De gemiddelde verkoopprijs van een woning is in het tweede kwartaal van 2021 gestegen naar 410.000 euro. Dat is bijna 20 procent hoger dan een jaar eerder. Het is voor het eerst dat de grens van de vier ton wordt gepasseerd.
De jongste prijsstijging is de grootste sinds 1995, toen de metingen begonnen, aldus de NVM, die de kwartaalcijfers donderdag publuceerde. Volgens de makelaarsvereniging heeft de forse prijsstijging diverse oorzaken. Zo stuwen de toegenomen woningschaarste en het stijgende percentage biedingen boven de vraagprijs van woningen de verkoopprijzen verder op. Circa driekwart van de woningen wordt inmiddels boven de vraagprijs verkocht. In het tweede kwartaal zijn ruim 34.000 woningen verkocht, 12 procent minder dan vorig jaar.
De NVM zegt dat als gevolg van de coronabeperkingen de belangstelling voor woningen vooral in het landelijke gebied flink is toegenomen. Dat blijkt onder meer ook uit de stijging met 30 procent van de verkoopprijzen in Oost-Friesland, in de Kop van Overijssel en in de stad Groningen.
In Den Haag, Rotterdam en Utrecht stegen de prijzen met ruim 20 procent, in vergelijking met een jaar eerder. Onderaan het lijstje bungelt de regio Den Helder-Texel. Daar stegen de huizenprijzen met 11,5 procent. (NRC)