Jaloezie met een wilde paukenslag

Muziek bepaalt het leven van altvioliste . Zij speelt Schumann niet, Schumann speelt haar.
Wagner over muziek

Schumann speelt met mijn schuldgevoel en op deze zomerse dag zit ik uit vrije wil in plaats van met vrienden op een terrasje, alleen op mijn kamer. Om te studeren.

Ik kijk niet naar de strakblauwe lucht buiten, maar zie zonlicht door de muziek schijnen, wetend dat de componist om gevoeligheid en niet om natuurschilderingen bekendstaat. De altvioolpartij van zijn tweede symfonie is niet boeiend, maar om me volgende week in zijn muziek onder te kunnen dompelen, stem ik nu al mijn eigenheid op zijn muziektaal af.

Zijn muziek spelen is één organisme met zijn werk vormen. Dan pas ontmoet ik mogelijk de oude bekenden Florestan den Wilden en Eusebius den Milden, karakters van Schumanns gespleten persoonlijkheid die hij in deze symfonie tot klinken bracht. Spass dus!

Ik speur in mijn partij naar de E’s en F’s, let op het tempo en neem de makkelijke loopjes op mijn snaren heel serieus. Want in de zwarte bosjes krioelende muzieknoten schuilt misschien al de temperamentvolle Florestan, of wellicht ligt Eusebius te zonnen in de lange witte noten daarna.

Maar ik voel me steeds eenzamer in mijn partij: mijn strijkstok laat slechts één stemmetje klinken. Ik mis de meanderende complexiteit van hun inborst, hun emoties die heerlijk meerstemmig gloren.

Nu op het terras zitten, was misschien toch beter geweest, maar het is te laat. Ik laat mijn altviool liggen. Omdat de avond nog warm is, zoek ik ‘Schumann Twee’ op Spotify en ga met de altvioolpartij, een koel glas wijn, en koptelefoon in afzondering in mijn patio zitten.

Al het eerste blazerssignaal staat haaks op de melodische strijkers. Ik glimlach meteen naar de milde, goedgemutste Eusebius. Hij neemt me mee naar 1834 toen Schumann, in het Neue Zeitschrift für Musik, hem met Florestan in zijn artikelen liet snateren.

Maar Florestan is jaloers, met een wilde paukenslag verstoort hij al gauw ons romantische snarenspel. Als leven muziek is, word ik nu bespeeld: hoogmoedig dwarsboomt hij het kabbelende ritme, de blazers bedreigen de strijkers en ik beland midden in een polemiek over de zin van het goede leven.

In de finale verliest de cholerische Florestan van de gevoelige Eusebius. Triomfantelijk proost ik op Schumann en stiekem mis ik nu al de volgende week.

Ewa Maria Wagner is altvioliste en schrijfster.