Een paar grote hopen verkoold hout is alles wat over is van de Sacred Heart Mission, een katholiek kerkje op het inheemse reservaat van de Penticton Indian Band in de Canadese provincie British Columbia. Om de plek waar het withouten kerkje sinds 1908 stond, is tijdelijk een hek geplaatst. De resten van het afgebrande gebouw liggen in de hete middagzon, in een weids landschap van bergen, valleien en stoffige wegen.
„Ik was er eerlijk gezegd niet rouwig om”, zegt Belinda Kruger, een 61-jarige inwoonster van het reservaat, over de verwoesting van de kerk door een nachtelijke brand in juni. Wat haar betreft was het kerkje een symbool van het onrecht dat de katholieke kerk de inheemse gemeenschap heeft aangedaan – ze vergelijkt het met een nazi-vlag. „Waarom zouden we daaraan herinnerd willen worden?”
Het kerkje bij Penticton is één van meer dan tien kerken in Canada die de afgelopen weken het doelwit zijn geworden van vandalisme en brandstichting, hoogstwaarschijnlijk als reactie op de vondsten van stoffelijke resten van honderden kinderen bij voormalige kostscholen voor de oorspronkelijke bevolking van het land. Die ontdekkingen, bij scholen die veelal werden gerund door de katholieke kerk, hebben „veel pijn, en ook woede losgemaakt”, zegt Krugers dochter Nena Hall.
Tijdens dezelfde nacht dat de Sacred Heart Mission in vlammen opging, werd ook de St. Gregory Mission, een kerk op het reservaat van de Osoyoos Indian Band, even naar het zuiden, in de as gelegd. Minder dan een week later brandden nog twee katholieke kerken op inheems gebied in British Columbia af, en een in het naburige Alberta. Ook bij twee Anglicaanse kerken in de provincie ontstond brand. De Canadese politie onderzoekt de oorzaak van de branden, die ze „verdacht” noemt. Andere kerken in Canada zijn beklad met rode verf.
Ruim 1.300 ontdekte graven
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/06/data71901762-b3fb2b.jpg)
De branden volgen op de ontdekking van stoffelijke resten van vermoedelijk 215 kinderen bij een voormalige katholieke kostschool voor inheemse kinderen in Kamloops, eveneens in British Columbia. Eind mei meldde de bevolkingsgroep Tk’emlúps te Secwépemc de vondst van ongemarkeerde graven op het terrein van de Kamloops Indian Residential School, die in gebruik was van 1890 tot 1978. Sindsdien zijn met behulp van grondradar soortgelijke begraafplaatsen gevonden bij drie andere voormalige kostscholen voor kinderen van de oorspronkelijke bevolking. In totaal zijn tot nu toe ruim 1.300 graven ontdekt. De vondsten hebben een nationale schok veroorzaakt.
Voor leden van de oorspronkelijke bevolking van Canada hebben de ontdekkingen oude wonden opengereten. Krugers moeder zat als kind twaalf jaar gedwongen op een inheems internaat in Cranbrook, vertelt ze – een voormalige kostschool waar eind juni 182 ongemarkeerde graven werden gevonden. Ze werd er met harde hand behandeld door priesters en nonnen, die haar schaamte bijbrachten voor haar inheemse afkomst. Nadat ze eens een stapel gewaden uit haar handen had laten vallen, kreeg ze voor straf vijftig slagen op haar handen met de botte kant van een mes. „Ik word er nijdig van”, zegt Kruger, „want ze hadden geen recht om mijn moeder op die manier te behandelen.”
Beluister ook een aflevering van podcast NRC Vandaag over de Canadese kostscholenToch was dat gebruikelijk in Canada, waar tussen ongeveer 1850 en de jaren zeventig van de vorige eeuw kinderen van de oorspronkelijke bevolking systematisch werden weggehaald bij hun gezinnen voor strenge heropvoeding op ‘Indian Residential Schools’, verspreid door het land. In totaal werden in die periode ongeveer 150.000 inheemse kinderen op last van de autoriteiten ondergebracht op meer dan 130 van die instellingen, die werden gerund door kerken. Doel was hen te assimileren in de westerse samenleving – een praktijk die hen beroofde van hun culturele identiteit.
Naar schatting zo’n vierduizend tot zesduizend kinderen stierven op de kostscholen, aan ziektes als tuberculose en pokken, ondervoeding, misbruik en andere oorzaken. Zij werden ter plekke begraven - volgens de inheemse overlevering waren er bij alle instellingen begraafplaatsen, en moesten kinderen soms zelfs helpen een graf te graven. Veel kinderen werden op de internaten psychologisch, fysiek en soms seksueel misbruikt.
‘Culturele genocide’
De Canadese regering heeft in 2008 excuses aangeboden voor het beleid, dat in een diepgravend onderzoeksrapport van een Waarheids- en Verzoeningscommissie in 2015 is omschreven als een „culturele genocide” met als doel „de geest van de oorspronkelijke volkeren te doven”.
Ook kerken die bij de uitvoering van het beleid betrokken waren, zoals de Anglicaanse kerk en de Presbyteriaanse kerk, hebben excuses aangeboden voor hun rol. Alleen de katholieke kerk, die meer dan 60 procent van de scholen runde, heeft dat nog niet gedaan, tot ergernis van velen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73457340-e510c0.jpg|https://images.nrc.nl/rK-ZxOeA2Us-_3pWEQYgDdr3xu4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73457340-e510c0.jpg|https://images.nrc.nl/YBTVSy3jxY_pmtEKlqVAJ3cV5C0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73457340-e510c0.jpg)
De Canadese premier Justin Trudeau, die paus Franciscus in 2017 al heeft gevraagd om excuses aan te bieden voor de rol van de katholieke kerk bij het beleid van de kostscholen, pleit daar sinds de ontdekking van de kindergraven opnieuw voor. Tot nu toe heeft de paus zijn medeleven uitgesproken, maar geen verontschuldigingen aangeboden. In december reist een inheemse delegatie naar het Vaticaan, om de paus uit te nodigen naar Canada te komen. Een van de 94 aanbevelingen uit het eindrapport van de Waarheids- en Verzoeningscommissie is dat de paus op Canadese bodem excuses aanbiedt, net als de verontschuldigingen die hij in 2015 aanbood in Bolivia voor misstappen van de kerk tegen de oorspronkelijke bevolking daar, en de verontschuldigingen in Dublin in 2018 voor het misbruikschandaal in de Ierse katholieke kerk.
‘Zogenaamd goede mensen’
Kruger rekent niet op excuses van de paus. „Dat gaat hij niet doen, want dan geeft hij toe dat wat ze gedaan hebben verkeerd was. Iedereen weet dat, maar ze zullen het nooit erkennen.” Haar moeder vertelde haar over de misstanden bij de kostschool. „Kinderen verdwenen en werden begraven. Dan zeiden ze: ‘Dat meisje is naar huis’, maar vanuit het raam van de slaapzaal kon mijn moeder zien dat ze haar wegdroegen. Anderen kregen baby’s, en je kunt wel raden waar die vandaan kwamen. Waarom zou je dat jonge meisjes aandoen?” Ze schudt haar hoofd. „En dit waren zogenaamd goede mensen, heilige mensen.”
Dan zeiden ze: ‘dat meisje is naar huis’, maar vanuit het raam kon mijn moeder zien dat ze haar wegdroegen
Belinda Kruger dochter van oud-leerling kostschool
Bij de katholieke parochie in het dorp Penticton, nabij het reservaat, staat voor de kerk een groot bord met de leuze Every Child Matters, die veel wordt gebruikt in verband met de vondst van de stoffelijke resten van inheemse kinderen. „We zijn solidair met onze inheemse broeders en zusters” staat er bij. Voor commentaar op de rol van de katholieke kerk bij de inheemse kostscholen, en de brand bij de kerk op het reservaat, verwijst een medewerker van de pastorie naar het bisdom van de plaats Nelson, waar de parochie onder valt.
Bisschop Gregory Bittman heeft in een verklaring „verdriet” uitgesproken over de branden. Volgens Bittman is van belang om geen overhaaste conclusies te trekken over de begraafplaatsen, en de doodsoorzaken van de personen die er begraven liggen, voordat nader onderzoek is gedaan. Onder de doden zijn volgens hem wellicht medewerkers van de internaten, en er kunnen natuurlijke oorzaken in het spel zijn. Dat standpunt is door inheemse leiders bekritiseerd, omdat het de dood van kinderen op de scholen zou bagatelliseren.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73456208-a0936f.jpg|https://images.nrc.nl/AW69fWY4yeE3eqUewBhkso4oDrI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73456208-a0936f.jpg|https://images.nrc.nl/USeGdLkWuHsP7xKZVIwLxwgCXys=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73456208-a0936f.jpg)
De katholieke kerk schiet tekort in haar reactie op de kwestie van de kindergraven, vindt Rennie Nahanee, diaken bij de St. Paul’s Indian Church, een imposante houten kerk op een reservaat van de Squamish Nation in Noord-Vancouver. „De bisschoppen zeggen telkens ‘we willen aan jullie zijde staan’ en ‘een dialoog aangaan’ met inheemsen, maar ik weet niet wat dat betekent”, zegt hij. „Ik geloof dat er nog steeds racisme en intolerantie is binnen de katholieke kerk tegen inheemse mensen.”
Nahanee wil oprechte toenadering van de kerk zien tot de oorspronkelijke bevolking. Volgens hem zou dat kunnen beginnen door hun talen en gebruiken op te nemen in kerkelijke rituelen. Dat doet hij zelf al, bijvoorbeeld door gebruik te maken van smudging, de verspreiding van rook van medicinale of heilige planten tijdens begrafenisdiensten. „Inheemsen worden het beu om alleen maar excuses te horen.”
‘Bij wie konden de kinderen terecht?’
Nahanee is boos over de kindergraven, zegt hij. „Het is zo verschrikkelijk wat ze de kinderen hebben aangedaan. Het waren slechte mensen die de inheemse kinderen onderwezen. Er waren roofdieren onder hen die hun gang konden gaan. De kinderen konden zich niet beklagen. Bij wie konden ze terecht? Ze konden geen contact opnemen met hun ouders, ze waren slachtoffers. Dit gebeurde in de naam van God, maar ik denk dat zij het eerder deden in de naam van Satan.”
Toch is Nahanee van plan om bij de kerk te blijven. „Ik ging als jongen naar de kerk, onze ouderen waren er actief. Zij waren mijn mentoren en ik keer hen niet de rug toe.” Voor de mis komen weinig mensen nog opdagen, zegt hij, maar voor begrafenissen en andere evenementen loopt de kerk nog wel vol.
Ook bij de Penticton Indian Band was het kerkbezoek laag – hooguit nog een handvol ouderen. Sommigen van hen waren „kapot” van de brand, zegt Belinda Kruger. „Zij zeggen dat het hun geloof is, maar ik zeg dan: welk geloof?”
Haar dochter Nena is verzoeningsgezinder. „Ik ben niet blij dat de kerk weg is, maar ik ben er ook niet heel verdrietig om”, zegt ze. Zij heeft herinneringen aan bruiloften en begrafenissen bij de kerk en ze was van plan haar eigen kinderen er te laten dopen. „Ik begrijp dat het voor sommigen een pijnlijke herinnering is aan de kostscholen. Maar voor mijn eigen kinderen zag ik het meer als een ervaring om van te leren, om verhalen over te vertellen.”