Opinie

Haal Nederlandse kinderen nu terug uit Irak en Syrië

Syriëgangers Nederland is volgens het Kinderrechtenverdag verplicht zich in te spannen om kinderen van IS’ers te repatriëren, schrijft .
IS-vrouwen in de rij voor hulppakketten in het Koerdische opvangkamp al-Hol in het noorden van Syrië (2019).
IS-vrouwen in de rij voor hulppakketten in het Koerdische opvangkamp al-Hol in het noorden van Syrië (2019). Foto Maya Alleruzzo / AP

Als het aan bepaalde Nederlandse politieke partijen ligt, zou Nederland de kinderen uit voormalig IS-gebied die momenteel verblijven in kampen in Syrië en Irak het beste aan hun lot kunnen overlaten. Dit is niet alleen hardvochtig, het miskent ook dat deze kinderen, veelal erg jong en kwetsbaar, geen enkele verantwoordelijkheid dragen voor wat hun ouders hebben gedaan. Zij zijn door hun ouders op jonge leeftijd meegenomen om zich aan te sluiten bij IS of ze zijn daar geboren. Een groot deel van deze kinderen is jonger dan zes jaar. We hebben het veelal over kleuters, peuters en baby’s.

Ook gaat deze positie voorbij aan het feit dat deze kinderen een duidelijke band hebben met Nederland of zelfs beschikken over de Nederlandse nationaliteit, en dat zij op grond van internationale kinderrechten recht hebben op bescherming. En die bescherming is hard nodig, nu deze kinderen zich bevinden in erbarmelijke omstandigheden en ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Internationale organisaties roepen overheden, waaronder de Nederlandse, dan ook op om zich in te spannen om deze kinderen te repatriëren. Zo wordt voorkomen dat zij iedere kans op een gezonde ontwikkeling en uiteindelijk een normaal bestaan verliezen. Recent heeft het VN-Kinderrechtencomité in een klachtzaak aangegeven dat Frankrijk zijn handen niet kan aftrekken van de Franse kinderen die vastzitten in Noord-Syrië in vergelijkbare omstandigheden als de Nederlandse kinderen. In juni benadrukte de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa dat Europese landen prioriteit moeten geven aan het repatriëren van de buitenlandse kinderen in de kampen in Noordoost-Syrië.

Specialistische begeleiding

Natuurlijk moeten we onze ogen niet sluiten voor de rol van de ouders van de kinderen, veelal moeders, en voor de belangen van slachtoffers van de wandaden van IS. Daarnaast zijn de kinderen mogelijk zwaar getraumatiseerd en, indien al ouder, ook geïndoctrineerd. Dat vraagt specifieke aandacht en specialistische begeleiding na aankomst in Nederland. In een land als Nederland kunnen wij die aandacht en hulp geven en daar zouden we ons ook voor moeten inspannen, daartoe zijn we verplicht op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag.

Lees ook artikel: Turkije wil dat Nederland zijn IS’ers ophaalt

Het is goed dat de Tweede Kamer vorige week uitgebreid sprak over de terugkeer van vrouwen en kinderen uit voormalig IS-gebied, voor de eerste keer in een plenair debat. Mijn oproep is om specifiek(er) aandacht te besteden aan de kinderen, als jonge mensen met zelfstandige belangen en rechten die wij niet van ons af moeten duwen, maar juist moeten omarmen. Zo erkennen we niet alleen dat kinderen vaak de hoogste prijs betalen in gewapende conflicten als deze, zonder dat zij ook maar enige schuld dragen, maar nemen we ook verantwoordelijkheid in een situatie waarin niemand zich werkelijk om deze kinderen lijkt te bekommeren. Het is in het belang van deze kinderen, maar ook van onze samenleving om voor hen op te komen. Als Nederland het niet doet, wie dan wel?

Lees ook dit opinieartikel uit 2019: Haal de kinderen terug uit Syrië, zij hebben hulp nodig