door onder meer zure regen, wordt door de overstromingen nu gepraat over klimaatadaptatie, het aanpassen van het landschap aan de natuur.

De vraag in Duitsland is of waterkeringen of ondergrondse waterbekkens zinvol zijn, die extreme regenval kunnen afvangen. Gemiddeld worden in heel Duitsland 52 hectaren per dag bebouwd met huizen, industriegebouwen, woonboulevards of wegen. In het door de overstromingen getroffen Noordrijn-Westfalen gaat het om vier hectare per dag. En het dak van een meubelgigant absorbeert nu eenmaal minder water dan een loofbos.

Militairen op een boot op de Ahr-rivier bij een ingestort dak van een huis in Rech, West-Duitsland. Foto Christof Stache/AFP
Het verwoeste treinspoor in Dernau, in het westen van Duitsland. Over het informatiebord hangt een matras. Foto Christof Stache/AFP
Emmers worden gebruikt om de modder uit een huis in Dernau te gooien, vlakbij Bad Neuenahr-Ahrweiler in Duitsland. Foto Christof Stache/AFP
Verwoeste huizen en treinsporen in West-Duitsland, dagen na de heftige overstromingen. Foto Christof Stache/AFP

Duitsland is bovendien fossiel ingesteld. Weliswaar wordt de helft van de energie duurzaam gewonnen, maar bijna 17 procent komt nog uit bruinkool, die tot 2038 mag worden afgegraven. Woensdag bereikte Berlijn bovendien een akkoord met de VS over de gaspijplijn Nord Stream 2, die nu in gebruik kan worden genomen. Volgens deskundigen wordt de pijplijn pas rendabel als hij ten minste veertig jaar in bedrijf is.

Het tegengaan van klimaatverandering is een fikse uitdaging voor bijvoorbeeld de Duitse auto-industrie. De Europese Commissie wil dat er na 2035 geen auto’s met fossiele brandstofmotoren meer op de markt verschijnen. In 2019 was nog slechts 2 procent van de 2,3 miljoen voertuigen die Daimler produceerde elektrisch. Welwillende burgers wordt het ook niet makkelijk gemaakt hun steentje bij te dragen. De burgemeester van het Saksische Grimma noemde de bureaucratische weg voor de aanleg van een zonnepaneel deze week in een talkshow „ingewikkelder dan die voor de aanleg van een kernenergiecentrale”.

Het klimaat werd in Duitsland een groot verkiezingsthema door de tweestrijd tussen Armin Laschet (CDU) en Annalena Baerbock (Groenen). Tegelijk is dat voor beiden ook riskant: het zal snel worden gezien als opportunisme om politiek te willen profiteren van een natuurramp; doen alsof er niets gebeurd is zal evenmin kiezers overtuigen.

Lees ook een reportage uit Duitsland: ‘Bang? Natuurlijk was ik bang. Je kunt niets doen, zelfs je kinderen niet beschermen’

Groener Duitsland

Voor de Europese Commissie is van belang dat in Duitsland klimaatbeleid prominenter op de politieke agenda is gekomen door de overstromingen. De machtige Duitse industrie zorgde er in het verleden voor dat plannen flink konden worden afgezwakt. Een ‘groener’ Duitsland kan de Europese klimaatagenda een duw geven.

Tegelijk wachten er ook dan nog forse discussies. Groene partijen hebben zeker niet overal in Europa veel steun en als maatregelen pijn gaan doen kan die snel verdampen. Het is de vraag of overheden dan nog altijd bereid zijn door te duwen om de klimaatdoelen te halen.

België bleef de laatste jaren in gebreke als het ging om het doorvoeren van grote klimaatplannen. Een rechtbank oordeelde half juni dat zowel de federale overheid als het Vlaams, Waals en Brussels gewest – die elk een deel van het klimaatbeleid voor hun rekening nemen – te weinig doen om internationale klimaatdoelen te halen.

Ik hoop dat alle politici nu begrijpen dat het klimaat niet alleen een gesprek is voor wetenschappers, maar dat dit ook een werkelijkheid is voor mensen die alles verloren hebben

Op het gebied van klimaatadaptatie namen de Belgen de laatste decennia stappen, zeker na eerdere overstromingen eind jaren negentig. Er werden gecontroleerde overstromingsgebieden en bufferbekkens aangelegd, er kwam meer ruimte voor groen in steden, en er werd minder gebouwd in overstromingsgevoelig gebied. Bij de laatste verkiezingen, in 2019, was klimaat bovendien een van de belangrijkste thema’s.

Lees ook Oplossingen tegen overstroming bij extreme regenval ‘liggen klaar’

De regering-De Croo, met de liberale partijen Open VLD en MR, is op het gebied van klimaatverandering progressiever dan de vorige federale regering. Deze week buitelden politici over elkaar heen om de link te leggen tussen klimaatopwarming, extreme regenval en de overstromingen. „Ik hoop dat alle politici nu begrijpen dat het klimaat niet alleen een gesprek is voor wetenschappers, maar dat dit ook een werkelijkheid is voor mensen die alles verloren hebben”, zei de Waalse minister van Begroting Jean-Luc Crucke, voormalig minister van Klimaat. Zijn partij, de liberale MR, was niet altijd de meest vooruitstrevende klimaatpartner in regeringen.

De liberale premier Alexander De Croo zat op dezelfde lijn: „Zonder vooruit te lopen op de wetenschappelijke analyse: het klimaatpanel van de VN heeft al meermaals aangegeven dat we in toenemende mate zullen worden geconfronteerd met fenomenen als extreme neerslag en extreme droogte.”

Zuinigjes

Ook in België is de vraag of die woorden ook tot concrete voorstellen zullen leiden. De Waalse minister-president Elio Di Rupo kondigde aan dat bij het herstellen van de overstromingsschade meer aandacht zal komen voor overstromingen door extreem weer. De Vlaamse minister voor Klimaat Zuhal Demir van de rechts-conservatieve N-VA maakte ook duidelijk dat er meer maatregelen moeten komen tegen klimaatverandering en voor klimaatadaptatie. Maar ze liet eveneens weten dat de Europese Green Deal „haalbaar en betaalbaar” moet zijn.

In Nederland was de ontvangst van de Green Deal door staatssecretaris Dilan Yesilgöz (Klimaat, VVD) zuinigjes, ook al maakt het kabinet-Rutte III zich hard voor strenger EU-klimaatbeleid. „We gaan heel goed kijken wat dit in de praktijk voor Nederlanders betekent en hoe we de onderhandelingen over dit pakket in zullen gaan”, verklaarde Yesilgöz vorige week.

Kinderen worden geëvacueerd na overstromingen in Weihui, China. Foto Reuters
Brandweermannen proberen een bosbrand te blussen in Magaras, Rusland. Foto Roman Kutukov/Reuters
Overstromingen in China en een bosbrand in Rusland. Foto’s Reuters

Premier Rutte zei bij zijn bezoek aan Limburg dat er „wel echt iets aan de hand is. Laten we daar duidelijk over zijn.” Grotere woorden vond hij op dat moment niet gepast. „We zullen moeten bekijken hoe het kan dat in deze gebieden zo lang zo veel water kan komen.”

De ongemakkelijke waarheid is dat zelfs als het de Commissie lukt haar ingrijpende Green Deal doorgevoerd te krijgen, de effecten van klimaatverandering de komende tijd alleen maar voelbaarder zullen worden. Eerder dit jaar presenteerde Timmermans een ‘klimaatadaptatiestrategie’ waarin beschreven staat hoe de EU zich beter kan voorbereiden. Maar echte beslismacht heeft Brussel hierbij niet.

Duidelijk is ook dat de effecten van klimaatverandering binnen de EU heel verschillend gevoeld zullen gaan worden. Hoewel de overstromingen nu het ‘rijkere’ Noordwest-Europa troffen, tonen alle berekeningen dat vooral Zuid-Europa zwaar zal gaan zuchten onder stijgende temperaturen en langere periodes van droogte. Of andere EU-landen blijvende solidariteit willen tonen met die vaak toch al armere gebieden, is allerminst zeker.

We zitten in uncharted territory. Dit zijn uitzonderlijke omstandigheden. Maar de frequentie ervan neemt toe.

Aanpassen aan het klimaat kan bovendien niet eindeloos. Er zit een grens aan steeds hogere dijken en steeds meer ruimte voor de rivieren. Adaptatie, zeggen wetenschappers, zal ook niet voldoende zijn om de gevolgen van extreem weer op te vangen. En hoeveel warmer wordt het nog? „We zijn nu in een terra incognita terechtgekomen”, zei weerkundige Peter Kuipers Munnike vorige week in Nieuwsuur. Hij hoopt dat het besef is gegroeid dat klimaatverandering „geen statistiekje of tabelletje is”.

Deltacommissaris Glas zei tegen NRC hetzelfde: „We zitten in uncharted territory. Dit zijn uitzonderlijke omstandigheden. Maar de frequentie ervan neemt toe.” En ja rekening houden met klimaatverandering maakt projecten duurder en ingewikkelder. Glas: „Als dat wordt gezegd, waarschuw ik nadrukkelijk. Dan wijs ik erop dat als we niets doen en de mondiale temperatuur met gemiddeld twee graden stijgt, de schade in Nederland tot 2050 om en nabij zeventig miljard euro bedraagt.”

Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) meldde afgelopen week dat de wereld veel te weinig in duurzaamheid investeert waardoor in 2023 de mondiale CO2-uitstoot een nieuw record gaat boeken. Het Akkoord van Parijs moest de opwarming (maximaal 2 graden in 2050 maar bij voorkeur 1,5 graad) met decennia vertragen. Maar volgens het IEA wordt de 1,5 graad opwarming vermoedelijk al in 2030 gehaald.

Met bijdragen van Anouk van Kampen, Nynke van Verschuer, Erik van der Walle en Clara van de Wiel.