Zuurstof in tanks redt levens, maar kan ze ook kosten

Brand op IC-afdelingen Voor coronapatiënten kan extra zuurstof een zegen zijn maar er zijn ook grote risico’s, zoals bleek in Irak toen een aantal zuurstoftanks ontplofte.

Een zorgmedewerker controleert de aansluiting van zuurstoftanks in het ziekenhuis in Lhokseumawe, op het Indonesische eiland Sumatra.
Een zorgmedewerker controleert de aansluiting van zuurstoftanks in het ziekenhuis in Lhokseumawe, op het Indonesische eiland Sumatra. Foto Azwar Ipank/AFP

Irak werd maandagavond opgeschrikt door een tweede grote ziekenhuisbrand binnen drie maanden. Zeker 92 mensen konden hun verblijf in de nog maar drie maanden geleden gebouwde coronakliniek van het Al-Hussein-ziekenhuis in de stad Nasiriya niet navertellen nadat ontploffende zuurstoftanks een kleinere brand in een vuurzee hadden herschapen. Woedende familieleden raakten dinsdag slaags met de politie, die het terrein had afgezet.

Eind april was ook de intensivecareafdeling met coronapatiënten van een ziekenhuis in de hoofdstad Bagdad al in vlammen opgegaan. Ook daar kwam een zuurstoftank tot ontploffing. Een Iraakse gezondheidsfunctionaris wees er naderhand op dat de brand de staf voor een duivels dilemma stelde: als je de patiënten van hun zuurstofaanvoer afhaalde, kon dat ook meteen fatale gevolgen hebben. In Bagdad overleefden 82 mensen de brand en het plotselinge gebrek aan zuurstof niet.

Zowel patiënten met Covid-19 als familieleden slaken vaak een zucht van verlichting wanneer de naar adem happende zieken eindelijk op een intensivecareafdeling zijn beland, maar het kan daar gevaarlijker zijn dan velen beseffen. Het is geen toeval dat juist op IC’s, waar Covid-patiënten worden behandeld, branden uitbreken en zich explosies voordoen. Alles bijeen hebben zich wereldwijd al tientallen ongelukken van deze aard voorgedaan, zij het meestal met een minder zware tol aan mensenlevens dan in Irak.

Ook de Europese Commissie waarschuwde in januari van dit jaar in een rapport voor de gevaren die er aan de behandeling met extra zuurstof verbonden zijn. „Het is belangrijk voor ziekenhuizen om volledig te zijn voorbereid op het verhoogde brandgevaar dat verband houdt met de zuurstofrijke omgeving, met name in IC-units waar verscheidene zuurstofventilatieapparaten in werking kunnen zijn”, aldus het rapport.

Het hele overheidssysteem is ingestort

Haidar al-Askari

Gewoonlijk bedraagt het zuurstofgehalte in de lucht die mensen inademen zo’n 21 procent. Op IC’s kan dat percentage al snel iets hoger liggen, aldus het rapport, bijvoorbeeld door lekjes in slangen, ventielen of andere onderdelen van de apparatuur. Ook de ventilatie laat dikwijls te wensen over op de ICU’s, omdat ziekenhuizen die afdelingen bij voorkeur zo steriel mogelijk houden. Een zuurstofgehalte van 24 procent geldt al als brandgevaarlijk. Zo’n hoger zuurstofgehalte betekent ook een grotere kans op explosies.

Veel ziekenhuizen in minder ontwikkelde landen missen de middelen om veiligere maar ook duurdere luchtverversingsinstallaties aan te schaffen voor IC’s en volstaan met simpele airconditioningapparaten die vaak oververhit raken en soms tot brandjes leiden. Als er dan een vonkje vrijkomt door kortsluiting in een ventilator of in de airconditioning kan er zich al snel een hevige brand voordoen of een explosie met zuurstoftanks.

Niet voor het eerst

In India ontstonden in het coronatijdperk al ruim twintig ziekenhuisbranden, waarbij in totaal tientallen doden vielen, al explodeerden er in de meeste gevallen geen zuurstoftanks. Ook in het Egyptische Alexandrië ontstond vorige zomer zo’n IC-brand. Die kostte aan zeven Covid-patiënten het leven. In november kwamen tien mensen om bij een brand op de IC van een ziekenhuis in de Roemeense stad Piatra Neamt. Een maand later was het raak in het Turkse Gaziantep, waar eveneens tien mensen de brand niet overleefden. In Rusland kwamen in de plaats Riazov in juni drie mensen om bij een ziekenhuisbrand, veroorzaakt door een haperende ventilator. Vorige herfst was er ook brand in een opslagplaats voor zuurstoftanks bij een ziekenhuis in Chelyabinsk. Zo’n honderdvijftig coronapatiënten moesten worden geëvacueerd.

Lees ook deze reportage vanuit Suriname: ‘Zuurstof-behoeftige patiënten wachten op een houten bankje op uitslag’

Een factor is ook de gebrekkige stroomvoorziening. Een land als Irak, waar de temperaturen ‘s zomers oplopen tot wel vijftig graden, kan vaak niet voldoen aan de vraag naar elektriciteit, waardoor zich lange stroomstoringen voordoen. Ook ziekenhuizen worden daarvan de dupe. De noodaggregaten, indien al voorradig, zijn snel uitgeput. Door de toevloed van coronapatiënten worden bovendien vaak haastig nieuwe aansluitingen aangelegd, zonder goede bedrading. Hierdoor en door overbelasting van het net ontstaat sneller kortsluiting, met alle risico’s van dien.

Ook andere essentiële voorzieningen ontbreken dikwijls. „Er is geen sprinkler-installatie in het ziekenhuis en zelfs geen simpel brandalarm”, vertelde een anonieme medewerker van het ziekenhuis in Nasiriya dinsdag aan persbureau Reuters. „We hebben de laatste drie maanden vele malen geklaagd dat er elk moment een tragedie kon plaatsvinden door een sigarettenpeuk, maar telkens kregen we hetzelfde antwoord van gezondheidsfunctionarissen: we hebben niet genoeg geld.”

Volgens velen liggen de branden ook aan corruptie en incompetentie. Ook de Iraakse president Barham Salih wees direct op „aanhoudende corruptie en wanbestuur”. Premier Mustafa al-Kadhimi probeerde een daadkrachtige indruk te maken door meteen spoedberaad te houden en opdracht te geven tot de arrestatie van de ziekenhuisdirecteur.

Veel Irakezen toonden zich verbijsterd dat hun leiders na de branden in Bagdad, Nasiriya en elders niet meer voorzorgsmaatregelen hadden getroffen. „Het hele overheidssysteem is ingestort”, klaagde Haidar al-Askari, die bij het ziekenhuis stond, tegenover persbureau AP, „en wie betaalde daarvoor de prijs? De mensen hier binnen.”