Analyse

Rapport commissie-Spies: CDA bestaat uit kampen die elkaar naar het leven staan

Commissie-Spies Het interne CDA-onderzoek bevestigt de verdeeldheid binnen de partij. Maar hoe de crisis te bestrijden, blijft vooralsnog onduidelijk.

Voorzitter van de evaluatiecommissie, Liesbeth Spies, en interim partijvoorzitter Marnix van Rij (r) tijdens de persconferentie.
Voorzitter van de evaluatiecommissie, Liesbeth Spies, en interim partijvoorzitter Marnix van Rij (r) tijdens de persconferentie. Foto Sem van der Wal / ANP

Voor het CDA is Woudschoten historische grond. Daar werd in 1975 een conferentie belegd om het eerste partijcongres voor te bereiden, waarin het samenwerkingsverband tussen de drie confessionele partijen KVP, ARP en CHU zou worden bekrachtigd. Vijf jaar later zouden die partijen officieel opgaan in één partij: het CDA.

In de decennia erna verdween het aanvankelijke onderlinge wantrouwen tussen de katholieken en de protestanten. Het CDA had bewezen dat het mogelijk was om een brede volkspartij te vormen waarin uitersten elkaar konden vinden in gedeelde politieke waarden.

46 jaar later is de verdeeldheid terug. Aan de grondslag van de huidige onenigheid in de partij ligt een generatie CDA’ers die het eigenbelang boven het partijbelang plaatste. Het is een van de conclusies uit een lange lijst die Liesbeth Spies deze zaterdag presenteerde op de KNVB Campus in Zeist, op nog geen kwartier wandelen vanaf Woudschoten. Onder haar leiding onderzocht een commissie het vermaledijde jaar voor haar partij: van de rommelig verlopen lijsttrekkersverkiezing tot de nederlaag bij de Tweede Kamerverkiezingen, waarin de partij vier zetels verloor.

Onderling wantrouwen

In het rapport wordt een beeld geschetst van een partij die bestaat uit kampen die elkaar naar het leven staan, van onderling wantrouwen, van een cultuur die, in de woorden van Spies, „niet deugt”. Een partij met een onduidelijk profiel waar leden zich niet in herkennen. Het CDA, zo stelt de commissie ook, is een partij „met een gebrek aan bestuurlijk leiderschap”, „het lerend vermogen is klein”.

„Pijnlijk’’, noemde waarnemend partijvoorzitter Marnix van Rij de conclusies. Het partijbestuur van het CDA stapte zaterdag op.

Lees hier de conclusies uit het rapport Spies: Interne verdeeldheid bezorgde CDA zware nederlaag bij Kamerverkiezingen

Geen ‘Team-CDA’

Het rapport van de commissie-Spies schetst geen fraai beeld. Maar nieuw zijn de bevindingen uit het rapport niet. Al maanden is duidelijk dat het CDA overhoop ligt met zichzelf. Dat er geen sprake is van een ‘Team-CDA’, iets waar de partij campagne mee voerde in aanloop naar de verkiezingen, is een publiek geheim.

Een maand geleden werd dat des te duidelijker toen Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt zijn CDA-lidmaatschap opzegde. Dat deed hij nadat zijn interne notitie aan de commissie Spies was uitgelekt, waarin hij onder meer uiteenzette hoe hij behandeld werd door partijgenoten – hij voelde zich soms „ronduit onveilig”. Omtzigt zit overwerkt thuis en is wil als zelfstandig Tweede Kamerlid terug te keren als hij beter is.

Wat Spies betreft, moeten veel mensen in de partij ‘sorry’ tegen elkaar zeggen. „Dus ook Omtzigt zelf. Daar is sprake van wederkerigheid”.

Haar commissie analyseert veel van wat is misgegaan, maar gaat maar weinig in op hoe dat heeft kunnen gebeuren – of bij wie de schuldvraag ligt. Dat kan komen omdat de vertegenwoordigers van de ‘kampen’ die de partij verdeelden, nog steeds hoofdrolspelers zijn. Wopke Hoekstra is partijleider en demissionair minister van Financiën, ook Hugo de Jonge en Mona Keijzer maken deel uit van het demissionaire kabinet-Rutte III. Keijzer is daarnaast lid van de Tweede Kamerfractie.

Formatie

Het rapport komt in een periode waarin de formatie naar een bepalend moment lijkt te koersen. Half augustus, zo is de planning van informateur Mariëtte Hamer, beginnen partijen met onderhandelingsgesprekken. Als het aan de VVD ligt, schuift het CDA ook aan. Maar de vraag of die partij er wel aan toe is om te formeren – en of de interne strubbelingen deelname van de partij niet met teveel onzekerheid omringen – bleven ook na zaterdag onbeantwoord. Partijleider Hoekstra was aanwezig bij de G20 in Italië en niet bereikbaar voor commentaar.

De komende tijd zal ook moeten blijken of het rapport voldoende is om de onrust in enkele CDA-afdelingen tot bedaren te brengen. Op 11 september vindt, na een petitie van leden, een bijzonder partijcongres plaats. In besloten sessies met CDA-leden, waar NRC toegang toe verkreeg, was de afgelopen weken al te horen hoe CDA’ers hun zorgen deelden met Van Rij en Hoekstra.

Hoe moeten zij over acht maanden campagne gaan voeren voor de gemeenteraadsverkiezingen als ze zich zélf al niet herkennen in de partij? Duidelijk is in elk geval hoe Hoekstra denkt over dat eerstvolgende meetmoment voor het CDA waaruit zal blijken of het verlies doorzet: hij noemde de verkiezingen van maart „een testcase”.

Luister ook deze aflevering van Haagse Zaken: Het CDA en (nog steeds/alweer) de wet van Murphy