Skateboardster Candy Jacobs: „Ik ben echt zo safe geweest. Ik zie al anderhalf jaar mijn vrienden amper.”

Foto Vladimir Smirnov/TASS

Interview

Candy Jacobs mist de Spelen: ‘Nooit in mijn leven ben ik zo verdrietig geweest’

Olympische Spelen Skateboardster Candy Jacobs was al in Japan, maar testte toen positief op het coronavirus. Haar Spelen waren daarmee al afgelopen voordat ze waren begonnen.

Skateboardster Candy Jacobs (31) testte afgelopen woensdag als eerste Nederlandse olympiër positief op het coronavirus. Haar Spelen zijn al voorbij nog voor ze begonnen. Ze zit in een quarantainehotel op twintig minuten van het olympisch dorp. „Het ergste is dat ik met mezelf zit opgescheept, zonder vooruitzicht en zonder houvast.” Een monoloog van een wanhopige topsporter:

„Mijn wereld staat al twee dagen helemaal op z’n kop, vanaf het moment dat Hans [van Dorssen, bondscoach skateboarden] woensdagochtend om kwart over acht met mijn speekseltestje de kamer binnenkwam en in plaats van één nu twee keer mijn naam noemde. ‘Candy, Candy, je bent positief getest.’ Ik had me net ingesmeerd, was klaar om te gaan skaten. Dit kwam helemaal uit de heldere hemel vallen, want ik voelde me prima. We moesten meteen gaan, in de gang stond een mannetje me al op te wachten. Ik wilde mijn zonnebril op, want ik begon natuurlijk meteen te huilen en dan zou iedereen weten hoe laat het was.

„Ik moest gelijk afscheid nemen van iedereen, van mijn coach, mijn teamgenoten. Daarna werd ik overgeleverd aan een marsmannetje in een pak. De weg daarheen voelde als een walk of shame. Hij bracht me naar een hokje dat verdacht veel van een gevangenis weg heeft, met een brancard, alles in plastic, een bureautje, een camera in de hoek. Daar heb ik drie uur gewacht op de uitslag van een PCR-test. Ik heb mijn ouders wakker gebeld, want ik zag alles kruimeltje voor kruimeltje instorten. Dit was het ergst denkbare scenario.

„Want je denkt: als ik maar in Japan ben, komt het wel goed. Je weet dat dit kan gebeuren, maar je gaat er niet van uit dat het bij jou gebeurt. Ik ben echt zo safe geweest. Ik zie al anderhalf jaar mijn vrienden amper, at niet meer bij mijn ouders. De laatste twee weken voor ik naar Tokio zou reizen, zat ik op een camping in Zeist, in een huisje geregeld door de bond. Ik had een soort pre-quarantaine.

Met 120 man in de wachtruimte

„De enige plek waar ik besmet kan zijn geraakt, is in het vliegtuig. Vooraf heb ik vier negatieve tests gehad. Ik weet nog dat ik bij het inchecken zei: ‘De reis doorstaan zonder besmetting vind ik het spannendst.’ Ik heb de hele vlucht zo’n FFP2-kapje omgehad, ook als ik sliep. We zaten bij het toilet, misschien is dat het probleem geweest. Toen we waren geland, moesten we met 120 man naar een wachtruimte, zes uur lang zaten we daar. Toen dacht ik: oké, als er nu iemand positief is, zijn we allemaal de sjaak. Het zegt natuurlijk wel wat dat ik de laatste anderhalf jaar niet besmet ben geraakt en dan op de zogenaamd veiligste plek op aarde wel.

„Met vier man kwamen ze binnen, en ik dacht: ze komen me heus niet met z’n allen vertellen dat ik toch negatief ben. ‘Je moet nu naar het quarantainehotel’, zeiden ze, en toen werd ik naar een coronataxi gebracht die van binnen helemaal met plexiglas was dichtgemaakt. Ik heb Hans gevraagd om mijn spullen te pakken, want ik wist niet of ik hier nog terug zou komen. Via de achteruitgang verliet ik het olympisch dorp, maar niet voordat ze eerst nog een soort ererondje maakte, langs de ringen, de eetzaal. Dat vond ik heel heftig. Op de achterbank heb ik me kapot zitten janken.

Lees ook dit artikel: De Olympische Spelen móésten doorgaan – maar tegen welke prijs?

„Die drie dagen in het olympisch dorp waren zo tof geweest en ik had nog zo veel zin om van alles mee te maken. Ik was van tevoren een beetje bang hoe we als nieuwe olympische sport door andere sporters ontvangen zouden worden. Namen ze ons wel serieus? Maar ze vonden het supertof hoe we daar door het dorp aan het skaten waren.

„Ik heb er jaren naartoe gewerkt om hier te kunnen staan. Dat is best een proces geweest, heb lang getwijfeld of de Spelen en topsport wel wat voor mij waren, of het wel paste bij mij als persoon. Ik kan me moeilijk aan regeltjes conformeren. Maar twee jaar geleden heb ik met mijn mental coach besloten om er vol voor te gaan. Omdat ik het mee wilde maken. Om hier dan eindelijk te komen, en dat het dan toch niet voor mij is voorbestemd. Die gedachten gaan wel honderd keer per dag door mijn hoofd. Dan moet ik huilen. Het voelt een beetje alsof er iemand dood is. Dan heb je ook van die momenten waarop je ineens beseft dat diegene er niet meer is en niet meer gaat terugkomen.

Paniek

„De situatie waarin ik nu zit, is niet te doen. Het is een ramp dat ik niet kan skaten na alles wat ik ervoor heb gedaan en gelaten, maar het ergste is dat ik nu met mezelf zit opgescheept. Dit is de zwaarste straf die je mij kunt geven. Mijn coping voor de dingen is dat ik kan skaten. Ik weet: zolang ik dat kan doen, hoef ik niet na te denken. Ik zit hier nu voor de derde dag, en ik moet er nog minimaal zeven. Wat er daarna gaat gebeuren weet ik niet. Ik ken de procedures niet, dus ik heb geen houvast. Ik slaap amper, maar ik voel me fysiek niet moe.

Ik heb mijn vizier al op Parijs 2024 staan. Ik heb te hard gewerkt om de Spelen te missen

Candy Jacobs

„Mijn fysiotherapeut heeft een schema voor me gemaakt, zodat ik een beetje kan trainen op mijn kamer. Dat probeer ik ’s ochtends uit te stellen zodat ik iets heb om naar uit te kijken. En ik heb van TeamNL acht chocoladerepen gehad. Ik heb er nu twee op, eentje per dag. Dat was tot vrijdagochtend mijn andere highlight van de dag. Want toen ik wakker werd, proefde ik ineens niets meer. Dat is ergens fijn, want dat betekent dus dat ik ook echt positief ben. Maar toen ik het merkte, raakte ik wel even in paniek.

„Mensen van TeamNL zoeken regelmatig telefonisch contact met me. De psycholoog [Paul Wylleman] belt me, Pieter [van den Hoogenband] ook. Het is superfijn dat ze daar de tijd voor nemen. En ik heb gelukkig mijn eigen mental coach. Die laat me inzien dat ik eigenlijk helemaal kapot ben. Ik zit de hele dag in dit drama vast, heb alleen een vensterbankje waarin ik een beetje kan zitten en een raam waarvandaan ik de Tokio Tower kan zien. Dan doe ik net alsof ik buiten ben. Maar echt, ik heb tot zes jaar geleden gewerkt in een jeugdgevangenis, en daar was het relaxter.

Geen plek voor de legpuzzel

„Ik loop zoveel als lukt, ijsberen, door de kamer, soms sneak ik de gang op. Zo haal ik mijn tienduizend stappen. Ik probeer wat luisterboeken, of schrijf wat in mijn dagboek, maar ik kan me steeds niet langer dan drie seconden concentreren. Ik heb ook een legpuzzel, maar er is geen plek om die te leggen. Ik vraag al een paar dagen aan TeamNL om een stuk karton van 90 bij 60 centimeter, dan kan ik met puzzelen mijn hoofd een beetje kalmeren. Verlangen naar een stukje karton. Zo had ik mijn Spelen niet voorgesteld.

Lees ook dit artikel: De Olympische ambities en dromen zijn hetzelfde, het verschil zit in de obstakels

„Nooit in mijn leven ben ik zo verdrietig geweest. Ik moet door een rouwproces. Soms ben ik ook ineens echt boos. Zo van: wat doe ik hier nou eigenlijk nog?

„Maar ik heb mijn vizier al op Parijs 2024 staan. Ik heb te hard gewerkt om de Spelen te missen. Eigenlijk was dit mijn enige kans, ik ben 31, heb altijd last van mijn knie en dat gaat nooit meer over. Nu moet ik het nog drie jaar rekken. Dat is het minste wat ik kan doen.

„Tijdens de openingsceremonie trek ik mijn pak aan en dirk ik me lekker op. Ik denk dat ik superhard ga huilen, maar ik wil het van het begin tot het einde volgen. Wat had ik graag achter mijn vriendinnetje Keet [Oldenbeuving] aan gelopen, terwijl ze de Nederlandse vlag draagt.”