Zit er een bizon in je dromen, dan betaal je 25 cent aan de belastingdienst, voor een paardenbloem 3 cent. Strawberry Mansion schetst de wereld in 2035 op absurdistische, retro-futuristische wijze. Zo moet je iedere dag je dromen doorsturen zodat er belastingen op kunnen worden geheven, tegelijkertijd lijkt het internet niet uitgevonden. Timide belastinginspecteur Preble trekt dus met behulp van een wegenkaart richting het afgelegen huis waar de oudere, artistieke Bella woont. Hij moet haar dromen doornemen, die ze op ouderwetse videocasettes heeft opgenomen. Preble valt al snel voor de jongere/droomversie van Bella, tegelijkertijd ontpopt de film zich tot een commentaar op hersenspoeling door reclame. Zo blijken er ongevraagd advertenties in dromen te worden geprojecteerd.
Strawberry Mansion is een geinig curiosum dankzij het low-budget- en retrogevoel. Een ‘futuristisch’ apparaat als een dromenlezer is zichtbaar van karton en ook sommige personages en animaties geven het gevoel dat je naar scifi van enkele decennia geleden kijkt. De film werd digitaal gefilmd en overgezet naar 16mm, voor extra grofkorrelig effect. Droom en werkelijkheid vloeien continu in elkaar over, zo duiken er obers met kikkerhoofd op en verandert Bella’s zoon wel eens in een wolf.
Veel is geestig gevonden, maar de makers weten al snel geen maat meer te houden. Je kunt als verklaring geven dat in echte nachtmerries en dromen de absurditeit ook mateloos kan zijn. Jammer genoeg zijn verhaal, personages en simplistische kritiek op consumentenbeïnvloeding in Strawberry Mansion te dun om in het tweede deel nog geboeid te blijven door de zoveelste koortsdroomachtige twist.