De nieuwste besmettingskaart van het Europees Centrum voor Ziektepreventie- en Bestrijding (ECDC) oogt positief: enkele regio’s in het noorden van Nederland en Limburg kleuren optimistisch groen, de rest van Nederland oranje, omringd door een zee van hoofdzakelijke groene landen. Spanje en Portugal steken uit als een rood en oranje opgezwollen duim.
Veel aspirant-vakantiegangers zullen de ECDC-kaart in de gaten houden: verspringt Nederland van groen naar oranje, rood of zelfs donkerrood, dan is de verwachting dat reizen op zijn minst complexer wordt – een test- of quarantaine of een reisbewijs moet dan gevraagd worden, adviseert de Europese Commissie. Reizen van en naar rode en donkerrode landen moeten lidstaten (sterk) ontraden.
De risiconiveaus van de EU-landen worden wekelijks bepaald aan de hand van het aantal besmettingen en het percentage positieve testen. Een land gaat op rood bij meer dan 200 besmettingen per 100.000 inwoners per dag in een periode van twee weken tijd. Bij meer dan 500 besmettingen is de classificatie donkerrood.
Voor Nederland betekent dat tussen de circa 2.500 (rood) en de 6.500 (donkerrood) dagelijkse besmettingen in veertien dagen. Bij deze aantallen maakt het percentage positieve testen – meer dan 4 procent is genoeg voor een oranje risiconiveau – niet meer uit.
Een rood risiconiveau voor Nederland lijkt, gelet op de stormachtige groei van de besmettingscijfers, moeilijk af te wenden.
Het aantal besmettingen stijgt sinds anderhalve week flink. Donderdag werden bijna 5.500 besmettingen gemeld bij het RIVM, ruim vijf keer meer dan een week geleden. Nederland blijft op de besmettingskaart voorlopig nog grotendeels op oranje, omdat de stijging pas recent ingezet is.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73191825-4d6e5c.png|https://images.nrc.nl/zuuQwXnw3X1UQxX1FNseGfMjVRU=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73191825-4d6e5c.png|https://images.nrc.nl/tzTOivYoZSRIbNPvPksbWa0ZaGY=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data73191825-4d6e5c.png)
Vorige zomer lang niet zo veel besmettingen
Geen overeenstemming
Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) waarschuwde al dat Nederland vanaf volgende week weleens op rood zou kunnen gaan. „Andere landen zullen op basis daarvan weer restricties op leggen”, schreef hij deze week in een Kamerbrief. De Jonge uitte woensdag kritiek op het bepalen van de risiconiveaus aan de hand van de besmettingscijfers. Liever kijkt hij naar ziekenhuisopnames of de vaccinatiegraad die „een veel belangrijker voorspeller van de daadwerkelijke risico’s zijn”. Veel hoop op een wijziging op korte termijn had De Jonge echter niet.
Het kabinet wil vooral de kwetsbaren en de zorg beschermen tegen het coronavirus. Daar zijn de gevolgen van de huidige opleving vooralsnog beperkt. Vooral jongeren worden momenteel positief getest en hun klachten zijn doorgaans milder.
Jaap van Dissel, hoofd infectieziektenbestrijding van het RIVM, voegde daar woensdag tijdens een technische briefing in de Tweede Kamer aan toe dat de cijfers waarop het ECDC zich baseert tegenwoordig „een andere betekenis en duiding” hebben gekregen. Sinds deze week tellen ook de duizenden afgenomen 'toegangstesten' mee. Met een negatief testbewijs mogen mensen naar bijvoorbeeld evenementen en discotheken zonder anderhalve meter afstand te houden. Van de circa 300.000 afgenomen toegangstesten, waren 643 positief - 0,2 procent.
Zulke testen – in principe zonder klachten – drukken het percentage positieven, maar alle positieve testen tellen mee – ongeacht waar ze vandaan komen. Andere bronnen van negatieve uitslagen – het reistesten bijvoorbeeld – ontbreken nog, waardoor „de noemer” onduidelijk is. Volgens Van Dissel is er onder de EU-landen geen overeenstemming welke cijfers nu precies meetellen. „Als je getallen gebruikt om landen kleurcodes te geven, moet je het er wel over eens zijn hoe dat getal is opgebouwd en samengesteld.”
De EU-landen bepalen uiteindelijk zelf welke inreisregels ze hanteren, benadrukt het ECDC. Lidstaten mogen afwijken van de adviezen en bijvoorbeeld uit angst voor de Deltavariant strenger zijn. Landen die rekenen op inkomsten uit toerisme hebben alle reden om soepeler te zijn. Het ministerie van Buitenlandse Zaken adviseert voor vertrek de lokale regels te checken.