Van geen gebouw was de afgelopen kwarteeuw in Duitsland de herbouw zo omstreden als van het Slot van Berlijn, de voormalige residentie van de Hohenzollern - een van de grootste Duitse barokpaleizen en nu onderkomen van het Humboldt Forum. De belangrijkste verbouwing ervan was aan het einde van de zeventiende eeuw door architect Andreas Schlüter begonnen voor keurvorst Frederik III van Brandenburg, in anticipatie op diens verheffing tot koning van het nieuwe koninkrijk Pruisen in 1701.
Sindsdien meermalen verbouwd en in 1845-1853 met een grote koepeltoren uitgerust, promoveerde het bouwwerk met de Duitse eenwording in 1871 automatisch van koninklijke tot keizerlijke residentie. Het Slot was in de Tweede Wereldoorlog weliswaar fors, maar zeker niet onherstelbaar beschadigd. Daarna werd de ruïne in 1950 door het nieuwe DDR-regime als reactionair symbool van het Pruisisch-militaristische Duitse keizerrijk opgeblazen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/07/data73616084-3693a4.jpg)
Het politieke karakter van deze beslissing werd nog eens onderstreept door de bouw van het moderne Palast der Republik op dezelfde locatie in 1973-1976, met binnenin onder meer de zittingszaal van de Volkskammer, het Oost-Duitse parlement. Dit gebouw werd op zijn beurt na de val van de Muur in 2006 gesloopt. Wel was al eerder in de voorgevel van een ander nieuw gebouw, het aan de zuidrand van het terrein opgetrokken Staatsratsgebäude (1962-1964), één portaalrisaliet van het oude slot gereconstrueerd. Het ging hier om het deel met het balkon waar Karl Liebknecht op 9 november 1918 - vergeefs - de socialistische republiek had uitgeroepen.
De officiële reden voor de sloop van het Palast der Republik vormde de vondst van grote hoeveelheden asbest. Maar ook dit besluit tot vernietiging van een gebouw van historisch belang droeg onmiskenbaar een politieke boodschap uit: de opruiming van het DDR-verleden, zoals de sloop van het Slot indertijd het keizerlijke verleden uit de weg ruimen moest. Was voor de communisten het keizerlijk verleden een fout verleden geweest, na 1989 werd, met het opgaan van de DDR in de Bondsrepubliek, vooral het recente communistische verleden als fout beschouwd.
Historisch perspectief
Niet alleen om politiek-ideologische redenen vormde de herbouw van het Slot de afgelopen drie decennia een heikel onderwerp. Ook vanuit architectuurhistorisch perspectief is die zeer discutabel. Er doet zich allereerst het merkwaardige feit voor dat de portaalrisaliet met ‘Liebknechts’ balkon sinds die herbouw tweemaal voorhanden is: in het Staatsratsgebäude én in herbouwde Slot.
Het discutabele karakter van de hele onderneming wordt extra duidelijk wanneer je die vergelijkt met een ander prestigieus herbouwproject op gewezen DDR-bodem: die van de Frauenkirche in Dresden (1726-1743). Ook deze kerk was in de oorlog, bij het beruchte bombardement van februari 1945, in een puinhoop veranderd. Bij de wederopbouw van de stad had men de restanten als Mahnmal laten staan, waarna zij even iconisch voor het verwoeste Duitsland waren geworden als de na 1945 als ruïne gehandhaafde Gedächtniskirche in West-Berlijn. Ook in Dresden betekende de val van de Muur een breuk: al spoedig kwam het tot initiatieven om de kerk te herbouwen, wat vervolgens ook tussen 1994 en 2005 is gebeurd.
Stedenbouwkundig en architectuurhistorisch is het centrum van Berlijn een ratjetoe
Aan de huidige herbouw van het Slot kleven uit het oogpunt van monumentenzorg meer twijfelachtige aspecten. Enerzijds omdat niet alle gedeelten van het paleis zich, bij gebrek aan betrouwbare afbeeldingen - laat staan de oorspronkelijke bouwtekeningen - even nauwkeurig lieten reconstrueren. Anderzijds omdat men dat ook niet wilde. Besloten werd slechts de façades te herbouwen, met daarachter een geheel moderne indeling, op hedendaagse kantoor- en museumeisen toegesneden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/07/data65169913-a3c51e.jpg)
Frauenkirche
Daarin verschilt het Slot wezenlijk van de Frauenkirche. Er bestonden drie redenen waarom in Dresden de balans makkelijker ten gunste van een ‘ja’ tegen de herbouw kon doorslaan. Ten eerste zou de Frauenkirche weer als kerk gaan functioneren. Daarnaast is er de grote architectuurhistorische betekenis: het gaat hier om de belangrijkste protestantse barokkerk van Duitsland, volgens uniform plan tot stand gekomen en sindsdien nagenoeg onveranderd gebleven. Daarbij komt de cruciale rol van de koepel binnen het gereconstrueerde barokke stadssilhouet van Dresden, waarbinnen het ontbreken van de Frauenkirche enorm stoorde. Die historische waarde is er in Berlijn niet, want stedenbouwkundig en architectuurhistorisch is het centrum van de Duitse hoofdstad een volstrekte ratjetoe.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73589581-8a7781.jpg|https://images.nrc.nl/5a0Ke6iBMvsLSVAp5RNrTX9OqyM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73589581-8a7781.jpg|https://images.nrc.nl/8J5y4JhgsWoq4u_E6_Z2Nc0c71U=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73589581-8a7781.jpg)
Frauenkirche Dresden ca. 1897. Na het bombardement van WOII.
Foto Marburg/ Bildarchiv
En hoe monumentaal het Slot ook was: het vormde, anders dan de Frauenkirche, ook zélf zeker geen architectonische eenheid. Het gebouw was niet bepaald binnen een kort tijdsbestek tot stand gekomen. Niet alleen was de beeldbepalende koepeltoren anderhalve eeuw jonger dan de westvleugel die hij bekroonde. Ook had Schlüter indertijd een deel van het voorgaande slot gespaard en in zijn nieuwbouw opgenomen, zodat aan de oostzijde, aan de Spree, een ouderwetse vleugel in renaissancestijl was blijven staan, inclusief detonerende schilderachtige torentjes.
Dit gedeelte heeft men nu, als enige, niet herbouwd, mede omdat het inwendig zeer onpraktisch was ingedeeld. Het is door een architectuurhistorisch volledig uit de lucht gegrepen, maar ongetwijfeld zeer functionele ultramoderne vleugel vervangen, die detoneert met de pseudo-barokke rest.
In Dresden kon men het gebouw precies reconstrueren omdat behalve betrouwbare bouwtekeningen van de toenmalige bouwmeester George Bähr, ook veel meer stenen van de oude kerk bewaard zijn gebleven dan men eerst had verondersteld. Toen men de steenhoop die sinds 1945 op de plek van de Frauenkirche was achtergebleven, zorgvuldig ging sorteren, kwam daarbij meer dan de helft van de oude kerk tevoorschijn.
In Dresden zette men zo de kerk weer keurig overeind, op een manier die aanmerkelijk minder geschiedvervalsing behelsde dan wat er nu in Berlijn is gebeurd: sloop van een nieuw gebouw op de oude plek om voor een allang verdwenen ‘oud’ gebouw plaats te maken waaraan geen steen nog daadwerkelijk oud zal zijn.