Opinie

Een schiettent vol gemiste kansen

10 jaar na de pandemie Een scholier vindt in een antiquarisch boekje een opmerkelijke analyse van Nederland anno 2021. Maar winst, groei en rendement blijken ook in 2030 nog steeds de fundamenten, schrijft .
Beeld Getty, beeldbewerking NRC

Het is 17 juli 2031, maar de eerste vijf tropische dagen op rij zijn dit jaar al eind april gemeten. In de laatste boekhandel van Apeldoorn vindt een boekenlezende tiener tussen de tweedehands boeken een exemplaar van De fundamenten, een boekje met essays uit 2020 en 2021. De scholier scant de kaft met zijn smartphone, een nieuw scherm opent. Bij de editorial reviews van Goodreads, Amazons boekenapp, staat: „Een pamflet als een klaroenstoot”. En: „Een urgent essay dat het breedgedragen besef verwoordt dat alles anders moet”. Daaronder heeft een gebruiker van het platform geschreven: „Of een overblijfsel uit die twee weken in het voorjaar van 2020 dat de thuiszittende mens even dacht dat alles anders moest”.

Tijdens het hitteverlof van de middelbare school had de tiener voor het vak ‘burgerschap’ een 3D-vodcast over de klimaatramp gekeken. Eén aflevering ging over de coronapandemie van tien jaar terug. De enige herinneringen die de tiener zelf nog aan die tijd had, waren niezen in je elleboog (bleek later toch niet zo verstandig) en het verplaatste EK voetbal (met de roemloze nederlaag in de achtste finale).

Geïntrigeerd slaat de scholier het boekje dus open; misschien is het een goed aanknopingspunt voor de eindopdracht van dit blok ‘burgerschap’. Het blijkt een betoog, geschreven door een prijswinnende, mannelijke kunstenaar, maar geschreven vanuit het perspectief van ‘de middenmoot’, namens de ‘Nederlandse burger’: „Alle extremen terzijde, wat willen wij?” En: „Een obsessie met winst, groei en rendement heeft onze fundamenten aangetast”.

De middenstand regeert ’t land, tegenwoordig met winkelmanager Hermans, sterker dan ooit tevoren, denkt de scholier. Dat wilden ze als fundamenten.

Nederland liep achter op zijn eigen klimaatdoelen

De auteur, tevens een acteur die tijdens de pandemie zijn toneelgroepsalaris kreeg doorbetaald terwijl hij veilig thuis zat, schrijft over de hysterie van de virusontkenners destijds. De tiener denkt aan twee talking heads uit de vodcast: „Ik stemde Van Haga omdat hij als enige de boel wilde opengooien. Ik was zzp’er, moest werken, geld verdienen. Anders ging ik failliet.” Een ander, voormalig assistent van een gemeenteraadslid uit Amsterdam die op een dag tijdens de coronacrisis op straat ging zitten, een protestactie tegen de lakse milieuregels in Nederland, en toen werd opgepakt en in de cel gesmeten: „Ik herinner me nog het geklap van de mensen op het terras toen ik in de politieauto verdween”.

De scholier koopt het boekje (kosten: één euro). De eerste twee korte essays hinken op twee gedachten: die van het bewijs van de enquête en die van het bewijs van gedrag. Volgens de schrijver maakt het steekproefsgewijze onderzoek naar opvattingen over reisgedrag, de ‘vrijheidsberovende’ lockdown-maatregelen en een hogere vleesprijs begin 2020 duidelijk wat de middenmoot van Nederland wil: krimp in plaats van groei. Met als gevolg een beter klimaat, betere gezondheidszorg en rechten voor dieren.

Dat Nederland ook in 2020 al achterliep op zijn eigen klimaatdoelen en wereldkampioen varkensfokken was, benoemt de schrijver vervolgens wel, maar hij doet daar verder weinig mee. Hetzelfde geldt voor de staatssteun aan vakantie- en reisbedrijven als Booking.com en KLM. De schrijver trapt hoe dan ook vaker in de knieholte van de werkelijkheid om die in zijn eigen betoog te dwingen, merkt de scholier. Zo beweert hij dat „de staat van revoluties niet zo best” is, maar heeft hij het twee bladzijden later rustig over de afschaffing van de rassenwetten in de VS, de apartheid in Zuid-Afrika en de wereldwijde opkomst van de Black Lives Matter-beweging.

Winst, groei en rendement zijn de fundamenten, in de zorg, het onderwijs én de cultuur

De volgende dag leest de scholier welwillender verder; er was in 2020 ten minste iemand in Nederland die beweerde dat het consumptiegedrag van de meeste mensen niet deugde. Het derde deel van het boekje is een showroom van open deuren, maar daarachter wacht telkens een onaangename verrassing. Zo wijst de schrijver op de misstanden binnen de vlees- en zuivelindustrie, maar benadrukt hij niet op te roepen tot vegetarisme.

Waarom niet, vraagt de scholier zich af. Was het omdat de schrijver de vleeseters (toen vijfennegentig, nu altijd nog negentig procent van de Nederlanders) niet tegen zich in het harnas wilde jagen? Omdat de schrijver vreesde voor zíjn winstmaximalisatie? Zeg nou zelf, welke auteur wil een deel van zijn publiek van zich vervreemden?

Winst, groei en rendement zijn de fundamenten, denkt de scholier. In de zorg, het onderwijs én de cultuur.

De koers veranderde niet

Het boekje leest als een pleidooi voor een schoner geweten, en dus voor schonere handen, maar zonder daadwerkelijke propere handvatten te bieden: word vegetariër, stop met vliegen, stem op partijen die betaalbare en goede zorg en onderwijs en huisvesting belangrijk vinden. In 2031 leest De fundamenten als een verzameling mooie woorden, maar met wat er het afgelopen decennium in het magazijn van de BV Nederland gebeurde, dáár heeft het weinig mee te maken.

De scholier vindt dat de woordvoerder van de middenmoot (jaargang 2020-21) te gemakkelijk de overheid de verantwoordelijkheid toeschuift voor de onveranderde koers van de afgelopen tien jaar: zolang iedereen spullen blijft kopen bij Amazon en VVD blijft stemmen, blijven de BV en haar afval, ongelijkheid en uitstoot van CO2 immers groeien.

Zó kijkt deze scholier in 2031 terug op dit coronajaar, op de decennia daarvoor en daarna: als een schiettent vol gemiste kansen.