De Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit FDA voegde maandag een waarschuwing toe op het informatieblad over het coronavaccin van fabrikant Janssen: er is een licht verhoogd risico op het zeer zeldzame syndroom van Guillain-Barré (GBS). Bij die aandoening keert het immuunsysteem zich tegen zenuwcellen, wat spierzwakte, tintelingen of zelfs verlamming veroorzaakt. Het is niet duidelijk of de vaccinatie de oorzaak is van de aandoening. Drie vragen.
1Hoeveel mensen kregen het syndroom van Guillain-Barré na een prik met het Janssenvaccin?
De FDA registreerde honderd meldingen van het syndroom na vaccinatie met het middel van Janssen. Eén persoon zou zijn overleden, en 95 mensen moesten in het ziekenhuis worden opgenomen. Bij de meeste van deze mensen ontstond het binnen 42 dagen na de prik. In de VS hebben 12,8 miljoen mensen een vaccin van Janssen gekregen – dat komt neer op 1 op 128.000 personen. Het risico op de aandoening is dus zeer klein, maar wel iets hoger dan te verwachten is in de VS, oordeelt de FDA. Het voordeel van het vaccin weegt nog steeds sterk op tegen dit zeer kleine risico, dus het blijft in gebruik.
2Hoe ernstig is het syndroom van Guillain-Barré?
Het is een stoornis van het afweersysteem waarbij antistoffen en ontstekingscellen ontstaan die zenuwen in het lichaam beschadigen, met name de gevoelszenuwen en de zenuwen die spieren aansturen. Het ontstaat plotseling en kan leiden tot minder spierkracht en tintelingen in armen of benen, moeite met kauwen, slikken, oogbewegingen, incontinentie, maar ook tot problemen met lopen of zelfs een tijdelijke volledige verlamming. Soms is tijdelijk beademing nodig. De meeste patiënten herstellen volledig, maar sommigen houden blijvend pijn en restschade.
In Europa komt GBS normaal gesproken voor bij 1 tot 2 op de 100.000 mensen per jaar. Het risico erop neemt toe met de leeftijd.
3Waardoor kun je het nog meer krijgen?
Het syndroom van Guillain-Barré ontstaat meestal na een gewone infectie zoals een verkoudheid, keelontsteking, griep of diarree. Na een infectie met het coronavirus kan het ook optreden. Ook bij sommige andere vaccins is een licht verhoogd risico op het syndroom gevonden, zoals bij een Amerikaans vaccin tegen gordelroos, en na de griepprik. Dat risico na griepvaccinatie is heel laag, en kleiner dan het risico op het syndroom na een griepinfectie, schrijft bijwerkingencentrum Lareb. Het Lareb kreeg in Nederland twee meldingen van het syndroom van Guillain-Barré van ontvangers van het Janssen-vaccin. Overigens kwamen ook vier meldingen na een vaccinatie met Pfizer en één na vaccinatie met Moderna. Daarnaast kwamen er elf meldingen binnen na vaccinatie met het in Nederland veel minder gebruikte AstraZeneca-vaccin, dat hetzelfde type vaccin is als dat van Janssen. „Daar zijn we nu nader naar aan het kijken”, meldt Lareb-directeur Agnes Kant. „Het zou kunnen dat er een verhoogd risico is bij deze vaccins.”
/s3/static.nrc.nl/images/2016/04/22/stripped/2204ecobartjacobs7kol.jpg)