De provincie Limburg onderzoekt de verkoop van ruim vier hectare provinciale grond aan de vader van een provincieambtenaar. Eind 2015 zou de grond van de hand zijn gegaan voor bedragen onder het gangbare prijsniveau.
De provincie verkocht op 29 december 2015 drie percelen bij het buurtschap Benzenrade in de gemeente Heerlen aan de daar wonende boer Guus Huynen. Die verkocht de percelen dezelfde dag door aan Leo Steinbusch. Zijn zoon Loek Steinbusch is bij de provincie in dienst als rentmeester, verantwoordelijk voor het beheer van provinciale gronden.
Bij beide transacties werd voor de ruim vier hectare in totaal 12.736 euro betaald, terwijl de marktprijzen tussen de 7.500 en 12.000 euro per hectare lagen. Het is terrein dat grotendeels geschikt is voor extensieve landbouw (het weiden van vee en hooien). Voor dit soort natuurvriendelijk beheer krijgen grondeigenaren subsidies. In Limburg werden die betaald door landschapsorganisatie IKL.
Deze stichting ging onlangs failliet, nadat oud-directeur Herman Vrehen afgelopen maart in opspraak kwam. Deze kwestie leidde tot het aftreden van het provinciebestuur. De daarna aangetreden waarnemend commissaris van de koning Johan Remkes (VVD) stelde een meldpunt voor mogelijke onregelmatigheden, integriteitsschendingen of belangenverstrengelingen in het openbaar bestuur. De zaak rond de rentmeester is – voor zover bekend – de eerste met een hoofdrol voor een provincieambtenaar.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/07/data73624074-0fb342.jpg)
‘Geen bezwaar van provincie’
Loek Steinbusch, behalve rentmeester bij de provincie ook eigenaar van een agrarische makelaardij, zegt desgevraagd dat hij nooit eigenaar is geweest van de gronden en verwijst voor commentaar naar de provincie. Het college van Gedeputeerde Staten schrijft donderdag, in antwoord op vragen van de fractie van de Partij voor de Dieren, het „niet passend” te vinden in het openbaar „in te gaan op het handelen van individuele ambtenaren in dienst van de provincie”. De provincie heeft wel opdracht gegeven tot een feitenreconstructie.
Boer Huynen, die de grond gelijk doorverkocht aan de vader van de provincieambtenaar, zegt dat hij de percelen kreeg aangeboden maar er niks mee kon. „Ik heb al veel gronden en het was mij veel te veel. Leo en Loek Steinbusch wilden de grond graag hebben. Ik heb gebeld met de afdeling grondverkopen van de provincie: of ik het aan hen zou mogen doorverkopen? Daar hadden ze geen bezwaar tegen. Maar officieel toestemming geven wilden ze niet. Later wilde de provincie de verkoop nog terugdraaien, maar daar wilde ik niets mee te maken hebben.”