„We kunnen zeggen dat we een paar hobbels genomen hebben, maar de situatie van heel lang hoog water blijft altijd grote risico’s met zich meebrengen.” Dat was zaterdagavond de conclusie van de Venlose burgemeester Antoin Scholten, voorzitter van de Veiligheidsregio Limburg-Noord, tijdens een persconferentie over de watersnoodramp. Vooral voor Noord- en Midden-Limburg is het gevaar nog niet geweken, aldus Scholten.
Inwoners van de twee regio’s moeten de komende dagen rekening blijven houden met overlast. In ieder geval tot en met maandag blijft sprake van GRIP 4, het dreigingsniveau waarbij onder meer sprake kan zijn van tekorten aan primaire levensbehoeften. Inwoners van geëvacueerde dorpen en steden in Midden- en Noord-Limburg kunnen vooralsnog niet terug naar hun woningen, aldus Scholten. Plaatsen ten zuiden van de in Midden-Limburg gelegen stad Roermond zijn wel weer veilig genoeg voor terugkeerders. Roermond zelf wordt nog ingeschat als te risicovol. Kort voor de persconferentie werd duidelijk dat het dorpje Well ook moet evacueren. In totaal, zei Scholten, staat de teller van (delen van) plaatsen die moesten of moeten evacueren nu op achttien.
De burgemeester waarschuwde dat ramptoeristen beboet zullen worden. Mede door op zwakke dijken te lopen, brengen zij volgens Scholten zichzelf en anderen in gevaar. Enkele overtreders hebben al een bekeuring gekregen. Ook hebben kwaadwillenden misbruik geprobeerd te maken van de situatie door zich ‘s avonds voor te doen als beveiligers en zo door afzettingen te geraken. Omdat „overal pompen zijn, deuren openstaan”, zei Scholten, hoopten ze woningen te kunnen bestelen. Maar volgens de burgemeester zijn de nepbeveiligers „niet ver gekomen” en „min of meer achterhaald”. Dat gebeurde volgens persbureau ANP in het dorp Steyl, onderdeel van de gemeente Venlo.
/s3/static.nrc.nl/liveblog/files/2021/07/luchtfotos-overstromingen-limburg41268075-1.jpg)