Tijdens de plunderingen in Zuid-Afrikaanse Durban werden zelfs de plunderaars geplunderd

Onlusten Zuid-Afrika De plunderingen in Zuid-Afrika hebben de etnische spanningen ter plekke vergroot. In een wijk in Durban vielen tientallen doden door racistisch optreden van burgerwachten.

Leden van het Phoenix Community Policing Forum, de omstreden burgerwacht in de vooral door Indiërs bewoonde wijk Phoenix in Durban.
Leden van het Phoenix Community Policing Forum, de omstreden burgerwacht in de vooral door Indiërs bewoonde wijk Phoenix in Durban. Foto Marco Longari/AFP

Deze stad draagt een verschrikkelijk geheim met zich mee. Het hangt als een deken van rook over de wijken en de smeulende puinhopen van de winkelcentra. De resten van de Makro in de wijk Springfield zien er vanaf de N2-snelweg uit als het geraamte van het World Trade Center na 11 september. Uit de Massmart verderop aan de Queen Nandi drive stijgt nog rook op. De geur van verbrand plastic is van kilometers ver te ruiken. Af en toe klinkt een explosie vanonder de gesmolten resten van het reusachtige distributiecentrum dat tot een week geleden alle filialen van deze keten in Durban, in de provincie KwaZulu-Natal, bevoorraadde. In een paar dagen tijd vielen zeker 337 doden in het land, vooral in KwaZulu-Natal, werden honderden winkels en bedrijven leeggeroofd en in brand gestoken.

Maar niemand was erbij. Niemand heeft geplunderd. Niemand heeft gemoord. Zelfs als politieagenten koelkasten, vriezers en televisies – nog in het plastic – uit de huisjes in krottenwijk Puntans Hill in het centrum van Durban rijden, weet niemand hoe ze er terechtkwamen. „Ik heb niet meegedaan, echt niet”, zegt Yezi Mitiani, die vanaf de stoeprand toekijkt terwijl agenten de gestolen waar in een vrachtwagen laden. „Maar zelfs als die spullen gestolen zijn, is het niet leuk ze weer te zien vertrekken”, zegt hij – zonder een greintje ironie.

‘Operatie Waar is het Bonnetje’ noemen de agenten deze razzia’s. Wie geen bonnetje kan laten zien moet de gloednieuwe spullen in zijn huis inleveren. „Veel mensen hebben hun deuren dichtgedaan en zijn vertrokken. Maar als we door de ramen naar binnen kijken, zien we de buit gewoon staan”, zegt agent Nakana. Zijn collega’s brengen de waren in teiltjes naar buiten: een diaprojector, Converse-gymschoenen, een stofzuiger, twee eetkamerstoelen en een commode. Derrick Masolo, zijn kind op de arm, staat zich aan de overkant van de straat op te vreten. „De politie neemt ook dingen mee die mensen al gekocht hadden voor het plunderen begon. Er zijn ook dingen die we zelf kopen. Een mens raakt wel eens zijn bonnetjes kwijt.”

Leden van de Zuid-Afrikaanse veiligheidsdiensten en politie, woensdag in de wijk Phoenix in Durban. Foto Marco Longari/AFP

Brandende vrachtwagens

Durban en de provincie KwaZulu-Natal vormden het hart van de plunderingen die begonnen nadat oud-president Jacob Zuma op 7 juli zijn huis verliet om een celstraf van vijftien maanden uit te zitten. Opgelegd door de hoogste rechtbank in het land, wegens minachting van het hof omdat Zuma weigerde mee te werken aan een onderzoek naar corruptie tijdens zijn presidentschap (2009-2018). Zuma zat amper een dag achter de tralies toen de eerste vrachtwagens in brand vlogen en de plunderingen begonnen. KwaZulu-Natal is zijn thuisprovincie.

Lees ook: Oud-president Jacob Zuma stookt Zuid-Afrika op, desnoods vanuit het gevang

De politie die nu met veel machtsvertoon de gestolen spullen oplaadt, was tijdens de rellen veelal onzichtbaar. Dát is geen geheim. Op het hoogtepunt van de plunderingen werden veel wijken aan hun lot overgelaten.

Phoenix was zo’n wijk. Een gemengde wijk: bovenaan de heuvel woont de Indiase gemeenschap, onderin de vallei wonen zwarte Zuid-Afrikanen. „Op maandagochtend stond hier ineens vijfhonderd man in mijn showroom”, zegt Ta’ren Ramsrip, een Indiër en verkoper van luxe auto’s. Met de revolver onder zijn broekband gestoken laat hij de resten van zijn kapitaal zien: een Landrover van 40.000 euro, een Porsche 911 van een ton, BMW’s in alle denkbare uitvoeringen: allemaal zwart geblakerd en total loss. „Toen ik wilde ingrijpen hebben ze me beschoten. Ik ben in mijn auto weggescheurd.”

De Indiërs van Phoenix trokken hun wapens en wierpen wegblokkades op. Een burgerwacht kwam op de been, tot de tanden toe bewapend met honkbalknuppels, machetes en pistolen. Er arriveerden witte boeren van het platteland, die hun bakkies (pick-uptrucks) hadden volgeladen met machinegeweren en handgranaten. „We laten dit niet gebeuren”, zeiden ze. Ja, er zijn een hoop mensen doodgegaan”, zegt Ramsrip. „Maar wij werden aangevallen. Ze kwamen de Indiase gemeenschap binnen en we moesten ons verdedigen. Van jong tot oud, iedereen moest zichzelf redden.”

Ze gingen mijn broer te lijf met messen en bakstenen. Alleen omdat hij zwart was

Chris Biyela bewoner van zwarte wijk Bhambayi

De wegblokkades, bemand door Indiërs, versperden de weg van iedereen die vanaf het centrum naar de zwarte townships ging. Niet alleen van de plunderaars. Ook van studenten als Zandile Mthembu (25), die terugkeerde van de apotheek, waar ze medicijnen had gekocht voor een ernstig ziek familielid. „Ik werd staande gehouden door Indiase mannen die zeiden dat ik een plunderaar was”, vertelt ze. „Alleen omdat ik zwart was. Puur racisme. Voordat ik iets kon zeggen, sleurden ze me aan mijn haren de auto uit. Ze sleepten me naar een rivier en toen zette een van hen zijn pistool op mijn slaap. „Schiet haar dood”, zei een ander. Maar hij durfde niet. Een Indiase zag het gebeuren en heeft me eruit getrokken. Anders was ik er niet meer geweest.”

De volgende ochtend lagen de straten van Phoenix vol lijken. De premier van KwaZulu-Natal bevestigde dinsdag dat er zeker 22 mensen zijn vermoord in de afgelopen dagen. In het mortuarium naast het Mahatma Ghandi Ziekenhuis liggen nog zeker 35 doden die niet zijn geïdentificeerd. Voor de ingang wachten nabestaanden op nieuws over de identificatie van hun familieleden. „Deze gemeenschap moet geheeld worden”, zegt Saroj Govender, een Indische gemeenschapswerker en voormalig gemeenteraadslid van de regeringspartij ANC. Ze is al de hele dag druk gesprekken te organiseren tussen de twee gemeenschappen.

De kist van Njabulo Allen Dlamini (31), slachtoffer van het geweld in Phoenix, wordt voor een herdenkingsdienst naar zijn huis gedragen. Foto Marco Longari/AFP

‘Niemand is aangeklaagd’

Maar iedereen in Phoenix weet dat de daders vrijuit zullen gaan: slechts één verdachte werd aangehouden. Dát is het publieke geheim van Phoenix. „Er zijn mensen vermoord, families uiteengerukt, maar niemand is aangeklaagd”, zegt Chris Biyela, een activist in de zwarte wijk Bhambayi naast Phoenix. Zijn broer werd uit de auto gerukt toen hij thuiskwam. „Alleen omdat hij zwart was. Hij is bewerkt met messen en bakstenen. Ze staken zijn auto in brand. Hij vluchtte en heeft zich, zwaargewond, in de struiken langs de weg verborgen. De volgende ochtend was hij dood.”

Biyela onderstreept dat de wetteloosheid de woede in KwaZulu-Natal alleen maar aanwakkert. Niet alleen de plunderaars moeten volgens hem worden vervolgd, maar ook hun moordenaars. Zuma is populair hier, benadrukt hij. „De mensen zien ook het onrecht dat hem wordt aangedaan. De regering van president Cyril Ramaphosa zegt dat de plunderingen zijn georkestreerd. Maar niemand belde ons. Het was spontaan.”

Terug in Puntans Hill wil de politie laten zien dat ze niet alleen huizen van zwarte Zuid-Afrikanen doorzoeken. Na de krottenwijk gaan ze naar een huis hoger op de heuvel. De agenten rennen er de trap op, naar de bovenste verdieping. De eigenaar, een Indiër, is nog niet aangekleed als agenten de slaapkamer binnenvallen. Naast zijn bed staan tientallen schoenendozen vol gloednieuwe paren Timberland en Adidas. De agenten vinden ook een AR-15 machinegeweer onder het bed en dozen vol kogels. „Dat zijn veel kogels, vriend”, zegt een agent. De Indiër zwijgt.

Beneden in de keuken wordt de koelkast uitgeladen en de stekker uit het stopcontact gehaald. De eigenaar had al magneetjes op de deur geplakt, maar van binnen is de koelkast nog brandschoon. Als nieuw. Zelfs de dozen vol koekjes worden meegenomen. „De schoonmaakster heeft ons verteld dat ze gestolen zijn”, zegt een vrouwelijke agent.

De eigenaar is volgens de agent een beruchte crimineel die tijdens de plunderingen de plunderaars met een pistool heeft beroofd van hun gestolen waren. Zo werden in Durban ook de plunderaars geplunderd.

En de verdachte aanstichter? Jacob Zuma mag donderdag tijdelijk zijn cel uit om de begrafenis van zijn broer Michael bij te wonen, die overleed in het weekend dat de rellen begonnen. Daarna moet hij terug de cel in. Zijn aanhangers hebben met nieuwe plunderingen gedreigd als de oud-president niet binnen twee weken wordt vrijgelaten. De burgerwachten in Johannesburg en Durban waarschuwen elkaar met onheilspellende appjes. „Stand down but be ready.

Nabestaanden van Njabulo Allen Dlamini, taxichauffeur en vader van elf kinderen. Foto Marco Longari/AFP