Ze dacht eerst dat het een grap was. Een verboden badmuts? Maar toen Europarlementariër Samira Rafaela (D66) de berichten nog eens goed las, was ze verbijsterd. „Vrouwen die vanwege hun haar werden verbannen uit de sport… Oh my god. Ik heb zelf ook een grote bos haar.”
Rafaela stuurde maandag een brandbrief aan de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), Thomas Bach, en de voorzitter van de wereldatletiekbond Sebastian Coe, waarin zij en elf Brusselse collega’s oproepen om te stoppen met het stigmatiseren van met name zwarte vrouwen in de sport. Meest opmerkelijke kwestie die zij daarin aanhalen, naast de casus van twee Namibische sprintsters die door hun testosteronwaarden niet mogen deelnemen aan de Spelen, is die van de Soul Cap, een speciaal voor afrohaar ontworpen badmuts die de internationale zwemfederatie en het IOC niet toestaan tijdens de aankomende Olympische Spelen.
De muts, zo ontworpen dat deze ruimte biedt aan dik, gekruld en volumineus haar, sluit volgens de sportbestuurders niet aan bij de „natuurlijke vorm” van het hoofd. Bovendien zouden atleten in eerdere tijdperken nooit zulke mutsen hebben gebruikt, noch deze daadwerkelijk nodig hebben gehad, meende de zwembond.
Het was The Guardian die erover berichtte, vlak nadat voor het eerst een zwarte zwemster uit het Verenigd Koninkrijk zich voor de Spelen had geplaatst: Alice Dearing, een 24-jarige openwaterspecialist die voor de bedenkers van de Soul Cap een prototype had kunnen zijn, met haar grote bos krullen.
Worstelen in het zwembad
Twee (kale) mannen, Toks Ahmed en Michael Chapman, hadden tijdens hun gezamenlijke zwemtrainingen telkens een zwemster zien worstelen met een niet passende badmuts. „Het zette ons aan het denken”, schrijven zij op hun website, waarna ze via gesprekken met hun zussen, moeders en vriendinnen ontdekten dat vrouwen veel vaker tegen dit soort problemen aanlopen.
De norm blijkt niet voor iedereen geschikt. Van scooterhelmen die niet passen tot drogisterijen die zo ongeveer alle shampoos verkopen, behalve voor afrohaar. Samira Rafaela: „Of denk aan de koptelefoons bij vergaderingen in Brussel. Die past alleen als ik mijn haar steil draag.”
Zou ze zwemster zijn geweest, dan had ze in Tokio niet de badmuts kunnen dragen die haar het best zou passen. Zomaar een praktisch obstakel? Nee. In haar ogen, en die van de medeondertekenaars van haar brief, staat deze kwestie symbool voor iets groters. Dit gaat over stigmatisering. Want wat is een ‘natuurlijke vorm’ van het hoofd, en wie bepaalt dat? „Het weigeren van de Soul Cap met de bijbehorende uitleg is niets anders dan onwetendheid en racisme”, zegt Rafaela. Regels die moeten bijdragen aan een gelijk speelveld, hebben in haar ogen juist het omgekeerde effect: uitsluiting.
Gelijk speelveld
In The Guardian zei de voorzitter van de Black Swimming Association, waarvan de Britse olympische zwemster Alice Dearing medeoprichter is, dat de regels een „gebrek aan diversiteit in de sport bevestigen”. Van de leden van de Britse zwembond is bijvoorbeeld 2 procent zwart. De bedenkers van de Soul Cap denken dat het jongeren ontmoedigt te gaan zwemmen, schreven ze op Instagram. „Voor hen is het cruciaal dat zij het gevoel hebben dat zij erbij horen.”
Rafaela zegt: „Dit soort reglementen zegt iets over de emancipatie van zwarte mensen in het zwemmen. Die zijn ondervertegenwoordigd, net zoals ze dat lang in het tennis waren. Met als gevolg dat ze nooit zijn meegenomen in de bepaling van de norm. Dus moet je nu kunnen zeggen: we veranderen. Het is 2021.”
Dit is het moment ervoor, zegt ze, met de opkomst van Black Lives Matter en steeds meer mensen die het effect van discriminatie erkennen, onder wie collega-politici („gelukkig niet alleen van kleur”) die haar brief hebben ondertekend. Nu kunnen al die beloftes van gelijkheid worden omgezet in daden, ook al betekent dit dat ze het soms nóg een keer moet uitleggen, aan sportbestuurders die het probleem van hun regels niet inzien.
Deze week werden de Noorse handbalsters beboet omdat ze op het Europees kampioenschap beachhandbal geen bikinibroekjes, maar een korte broek droegen. Deze voldeden niet aan de voorschriften in het IHF Beach Handball Rules of the Game, met als gevolg dat de vrouwen elk een boete van 150 euro hebben gekregen. De Noorse handbalbond zal deze betalen. „Het moet een vrije keuze zijn van de handbalsters om te dragen wat zij willen, binnen bepaalde kaders. Het belangrijkste is om kleding te dragen waar de atleten zich prettig bij voelen”, aldus de bond.
„Over kledingvoorschriften in de sport kan ik me erg opwinden”, zegt Rafaela. „Ik heb zelf aan atletiek gedaan. Dan werd verwacht dat je zo’n onderbroekje en een topje droeg, maar dat deed ik niet. Van turnsters hoor je dezelfde verhalen. Als sporter moet je vooral kleren kunnen dragen waar je je prettig bij voelt. Niet omdat het moét.”
Ze verwacht dat de zwembond dat ook zal inzien. „De brief die we hebben gestuurd is om de druk op te voeren. Ik ben optimistisch dat het uiteindelijk goed komt met de badmuts.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73616631-412f6e.jpg|https://images.nrc.nl/7gZKJiDETA6E4I2blsHurQZEwus=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73616631-412f6e.jpg|https://images.nrc.nl/bO3cXO8uKnKbo1bIYXD-Mz06X_s=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73616631-412f6e.jpg)