Opinie

Goed nieuws voor de letteren: de wereld gaat in 2021 nog erger naar de filistijnen

Ellen Deckwitz

De herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil, schreef iemand eens, en zo kwam het dat dit weekend, terwijl ik enkele aangename momenten onder de douche doorbracht, de kersttoespraak die koning Filip van België in 2017 hield me opeens te binnen schoot. Daarin zei de monarch dat we in tijden van crisis moeten leren kijken met een andere blik, want „…wie met verwondering naar de natuur kan kijken, zal haar ook meer respecteren. En wat waar is voor de natuur, geldt des te meer voor de mensen om ons heen.” Die Filip! Wat een heerlijk verkapt applaus voor de literatuur was dat, want als er één kunstsoort om verwondering en nieuw leven inblazen van het bekende draait, dan zijn het de letteren wel. Neem dat bekende gedicht van William Carlos Williams, This is just to say, waarin hij zijn geliefde opbiecht de pruimen die ze in de koelkast bewaarde, voor de lunch, te hebben opgegeten: ‘Forgive me/ they were delicious/ so sweet/ and so cold.’ Of deze regels van Herman Gorter, die het getik van de klok van een dreigende lading voorzien: ‘Hoor de klok rikketikken/ hij telt de oogenblikken.’

Er zijn de afgelopen jaren veel werken uitgekomen waarin het vertrouwde op een bijzondere manier werd vernieuwd. In de roman Het tegenovergestelde van een mens van Lieke Marsman vraagt de hoofdpersoon zich op een zeker moment af hoe het is om een komkommer te zijn. Dat soort vragen stel ik mezelf normaliter slechts na het leegeten van een emmer paddenstoelen, maar Marsman maakt er meteen een limietervaring van: „Je voorstellen hoe het is om een ding te zijn, een groente, een komkommer – een ding dat weliswaar groeit, maar niet voelt, dat is het uiterste vragen van je empathisch vermogen… dat betekent dat je niets moet voelen. En dan niet op een manier dat je bij wijze van geluk heel even niet geplaagd wordt door alledaagse emoties, maar op een manier dat iets voelen onmogelijk voor je is geworden.”

Ondanks de pandemie en het feit dat veel uitgevers huiverig waren, kwam er alsnog veel moois uit, en dat we in onzekere tijden leven, heeft daar ongetwijfeld aan bijgedragen. De wereld is op het moment van schrijven een heerlijke snelkookpan vol wrijving en dreiging, wat natuurlijk vervelend is voor onder andere het klimaat en de rechten van de mens, maar wel weer geweldig voor de letteren. Afgaande op de opwarming van de aarde en de menselijke natuur, zal de wereld in 2021 alleen nog maar erger naar de filistijnen gaan, wat weer goed is voor de letteren.

Hoe rotter de bodem, hoe groter de bloesems. Zelden heb ik zo naar de wereld uitgezien.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.