‘Je keek reclame met plezier op kleuren-tv’

Mens & apparaat Een serie over mensen en de apparaten die zij hebben gekend. Deze week: de eerste tv kostte twee maanden salaris en er was weinig op. „Op zondag zelfs niets.”

Naam Gerard Laanen

Leeftijd 74

Woont in Scheveningen

Is gepensioneerd, daarvoor werkzaam op ministerie Algemene Zaken en Verkeer en Waterstaat.

‘De eerste keer dat ik televisie keek vond ik het drie keer niks. Het was 1953, ik moet zes zijn geweest en moest iets ophalen bij kennissen. Daar stond een tv aan, ik vroeg wat het was. „Dit is een televisie, een soort bioscoop, maar dan voor thuis”, kreeg ik te horen. „Er is nu een schaatswedstrijd uit Zweden bezig.”

„Ik wist niet wat Zweden was, maar wel wat schaatsen was. Het beeld was flikkerig en je zag nauwelijks iets. Ik dacht: als dit het is, doe mij dan maar de bioscoop. Daar ging ik weleens met mijn moeder heen op het Buitenhof in Den Haag. Daar zag je dan het Polygoonjournaal met die prachtstem.

„Die desinteresse is vrij lang gebleven. Op woensdagmiddag konden we bij de kruidenier kinderprogramma’s kijken, die vond ik vrij stom. Aan de rand van Rijswijk waar ik woonde was het een enorme woestenij, waar we zelf vlotjes bouwden en gingen varen. En dan zou ik programma’s gaan kijken waar kinderen zogenaamd leuke dingen beleefden? Ja, dag!

„Mijn ouders kochten hun eerste toestel eind 1960, toen ik in de eerste van het Lyceum zat. Die tv kostte ruim 900 gulden en dan moest er ook nog een antenne bij van 125 gulden. Terwijl mijn vader destijds 125 tot 150 gulden per week verdiende! Het was een Novak, een enorme houten bak die niet te tillen was. Het had een goudkleurig soort voorzetscherm dat erbij zat omdat de straling gevaarlijk zou zijn. Dat haalden we er snel af, daarna was het beeld beter.

„Ik vond als tiener vooral documentaires leuk. Er was ook een detectiveserie van Francis Durbridge, die wij Duits nagesynchroniseerd zagen met Nederlandse ondertiteling. Dat was een Engelse serie, maar dat wist je niet, je wist niks toen. Er was niet veel tv: ’s avonds van acht tot half elf met zaterdagavond een afsluiting door de dominee – en dan zondag niet, anders gingen de kerken klagen.

„Eind jaren vijftig ging de economie beter draaien en kwamen er meer luxegoederen op de markt. Vanaf toen was er een explosie van tv’s en begin jaren zestig was het hebben ervan normaal.

„Eerst ontving je tv via een antenne op je dak, later kreeg je kabelnet. Na half twaalf braken ondernemende onverlaten vaak in op dat net om te kijken naar piratenzenders, waarop niet goedgekeurde geweldsfilms en wat toen voor porno moest doorgaan werden uitgezonden. Dat soort films en series kon je nergens anders zien, dat was de aantrekkingskracht.

„De kleurentelevisie was een enorme eye-opener, we zaten bij wijze van spreken voor ons plezier reclames te kijken. Van 1996 tot 2012 heb ik door mijn drukke baan nauwelijks tv gekeken. De kinderen keken op zaterdagochtend vaak tekenfilms en hebben zo heel goed Engels geleerd.

„De laatste jaren kijk ik soms documentaires op ARTE, maar daar kom ik langzaam van terug. Sommige feelgood-films als Love Actually vind ik leuk en met mijn vrouw kijk ik graag Scandinavische misdaadfilms en detectives. Ook kijken we NPO Politiek.

„Tv heeft een belangrijke rol in mijn vorming gespeeld, maar er is voornamelijk bagger te zien. Misschien dat de information overload zo groot is dat media aan het bieden van informatie niet genoeg verdienen en dan maar programma’s maken die mensen leuk vinden. Tja, dan is dit het resultaat.”