Met de moord op Peter R. de Vries ligt het aanzien van Nederland internationaal onder het vergrootglas. Zijn wij een open samenleving of het rioolputje van crimineel Europa? Amsterdam is een pleisterplaats voor drugstoeristen geworden, waar gebruikers hun goddelijke gang kunnen gaan. Noord-Brabant kampt als geen andere provincie met de ondermijning door pillendraaiers, henneptelers en coke-importeurs. Via de zeehavens van Rotterdam en Vlissingen stroomt de cocaïne Europa binnen. Er is sprake van structurele infiltratie door de georganiseerde misdaad, in het vastgoed, in de horeca, in de financiële wereld en het bedrijfsleven. Het gedoogbeleid van softdrugs en de normalisering van drugsgebruik in de samenleving is totaal ontspoord.
Omdat er geen grenzen zijn gesteld, is Nederland verworden tot een paradijs voor drugsdealers. De Hollandse markt is lucratief. De winsten zijn hoger, het plegen van een huurmoord betaalbaarder, de straffen lager. Daar waar aanbod is, ontstaat vraag. Terwijl de Nederlander zich ziet als de maat der dingen, blijven de deuren openstaan voor de verdere groei van criminaliteit.
Het achterliggende probleem is van culturele aard. Nederlanders geloven in polderen: zólang met elkaar afstemmen tot er iets uitkomt dat op een besluit lijkt. Maar wie zichzelf afzijdig houdt als onrecht wordt gedaan, is medeschuldig. Vrijheid-blijheid is geen verdienste. Natuurlijk vraagt het terugdringen van ondermijning om een stevig politieapparaat, om meer fiscale en financiële expertise, strengere wetgeving, het beperken van cocaïnesmokkel, samenwerking met de bronlanden en het klemzetten van de drugsmaffia. Maar het vraagt vooral om een cultuuromslag. Het is tijd om grenzen te stellen aan tolerantie. Het is niet omdat je de strijd nooit zal winnen, dat je hem niet moet voeren.
Het zou goed zijn als Nederland zijn eigen reputatie als vrijzinnig land ter discussie stelt. Steeds meer mensen voelen zich door het bevoegd gezag in de steek gelaten. Waar drugsgebruik wordt gedoogd, wordt criminaliteit gevoed. Als alles mag en kan, als er geen onderscheid wordt gemaakt tussen meer of minder schadelijke middelen, als de overheid te toegeeflijk is om zelfs haar eigen wetten te handhaven, dan krijgen we een polder des verderfs. „No tolerance without disapproval”, om met Theodor Dalrymple te spreken. De strijd tegen de georganiseerde misdaad vraagt om het doorbreken van een nationaal taboe. Laat de erfenis van Peter R. de Vries het besef zijn, dat weerstand wijsheid brengt. Tolerantie is niet iets om trots op te zijn, maar om ons voor te schamen.
partner van de Reputatiegroep