Mensen hebben naar de maan gekeken vanaf het moment dat ze zich oprichtten en gingen lopen, vertelde de Ierse filmmaker en kunstenaar Tadhg O’Sullivan vorig jaar ter gelegenheid van de première van zijn wonderschone essayfilm To the Moon op het filmfestival van Venetië. En zelfs als dat een apocrief verhaal is, dan moet het toch kort daarna zijn geweest dat verhalenvertellers en beeldenmakers zich door de maan hebben laten inspireren.
O’Sullivan brengt die rijke geschiedenis bijeen, een ode aan een universeel symbool voor dromers en slapelozen. Maar de nacht brengt ook gevaar, geliefden met gebroken harten, weerwolven en anderen die naar de maan huilen. Hij schakelde filmarchivisten van overal ter wereld in, voor een rijke collage van de maan in de wereldwijde filmgeschiedenis, en werkte samen met filmmakers die al eerder het licht van de nacht en de maan door hun lens bekeken, zoals Scott Barley (Sleep Has Her House) en Joshua Bonnetta (El mar la mar), die met nieuw materiaal kwamen.
Daartussen weefde hij favoriete muziek en citaten, zoals van Guy de Maupassant, die in Clair de Lune zoiets schrijft als: Als de nacht voor slaap is, voor het onderbewuste, voor het vergeten, waarom is zij schoner dan de dag, mooier dan het ochtendgloren, en deze verleidelijke ster poëtischer dan de zon?