Opinie

De honger van Vladimir Poetin is nog niet gestild

Dankzij een essay van Poetin weet nu dat Oekraïne een anti-Moskouproject is dat ooit door Polen en Oostenrijkers is begonnen.

Hubert Smeets

Zeven jaar deed president Poetin alsof de annexatie van de Krim en de interventie in de Donbas slechts een antwoord waren op een ‘neonazistische staatsgreep’ in Oekraïne. Nu blijkt dat hij meer beoogde. Soeverein Oekraïne is een fictie. Het is louter een instrument dat het Westen gebruikt voor zijn eeuwenoude ‘anti-Russisch project’, schreef Poetin vijf dagen voor de zevende verjaardag van de MH17-ramp in een essay dat het Kremlin op zijn eigen website in drie talen (Russisch, Oekraïens en Engels) publiceerde.

Poetins dogma, dat Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland sinds de kerstening van Kievan Rus in 988 ‘één volk verenigd door één taal’ vormen, is ouwe koek. Taal- en geschiedkundig is deze stelling onhoudbaar. Maar het Kremlin hecht aan deze negentiende-eeuwse historiografie, omdat de illusie, dat er een rechte lijn loopt van mannen in berenvellen toen naar kosmonauten nu, de indruk versterkt dat Poetin met de zegen van dé geschiedenis regeert. Nieuw is wel dat zijn ambitie om alle Grootrussen, Kleinrussen en Witrussen (zoals hij de inwoners van de drie onafhankelijke landen noemt) te herenigen, zijn antwoord is op een complot tegen Moskou.

Poetins theorie gaat zo. Tot ver na de Napoleontische oorlogen kon de Russische cultuur zich gestaag in alle windrichtingen uitbreiden. Tot ieders genoegen en voorspoed. De ‘integratie’ verliep op rolletjes, omdat de mensen van Siberië tot de Karpaten dezelfde religieuze en culturele tradities deelden. Pas medio negentiende eeuw begonnen de buitengewesten van het eensgezinde Russische rijk te morren – natuurlijk niet het gewone volk, maar de elites.

Toen ook dook ineens een ‘Oekraïens vraagstuk’ op, dat voordien nooit had bestaan. Kwade genius was de Poolse elite die de ondergang van het Pools-Litouwse Gemenebest door drie delingen (1772-1795) niet had kunnen verkroppen. Weliswaar was het tsaar Alexander II die de Oekraïense taal en cultuur per oekaze (1863 en 1876) verbood, maar ‘tegen de achtergrond’ van het Poolse nationalisme was die repressie begrijpelijk. Alexander had de intentie om de Kleinrussische cultuur, net als de Witrussische, binnen die ene grote Russische natie te ontwikkelen. Maar omdat wat intellectuelen uit Polen en Kiev de ‘Oekraïense kwestie’ gingen gebruiken om een wig te drijven tussen Rusland en Europa, moest de Russische tsaar wel handelen.

Vanaf toen werd Oekraïne speelbal in een oud ‘anti-Russisch project’ uit de zeventiende eeuw. Dit project is geworteld in het anti-Moskovitisch denken van ‘Pools-Oostenrijkse ideologen’ die de Russische grond willen ‘exploiteren’, soms met behulp van ‘nazi’s’ en hun ‘Arische heerser’. Zo was het tijdens de Eerste Wereldoorlog, de buitenlandse interventies in de Burgeroorlog en de Tweede Wereldoorlog. Zo is het weer sinds de Maidan.

In dit Amerikaans-Europese project is Oekraïne het ‘bruggenhoofd tegen Rusland’. Het Kremlin zelf viel al die tijd niets euvel te duiden, aldus Poetin, ook niet toen Stalin daar resideerde. De enige die fout was, was de bolsjewiek Lenin die in 1919 de kat op het spek bond door een Oekraïense Sovjetrepubliek te creëren.

Poetins revanchisme heeft in Nederland amper de aandacht getrokken. Dat is onverstandig. In zijn manifest preludeert Poetin bijna onverholen op verdere interventies in Oekraïne en Wit-Rusland. President Macron, kanselier Merkel en andere Europese regeringsleiders weten dankzij dit essay precies waar de man, met wie ze de betrekkingen zouden willen normaliseren, van droomt. Van een nieuw Russisch rijk omringd door oude satellieten.

Oost-Europa-expert Hubert Smeets werkt bij het kenniscentrum Raam op Rusland. Hij schrijft om de week met redacteur geopolitiek Michel Kerres over de kantelende wereldorde.