Zes jaar geleden kreeg Cindy Kirkilis-Kramer (35) een vroege miskraam. Met elf weken, net voor de ‘magische’ twaalf weken waarna veel aanstaande ouders wereldkundig maken dat er een kind op komst is. Kirkilis-Kramer moest ander nieuws brengen – ook in het AMC, waar ze als verloskundige werkte.
„Ik ben in eerste instantie gewoon gaan werken, maar ik had zoveel bloedverlies dat het niet ging.” Ze wilde zich ziek melden, maar het gesprek met haar leidinggevende viel haar zwaar. „Er was niet zomaar een vervanger en ik had geen energie om mijn nachtdiensten te gaan ruilen. Het was al moeilijk genoeg om tegenover mezelf toe te geven dat werken even niet ging.”
In Nederland hebben alleen vrouwen die na 24 weken een miskraam krijgen recht op betaald verlof – van zestien weken. In de periode vóór die 24 weken gelden de normale regels bij ziekteverzuim. Zo moet de werknemer die zich ziek meldt altijd bereikbaar zijn voor werkgever en arbodienst.
Nieuw-Zeeland is sinds kort een van de weinige landen waar werknemers zich na een miskraam niet meer ziek hoeven te melden. Daar hebben vrouwen en mannen sinds maart recht op drie dagen betaald miskraamverlof, ongeacht de duur van de zwangerschap.
Het Nederlandse kabinet onderzoekt inmiddels de mogelijkheden om zoiets ook in te voeren. Rouwcoach en voormalig HR-adviseur Marrit van Exel vindt het onbegrijpelijk dat hier nog geen rouw- en miskraamverlof bestaat. Met haar petitie heeft ze meer dan 55.000 handtekeningen voor zo’n soort verlof opgehaald.
Niks geregeld
Miskraamverlof zou een belangrijke aanvulling op bestaande zwangerschapsregelingen kunnen zijn, vindt Van Exel. „De overheid vergoedt zwangerschapscursussen, kraampakketten en zwangerschapsverlof, maar als iemands partner of kind overlijdt, is er helemaal niks geregeld. Verlof voor gezinsuitbreiding vinden we zo vanzelfsprekend; waarom rouw- en miskraamverlof dan niet?”
Daarbij komt dat op de werkvloer nauwelijks gesproken wordt over verlies en miskramen , zegt Van Exel. Hoe anders is dat bij gezinsuitbreiding. „‘Hoe gaat het met de slapeloze nachten’, ‘hoe doen de kinderen het op school’ – collega’s raken er soms niet over uitgesproken. Maar als iemand een geliefde heeft verloren, spreekt daar al snel niemand meer over.” Mensen voelen zich daarom vaak in de steek gelaten op hun werk, ziet Van Exel.
Vrouwen hebben het gevoel dat ze altijd maar door moeten gaan en sterk moeten blijven, zegt Cindy Kirkilis-Kramer, die inmiddels als miskraamcoach werkt. Praten over zoiets persoonlijks wordt al snel als onprofessioneel gezien. Terwijl je na een miskraam niet zomaar de oude bent. Naast de fysieke impact doet het veel met je zelfvertrouwen. „Het woord ‘mis’ in ‘miskraam’ zegt het eigenlijk al. Voor vrouwen voelt het soms als falen. Zij gaan aan alles twijfelen, aan wat ze voelen, wat ze kunnen en zelfs aan wie ze zijn.”
Dat heeft ook invloed op hun werk. Op sociale media vroeg Kirkilis-Kramer vrouwen naar de langetermijneffecten van hun miskraam op hun werk. Van de zeventig vrouwen die reageerden, had 70 procent het gevoel na een jaar nog steeds minder productief te zijn. De helft was hun werk minder belangrijk gaan vinden.
Emotionele klachten
Toch blijft dit vaak onbesproken, ziet zelfstandig HR-adviseur Ilse Campignon. Zij heeft al verschillende keren gemerkt dat vrouwen zich soms ziek melden zonder dat de werkgever weet wat er aan de hand is. „Vrouwen melden vaak alleen fysieke klachten, zoals nabloedingen en buikpijn, en gaan weer aan het werk als die over zijn. Over emotionele en langdurigere klachten wordt niet gepraat.”
Gemiddeld blijven vrouwen een tot twee weken thuis voor ze weer aan de slag gaan, is Campignons ervaring. „Maar dit betekent niet dat iemand er dan ook klaar voor is.”
Zo meldde miskraamcoach Susan Cuppen (40) zich ziek toen ze nog in de gehandicaptenzorg werkte. Ze voelde zich op de werkvloer niet vrij om over haar miskraam te praten. „Ik had het gevoel dat niemand me begreep. De bedrijfsarts deed zijn best, maar bleef voornamelijk bellen met de vraag wanneer ik weer aan het werk kon. Niemand vroeg hoe het écht met me ging.” Uiteindelijk bleef ze zes weken thuis, maar ze voelde een enorme druk om weer aan de slag te gaan.
Ook verpleegkundige Martine Kooistra (24) meldde zich ziek na haar eerste miskraam, bij zeven weken. Ze bleef drie weken thuis. „Hoewel mijn leidinggevende heel begripvol was, voelde ik me ontzettend schuldig dat ik me ziek had gemeld”, vertelt ze. „Ik was namelijk niet ziek, maar wel leeg en doodmoe. Ook vond ik dat mijn werkgever niet hoefde op te draaien voor mijn miskraam. Het was míjn keuze om zwanger te willen worden.”
Niet veel later kreeg Kooistra een tweede miskraam, zonder dat ze wist dat ze zwanger was. Dit keer ging ze meteen weer aan het werk. „Ik vond dat ik me niet moest aanstellen. Het was nog zo vroeg in de zwangerschap en ik was niet eens bezig om zwanger te worden. Waarom zou ik dan niet kunnen werken? Ik probeerde het te relativeren, omdat ik dacht dat het moest.”
Recht op rouw
Omdat vrouwen nu alleen verlof krijgen na een zwangerschap van minstens 24 weken, kunnen mensen die na een kortere periode een miskraam krijgen het gevoel hebben dat ze geen recht hebben op herstel of rouw, zegt miskraamcoach Cuppen. Maar een miskraam met vijf weken kan evengoed heftig zijn, ook al is er dan nog geen hartslag. „Eigenlijk ben je al vader of moeder vanaf de eerste zwangerschapstest. Dan al beginnen de toekomstplannen over de kinderkamer, of een grotere auto.” Ook dan kan het pijn doen als deze droom ten einde komt.
Een ziekmelding voelt dan niet op z’n plaats, vindt Kooistra. „Als ik gewoon recht op verlof zou hebben, had ik me niet zo bezwaard gevoeld. Ook al gaat het maar om een paar dagen, dan nog voelt het als een erkenning dat je na een miskraam mag herstellen.” Als je daarna meer tijd nodig hebt, is in ieder geval dat besef er al bij de werkgever, denkt ze.
Als elke vrouw en man straks recht heeft op verlof, hoopt Kooistra dat meer mensen over hun miskraam durven te praten op het werk. „Ik ben een open boek, maar als je dat niet bent, of een man als leidinggevende hebt, kan het lastiger zijn.” Niks ten nadele van mannen, voegt ze toe, „maar als man is het moeilijker om je in te leven.”
Soms reageren collega’s of leidinggevenden ongevoelig op een vroege miskraam, heeft ze gemerkt. Ze hoort vaak opmerkingen als ‘het was nog zo klein’, ‘ach, je bent nog zo jong’ en ‘je weet in ieder geval dat je zwanger kan worden’. „Mensen gaan op alles in, behalve op hoe verdrietig het is.” Ze hoopt dat mensen gaan beseffen dat het „gewoon klote” is. En dit ook kunnen benoemen.
Uurtje minder
Miskraamverlof is een goed begin, maar geen sluitende oplossing voor langetermijnklachten, zegt HR-adviseur Campignon. Wel krijgt de werkgever, als werknemers opener durven zijn over een miskraam, de kans om mee te denken. „Sommige vrouwen willen heel graag afleiding na een miskraam. Anderen willen wel, maar kunnen het niet.” Een uurtje per dag minder werken kan soms al veel doen, zegt Campignon. Door maatwerk kan het ziekteverzuim na een miskraam worden teruggedrongen.
Een directeur van een zakelijke dienstverlener in de regio Utrecht schakelde daarom voor een werknemer de hulp in van miskraamcoach Kirkilis-Kramer. De directeur in kwestie (38) wil anoniem blijven vanwege de privacy van haar werknemer, die maar een paar mensen op het werk over haar miskraam heeft verteld. Rouw is volgens de directeur een van de belangrijkste oorzaken dat mensen uitvallen. „Ik ben er dan ook altijd alert op als iemand te maken krijgt met verlies.”
Als werkgever kan ze iemand niet helpen met zulke grote levenskwesties, zegt ze. „Daar stopt ook mijn verantwoordelijkheid. Maar ik kan wél hulp inschakelen.” Omwille van de werknemer, maar ook voor het bedrijf. „Als iemand uitvalt, kost dat immers geld.”
Mede door de coaching die de directeur inschakelde, is de werknemer na anderhalve week weer aan het werk gegaan. Maar net zo belangrijk is dat ze erkenning heeft gekregen voor haar verdriet en weet dat ze zich niet hoeft te schamen, vindt de directeur. Oók niet op de werkvloer. „Dat ik haar identiteit wil beschermen, geeft al aan wat voor taboe het nog is.”