Ik heb niet vaak de behoefte gevoeld om het postuum voor mijn vader op te nemen, eerder het tegenovergestelde. Ik heb hem in mijn schrijfsels neergezet als een afstandelijke, hardwerkende ambtenaar wiens werkende leven in het teken stond van dijken en rivieren. De watersnood van 1995, toen in het Gelderse rivierengebied, zijn gebied, 250.000 mensen moesten worden geëvacueerd, zorgde voor een ‘zwart einde’ van zijn carrière. Na de ramp moest hij informatieavonden leiden in dorpshuizen of zalencentra. Vanachter een multomap met een ijzeren plaat in de kaft mocht hij mensen in de aangewezen overloopgebieden overtuigen van nut- en noodzaak van waterkerende maatregelen.
„Een ambtenaar voert uit”, zei hij altijd. Als ze hem gevraagd hadden om met een opgevoerde brommer naar een muur te rijden had hij dat waarschijnlijk ook gedaan. De mensen in de getroffen gebieden wilden wel beschermd worden tegen het water, maar hadden de prijs er niet voor over. Over iedere boom en schuur werd gediscussieerd. Die avonden liepen uit, of uit de hand.
De afgelopen dagen zag ik de boerenlobby, Caroline van de BBB voorop, de boeren alweer prijzen vanwege hun hulp aan de getroffenen, maar wie gingen er altijd – altijd – het felst tekeer tegen noodzakelijke maatregelen?
De boeren.
Met de boeren viel niet te praten. Ze vonden dat ambtenaren er maar voor moesten zorgen dat rivieren werden uitgediept, wilden geen dijkverzwaring en wilden niet dat ‘hun land’ werd aangewezen als overloopgebied. Ze wilden, als het wassende water nog eens kwam, desnoods wel zandzakken vullen, of met hun trekkers mensen uit bomen en huizen halen, maar niets structureels.
Mijn vader en zijn collega’s waren er al snel achter dat je de boeren niet met argumenten, maar alleen met geld kon overtuigen. Er kwamen na oeverloos vergaderen afspraken, afspraken die de boeren zich na een paar droge jaren nu niet meer herinneren. Op nos.nl las ik dat boeren bij Ochten en Dodewaard dit weekeinde zandzakken plaatsten om hun mais te beschermen, terwijl die uiterwaarden juist bedoeld zijn om overtollig water op te vangen om problemen verderop te voorkomen. Boerenlogica: altijd gaan voor het eigen belang. De opvolgers van mijn vader bij het Hoogheemraadschap Rivierenland zakten inmiddels alweer door de knieën. Ze proberen om de boeren te behagen nu te voorkomen dat de zomerpolders overstromen, al zijn ze daar als overloopgebied bij gevaar voor hoog water juist wel voor bedoeld.
Alles is voor niets geweest, papa. Al die bijeenkomsten in de boerenholen, de lek geprikte banden van je fiets, de avonden dat je op je kamertje boven bleef werken, je had gewoon met ons televisie kunnen kijken.