De Braziliaanse voetbalvrouwen zijn wat ouder. Maar onderschat hen niet

Tokio 2020 Het Nederlands vrouwenelftal speelt zaterdag tegen Brazilië, waarvan het nooit wist te winnen. Een duel tussen de twee M’s: Marta en Miedema.

De Braziliaanse voetbalster Marta in de wedstrijd tegen China, afgelopen woensdag.
De Braziliaanse voetbalster Marta in de wedstrijd tegen China, afgelopen woensdag. Foto Andre Penner/AP

„Er zitten een paar bejaarden tussen”, grapte voetbalanalist Leonne Stentler eerder deze week bij de NOS, over de wat oudere leden van het Braziliaanse vrouwenelftal. In weinig andere olympische sporten komen 40-plussers uit, behalve in de hippische sporten, waaraan soms 65-plussers meedoen. Maar voetbalsters als de Braziliaanse middenvelder Formiga (43) behoren dan ook tot de buitencategorie. Formiga speelt in Japan haar zevende Olympische Spelen en kwam 201 keer voor haar land uit.

Ook spits Marta is met haar 35 jaar rijkelijk oud voor een voetbalster. Maar de zesvoudig FIFA World Player of the Year is de eerste die op vijf achtereenvolgende Spelen scoorde. In de met 5-0 gewonnen openingswedstrijd van Brazilië tegen China, woensdag, was het zelfs twee keer raak. Haar beroemde landgenoot, oud-voetballer Pelé, was onder de indruk, getuige zijn lovende Instagram-bericht: „Gefeliciteerd met je traject. Gefeliciteerd, je bent veel meer dan een voetbalster. Met je talent help je een betere wereld te bouwen, waarin vrouwen meer ruimte krijgen.”

Tegenover enorme persoonlijkheden als Marta – „een grootheid” noemde bondscoach Sarina Wiegman haar vrijdag – steekt de Oranje-selectie wat gewoontjes af. Alleen al daarom wordt hun treffen deze zaterdag in het Miyagi Stadium in Rifu interessant. Eén van de weinigen die zich qua temperament met de Brazilianen kan meten is Shanice van de Sanden, de rechtsbuiten die privé een moeilijke periode doormaakte, maar door het wegvallen van Sherida Spitse (knieblessure) woensdag een basisplaats kreeg in de met 10-3 gewonnen wedstrijd tegen Zambia.

Nederland speelde vijf keer eerder tegen Brazilië, waarvan het drie keer verloor en twee keer gelijk speelde. Hun laatste treffen was in maart 2020, tijdens het sterk bezette Tournoi de France. Driekwart jaar eerder had de ploeg van Sarina Wiegman knap de finale van het WK bereikt, waarin het tekortschoot tegen de Verenigde Staten. Brazilië kwam op dat eindtoernooi niet verder dan de achtste finales. Maar op het Tournoi de France waren de ploegen aan elkaar gewaagd, zij het dat Nederland beter combineerde. Eindstand: 0-0.

Sinds het aantrekken van de 61-jarige succescoach Pia Sundhage, in het najaar van 2019, lijken de Brazilianen opgebloeid. De ploeg verloor dit jaar met 2-0 van de Verenigde Staten, maar won van Canada, Rusland en deze week dus China. Het is lang geleden dat Brazilië – WK-finalist in 2007 en tweede op de Spelen van 2004 in Athene en van 2008 in Beijing – zo aanvallend speelde. En met die hoge leeftijd van de speelsters valt het heus wel mee. Tegenover oudere vedetten als Formiga en Marta staan jonge talenten als spitsen Geyse (23) en Giovana Queiroz (18). De 29-jarige uitblinker Debinha zit daar qua leeftijd tussenin.

Mooi om te zien is hoe de charismatische Sundhage een eenheid wist te smeden van haar team. De Zweedse (die in haar thuisland in een band speelt) danst met haar ploeg en speelt Braziliaanse muziek op gitaar. Zoals ze dat eerder ook deed als coach van het Amerikaanse vrouwenelftal. Bij haar aantreden in de VS, in 2008, introduceerde ze zichzelf met een vertolking van Bob Dylans The Times They Are A-Changin’. Haar credo: als je wilt dat anderen zichzelf zijn, moet je het goede voorbeeld geven.

Het zingen van Portugese liedjes gaat Sundhage minder goed af, maar ze paste al wel eens de tekst aan van Anunciacao, een klassieker van de Braziliaanse singer-songwriter Alceu Valença, om haar boodschap over het voetlicht te krijgen, vertelde ze in een interview. Dat de speelsters de draak steken met haar onhandige danspasjes, neemt zij op de koop toe. Zij kan niet dansen, maar de speelsters kunnen niet zingen, dus het is een win-winsituatie.

Regisseur in de machinekamer

De sfeer in het Nederlandse kamp is goed, vertelde Wiegman vrijdag, maar even jolig als bij de Brazilianen zal het niet zijn. De blessure van 188-voudig international Spitse blijft een zware tegenvaller. „Voor Sherida zelf is het een persoonlijk drama, maar wij hebben het er als groep ook zwaar mee. Het is gewoon een klap, zo eerlijk moeten we zijn”, zei keepster Sari van Veenendaal eerder deze week. De 31-jarige Spitse is zowel binnen als buiten het veld belangrijk. „Maar het is een kort toernooi, we moeten de teleurstelling nu snel omzetten in extra kracht. Het is aan ons de taak dit op te vangen en zo goed mogelijk in te vullen.”

„Een regisseur in de machinekamer van Oranje”, noemde NRC de Friezin tijdens het WK van 2019. Ze delegeert in de as van het veld, tussen defensie en middenveld. Bij balbezit verzorgt Spitse (die zaterdag thuis voor de tv zit) vaak de opbouw, bij balverlies moet ze zorgen dat de verdediging goed staat. Geen makkelijke combinatie, maar ze kwijt zich goed van haar taak.

Vivianne Miedema aan de bal tegen Zambia. Foto Andre Penner/AP

Daar komt bij dat middenvelder Spitse ook vaker doel treft. Tijdens het gewonnen EK van 2017 in eigen land was ze een paar keer trefzeker. Ook daarin wijst Spitse het team de weg. Maar bondscoach Wiegman zag gelukkig ook een lichtpuntje. Het wegvallen van Spitse zou de Olympische Spelen „een extra dimensie”, geven. „We willen presteren hier in Japan, voor de fans in Nederland en nu ook voor Sherida.”

Een ander pijnpunt voor de Nederlandse voetbalsters was dat zij zich gevangen voelden in Japan. Sinds vorige week zaterdag verblijft de ploeg in Sendai, waar ze in het nabijgelegen Rifu tegen Zambia speelden en ook tegen Brazilië weer zullen aantreden. De vrouwen kregen nauwelijks ruimte om naar buiten te gaan, en dat voelde verstikkend. Konden ze tijdens het trainingskamp in Kamogawa nog af en toe op een afgesloten deel van het hotel de tuin in, in Sendai bleven de deuren gesloten.

„We proberen er naar omstandigheden het beste van te maken”, vertelde spits Vivianne Miedema woensdag aan journalisten. „Maar het is niet leuk natuurlijk. Tot vanavond hadden we amper het gevoel dat we op de Olympische Spelen zijn. Dat je niet af en toe naar buiten kan om een frisse neus te halen, is moeilijk. Helemaal als je alleen op een kamer zit die vrij krap is en waar de wifi ook hapert.”

Miedema, met vier doelpunten uitblinker tegen Zambia, beseft dat deze editie van de Spelen door de pandemie anders zijn dan alle andere, en dat voortdurend moet worden afgewogen wat verantwoord is en wat niet. „We begrijpen dat we de risico’s op besmetting zo klein mogelijk moeten houden. We proberen er dus het beste van te maken. Helaas hoort het er allemaal bij. We kunnen daar wel honderd keer over zeuren, maar uiteindelijk moeten we gewoon op het veld presteren.”

De KNVB besloot niettemin met enkele andere bonden een klacht in te dienen bij onder meer het organisatiecomité, de Japanse overheid en het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Met succes. De speelsters mogen nu ook naar een afgesloten deel van de hoteltuin, en de benen strekken in het nabijgelegen park, als daar geen andere gasten zijn. Ze hoeven het hotel ook niet meer te betreden via de goedereningang en de goederenlift, maar kunnen, net als elke andere gast, de hoofdingang gebruiken.

Marta en Miedema

Bondscoach Wiegman realiseert zich intussen dat de monsterscore tegen Zambia, hoe prettig ook, geen goede graadmeter is voor de rest van het toernooi. De uitslag zegt niet zo veel, zei ze vrijdag, zeker niet als je die afzet tegen de wedstrijd tegen Brazilië. Op de vraag of ze lang heeft stilgestaan bij de drie tegendoelpunten van Zambia, die toch ook de kwetsbaarheid van de Nederlandse defensie blootlegden, zei ze: „Nee, dat heeft weinig zin. Ik wil vooral vooruit kijken: wat gaat goed?”

Wel vond ze dat haar ploeg bij balverlies in het vervolg sneller de counter eruit moet halen. Want de ruime overwinning van de Zuid-Amerikanen op China mag dan geflatteerd zijn – de Chinezen kregen veel kansen en de Braziliaanse verdedigers lieten „steekjes vallen” – maar het is natuurlijk wel knap, zei Wiegman, als je in je openingsduel op de Olympische Spelen vijf doelpunten maakt.

Als het meezit reist Nederland zondag als groepswinnaar per bus en trein naar Yokohama, met twee overwinningen op zak. Maar Wiegman sloot niet uit dat zij, al naar gelang het wedstrijdbeeld, kan leven met een gelijkspel tegen Brazilië, de ploeg die de afgelopen vijfentwintig jaar nog nooit op een olympische editie ontbrak.

De wedstrijd van zaterdag wordt los van al het andere ook een wedstrijd tussen de twee M’s: Marta en Miedema. De Braziliaanse mag dan wat ouder zijn, zei Miedema tegen het ANP, maar zij mag niet worden onderschat. „Wat Marta heeft gedaan voor Brazilië en voor het vrouwenvoetbal, dat is geweldig. Ze wordt er niet jonger op. Maar als je op je vijfde Spelen staat en nog steeds weet te scoren, dan ben je een grootheid. We hebben veel respect voor haar en zullen zaterdag rekening met haar moeten houden.”