Napoleon had regelmatig te maken met tegenstanders die hem wilden vermoorden. Zo ontplofte er op 24 december 1800 een bom in Parijs toen zijn rijtuig passeerde. Deze conspiration de la machine infernale was opgezet door aanhangers van het koningshuis van de Bourbons – en mislukte. Napoleon overleefde en ging gewoon door met zijn bezoek aan de opera, maar een dozijn omstanders liet het leven.
Het is dus niet zo gek dat Napoleon, op dat moment Eerste Consul, met grote argwaan reageerde toen hij begin 1804 te horen kreeg dat er een door de Britten gefinancierd complot was ontdekt om hem te ontvoeren of vermoorden. De leidende figuur was de Breton Georges Cadoudal, maar onderzoek van Napoleons minister van Politie Joseph Fouché toonde aan dat ook politici en militairen niet afwijzend tegenover de plannen hadden gestaan. Er werd daarom een klopjacht ontketend op de samenzweerders.
Op een gegeven moment kwam daarbij de hertog van Enghien in beeld, volledige naam: Louis Antoine Henri de Bourbon-Condé – lid van de koninklijke familie dus. Hij leefde als émigré in Ettenheim in Baden, net over de grens met Frankrijk. Napoleon was geschokt toen hij dat hoorde. „Wat, u heeft mij nooit verteld dat de hertog van Enghien zich op vier lieus (17 kilometer, red.) van mijn grens bevindt! Ben ik een hond die je op straat kunt vermoorden? Zijn mijn moordenaars heilige wezens? Waarom ben ik niet gewaarschuwd dat ze zich verzamelden in Ettenheim? Het wordt tijd dat ik klap voor klap teruggeef. Het hoofd van de meest schuldige onder hen moet hiervoor boeten!”
Napoleon liet zich niks gelegen liggen aan het detail dat de hertog verbleef in een ander land. Hij stuurde een eenheid soldaten de grens over om de vermeende samenzweerder te ontvoeren en naar Frankrijk te brengen voor een showproces.
Naast de hertog van Enghien werden ook diens hond en 2,3 miljoen francs de grens over gesleept. In de papieren die in zijn woning werden aangetroffen, was geen enkel bewijs te vinden dat hij iets te maken had met de samenzwering van Cadoudal. Dat was ook niet zo: Fouché had geblunderd. Wel was het duidelijk dat de hertog uitgebreid correspondeerde met de Britten en van plan was de Oostenrijkers te volgen als ze Frankrijk zouden binnenvallen. Dat bezegelde zijn lot.
In de vroege ochtend van 21 maart 1804 werd de hertog in het kasteel van Vincennes ter dood veroordeeld. Hij vroeg om een priester, maar generaal Joachim Murat zei dat die er niet meer waren sinds de revolutie. Voor het vuurpeloton gaf de hertog het bevel: „Vooruit vrienden!” Murat zou geantwoord hebben: „U hebt geen vrienden hier.”
De executie van de hertog zorgde voor een schokgolf in Europa, die uitmondde in een nieuwe oorlog tegen Napoleon. Over de moord zei een Franse politicus daarom: „C’est pire qu’un crime, c’est une faute.” (Het is erger dan een misdaad, het is een blunder.)